Vanwege het coronavirus werken onze medewerkers thuis.
Een hele kip eten met twee personen is niet handig, althans: het is veel. Niemand wil drie avonden achter elkaar kip eten en al helemaal niet in dezelfde smaak, hoe heerlijk ook.
Soms denk ik echt dat mei de mooiste maand is. Dat denk je in juni ook wel, of in september, maar mei is zo lieflijk.
Men verzint van alles om het spaarzame vleesgebruik goed te praten. Herten die tóch afgeschoten worden. Alléén maar een plakje ham. Kip die liefdevol wordt groot- en omgebracht.
Ik was me zogenaamd druk aan het maken over de wereld, waarom niet gewoon genieten zoals maar de biologische kippenboer, vraagt Marjoleine de Vos zich af.
Al die pijn en zorgen van Oekraïense vluchtelingen lijkt columnist Marjoleine de Vos ondraaglijk. Als mens wil je toch het liefst het lot tegenhouden. Toch zette iemand haar aan het denken: „Als al die mensen dat kunnen, dan zal ik dat ook kunnen als het nodig is.”
Eenvoudig zijn, dat heeft iets aantrekkelijks. Het is geloof ik ook nogal in de mode: weinig nodig hebben, precies díe dingen gebruiken en bezitten die ertoe doen.
Wat heb ik over voor mijn geloof in vrijheid en democratie, die grote abstracte woorden? Kou lijden? Armoede? Verwoesting? De dood van naasten?
Het is vreemd hoe geroerd je raakt door een handschrift van Rembrandt. Er is een brief waarin hij Constantijn Huygens maant om snel 44 gulden te betalen. Rembrandt heeft een ferme streep onder deze aanbeveling getrokken en er zit een inktveeg op het papier.
Marjoleine Vos probeert zich voor te stellen hoe het is om in één keer een ontheemde te worden. Een soort, in plaats van een individu.
Het blijft een onaangenaam vermogen om andermans leed voor lief te nemen, en tegelijkertijd is het een reddend vermogen, want daarzonder zou het leven onleefbaar worden.
Het afschaffen van de bedenktijd voor abortus is een goed idee, vindt Marjoleine de Vos. Maar het is geen reden om de vlag uit te hangen.
Zou in zo’n tent in de sneeuw iemand nu een dagboek zitten schrijven dat dan later vertaald en uitgegeven wordt en dat wij dan lezen vol gevoel en dan zeggen we: wat erg?
De mens is een gecompliceerd chemisch proces, nog niet geheel doorgrond, maar toch. Er valt nergens in de mens of in het brein een ‘ik’ of een ‘ziel’ aan te treffen.
Dat men zichzelf nooit werkelijk kent, lijkt me nauwelijks een mening. Maar dat Google meer van me weet dan mijn moeder zoals een hedendaagse opinion reçue wil, dat geloof ik dan weer niet.
De vrouw met terminale kanker wilde niet meer bezocht worden. Mijn vriendin en ik spraken er een poosje over. Hoe erg is het als je vrienden zien dat je een schim bent geworden van wie je was?
Hoe je je bijna verplicht gaat voelen om het te hebben over onderwerpen waar je niets over te zeggen hebt. Het klimaat. Wat je er zelf wel of niet aan kunt doen. Corona.
Overal waar wij, de mens, komen doen we kwaad, dacht Marjolein Vos verontwaardigd. Maar wie is die 'wij' eigenlijk. "Je behoort als vanzelf tot zóveel groepen, of je wilt of niet."
Denken aan wat er geleden wordt door anderen, is dat hetzelfde als de werkelijkheid als chaotisch ervaren? Lijkt me niet.
Het is een misverstand dat een land zoiets is als een bedrijf, schrijft Marjoleine de Vos. „De boze burger in jezelf hoeft nauwelijks wakker geschud te worden, de geringste blik in de krant is al genoeg.”
Majoleine de Vos maakte de twee aardbevingen mee in Zeerijp. "Wie in het Groningse aardbevingsgebied woont, is echt niet verrast door de manier waarop de Toeslagenaffaire wordt aangepakt."
Op reis zijn is om een of andere reden vaak stimulerend, schrijft Marjoleine de Vos. Je bent ineens bereid allerlei dingen te gaan bekijken waar je thuis achteloos aan voorbij loopt.
Een Griekse eilandkade, begin deze eeuw. Iemand had een opname van een nog jonge Theodorakis die zijn lied ‘Chathika’ zong (‘Ik ben verdwaald’).
Wat ontroering precies is, dat weet Marjoleine de Vos niet, maar wel dat het haar op haar oude dag kan helpen tevreden te zijn.
Ik kijk naar beelden van het Griekse Evia dat van kust tot kust in brand staat – twee jaar geleden reed ik nog door de bergen, onwetend, zoals de mens nu eenmaal altijd is, van het grote moment dat zou komen.
„Herinneringen maken.” Mensen zeggen het vooral als ze met vakantie gaan. Maar wie de hele tijd denkt aan wat-ie zich later zal herinneren maakt het heden niet mee.
Je weet zoveel meer dan zij, als je leest over mensen in het verleden. Bijvoorbeeld als je leest over de jonge Nescio in de verrukkelijke biografie van Lieneke Frerichs – maar…
De man stelt de vraag onverhoeds: „Heb jij weleens iets gedaan waar je diepe spijt van hebt?” De vrouw antwoordt na een kleine aarzeling met een bekentenis.
Het huis is verlaten, de bewoner al 88 jaar dood, maar alles staat er nog. De porseleinen serviezen, de wandtapijten, de sierlijke houten kastjes met geheime laatjes; heel zijn…
Soms raak je nogal chagrijnig van het nieuws, ook van het niet-wereldnieuws. Of misschien juist, omdat landschapsbeheer of het gebrek daaraan de leefomgeving en het leefgeluk zo…