Wat een grappige beleving is het om jezelf ineens, met je twee kinderen, als foto-illustratie te zien fungeren bij een opiniestuk (Geef het fietspad terug aan fietsers, 24/4). Mijn bezorgde blik is sprekend, en liegt er niet om: de fietstochten met mijn zoons (soms alleen de oudste, soms ook de jongste op de eigen fiets) door de stad, hebben me al veel grijze haren bezorgd – die gelukkig niet zo goed zichtbaar zijn op de foto. Pas als we thuis het fietshok hebben bereikt, kan ik weer opgelucht ademhalen.
Ik herken het punt van auteur Reinder Rustema, die schrijft dat fietspaden fietssnelwegen zijn geworden, en ben blij aandacht te zien voor de gevaren voor de ‘eigen kracht’-fietser, ook op het veilig gewaande fietspad. Maar hoewel ik ook vervelende situaties meemaak met de snellere en aangedreven fietser en scooter zijn de bezorgde blik en grijze haren toch vooral te wijten aan de ‘heilige koe’: de auto. Op veel plaatsen, langs onze fietstocht van Noord naar Rotterdam-centrum, kom ik langs verkeerssituaties waar de auto op de weg nog steeds prioriteit krijgt. Dat zijn de plekken waar ik mijn zoon bij zijn kraag vat en dichtbij houd. Ik zou dus nog liever een pleidooi houden voor minder auto in de stad (minder auto sowieso?), en meer ruimte voor en prioriteit verlenen aan de fietser. Ik zeg dus liever: geef de fietser prioriteit, elektrisch, fat, én op eigen kracht.