Vanwege het coronavirus werken onze medewerkers thuis.
Auke Kok is schrijver en journalist en schrijft elke week over Amsterdam.
Auke Kok
Daar stond ze dan, het meisje in de deuropening. Of ik donateur van een goed doel wilde worden. Daar gingen we weer.
In musea laat ik mij graag verrijken, maar zo rijk als in de volgende zin hoeft voor mij nu ook weer niet: „Abstracting parables bestaat uit drie historische artistieke posities die uiteenlopende denkkaders, definities en beeldtalen van abstractie bieden.”
Ik mocht deze zomer weer graag in onze stadsparken zitten – we hebben er vele en met de meeste is weinig mis. Maar wat is nu het ultieme ‘zitten’?
Stomdronken Amsterdamse gemeenteambtenaren hebben na een nachtje stappen een woud aan gele borden langs de weg gepleurd. Ze zijn hier gek geworden.
Daar staan we dan, in de prachtige historische tuin, met z’n allen het leven te vieren. Iedereen blij natuurlijk, en ruimdenkend en mooi gekleed onder een blauwe hemel op een van…
Van alle kanten stroomt het licht op de mensen neer, en nog een beetje extra op de mensen vlak naast me, lijkt het wel. Ze buigen voorover als bij een samenzwering.
In de stegen tussen Singel en Spuistraat heerst het beeld van spiedende hoerenlopers, van toeristen onder opwaaiend plastic in de regen.
De vragen wapperen boven onze hoofden, net als de vlaggen die paars zijn en rood en geel. Hoe minder Chris Polanen en ik ergens van overtuigd zijn, hoe lichter de dingen worden…
Een vakman tilt een roomwitte fiets boven zijn hoofd en laat hem zo hard als maar kan op het asfalt neerkomen, schrijft Auke Kok. Tevreden valt hij neer op een bankje: een vakman die moet bijkomen van het zware, maar voldoening gevende werk dat hij heeft verricht.
Simpel is het laatste woord dat in Auke Kok opkwam toen hij in haast het toilet van de Amsterdamse Stadsschouwburg zocht. "We maakten er het beste van door elkaar zo min mogelijk aan te kijken."
Altijd als Ajax een prijs wint zijn ze er: de figuren die ik met een kleine letter ‘ajaxvierders’ noem, schrijft Auke Kok. Ze mengen zich in het feestgedruis en na een tijdje nemen ze het over.
Met de auto heb je op de Haarlemmerweg altijd weer, zoals ik dat noem, beschavingsmomenten. Kom je bijvoorbeeld uit de richting van Halfweg, dan smelt de dubbele rijstrook na de…
Zoals Het Parool laatst ook al schreef: op het stadhuis gaat het momenteel in de wandelgangen veel over het nieuwe college.
Van welke kant ik ook aankom, van het Spui, het CS of de Raadhuisstraat, altijd is het eventjes eind april 1945.
Kun je verliefd zijn op een gebouw, op iets wat monsterlijk groot is, te hard en rechthoekig om lief te zijn?
Koude wind rukt aan de vlaggenmast boven een kar met saté. ‘Ook vegan verkrijgbaar’, lees ik. Zoete ritmische klanken verlaten een luidspreker, een ingepakte peuter maakt…
Iedere stadsbewoner kent ze wel: die lage dikke fietsen met elektrische aandrijving. Geliefd door de berijders, gehaat door vele andere weggebruikers.