Ik kan mij de geschrokken gezichten nog herinneren toen ik vorig jaar bij vrienden bekende dat ik geen van de Harry Potter-boeken heb gelezen. Hetzelfde geldt voor The Lord of the Rings, voegde ik daar aan toe. Die gezichten herinnerden mij aan die keer dat een vriend verbaasd was dat ik de tekst van een iconisch hiphopnummer niet kende. En aan het luchtige gesprek waarin collega’s driftig verschillende Disney-prinsessen analyseerden, terwijl ik keurig mijn mond hield. In al deze gevallen besefte ik hoe onze referentiekaders extreem verschilden, en dat ik in wezen als cultuurbarbaar bestempeld kon worden.
Het begrip barbaar heeft geen positieve connotatie. De oude Grieken en Romeinen noemden iemand een barbaar als hij een taal sprak die voor hen niet te verstaan was. Het begrip veronderstelt een culturele afstand, het onvermogen om elkaar te begrijpen. Bij een barbaar denken wij tegenwoordig aan iemand met een armoedige culturele bagage. Zo armoedig dat hij, zij of hen niet kan meepraten over wezenlijke zaken – zoals Disney-prinsessen, hiphop-bars en de drijfveren van Voldemort.
Ik kan mij als cultuurbarbaar daarom schamen, en mijn best doen om mijn culturele bagage aan te vullen, opdat ik moeiteloos over alles kan meepraten. Erbij horen. Maar in plaats daarvan omarm ik mijn lot. Ik zat in een Tanzaniaans vluchtelingenkamp andere dingen te doen toen mijn geschrokken vrienden Harry Potter lazen en iconische hiphopteksten uit hun hoofd leerden. Ik aanvaard dat ik niet alles hoef te weten, wetend dat ik ook inzichten en ervaringen heb die sommige Harry Potter-lezers niet hebben.
De laatste jaren omarm ik het begrip cultuurbarbaar als een geuzennaam. In de eerste plaats omdat ik ervan overtuigd ben dat de wereld veel meer te bieden heeft dan de populaire cultuur die nu wordt geconsumeerd door de mondiale middenklasse. Daarnaast geloof ik dat steeds meer mensen cultuurbarbaren ten opzichte van elkaar worden zonder dat ze dat doorhebben. Ik denk aan de overvloed van streamingdiensten voor muziek, films en series. Via TikTok en andere socialemediaplatforms worden wij in staat gesteld om andere soorten cultuur te consumeren dan onze vrienden en familie.
De overvloed aan informatie en cultureel aanbod maakt het steeds lastiger om een culturele basis te creëren voor een gedeeld referentiekader voor alle burgers. Wat dat betreft hebben wij onderwijsinstellingen, musea en bibliotheken meer dan ooit nodig om er voor te zorgen dat wij niet van elkaar vervreemden. Tegelijkertijd bieden de overvloed aan informatie en het culturele aanbod ook een unieke kans om te oefenen in bescheidenheid. Het feit dat iemand een specifiek culturele product niet heeft geconsumeerd, betekent niet dat hij, zij of hen geen verhalen met zich meebrengen die ons verder kunnen helpen.
Ik was in het vluchtelingenkamp met andere zaken bezig toen mijn toekomstige vrienden in Nederland Harry Potter lazen en andere culturele producties tot zich namen. Onze vriendschap draait gelukkig ook niet om de culturele producten die wij als kinderen hebben geconsumeerd, maar om universele deugden zoals loyaliteit, moed en genegenheid.
Samenleven draait uiteindelijk om het creëren van ruimtes die ons in staat stellen om onze verscheidenheid aan verhalen en ervaringen met elkaar te delen, op basis van gedeelde normen en waarden. Wat zijn jouw dromen? Wat heb jij geleerd uit de verhalen die jij voorgeschoteld kreeg? Hoe heeft jouw levensgeschiedenis jou gevormd? Zolang er in onze samenleving ruimtes bestaan waarin we deze vragen met elkaar kunnen beantwoorden, hoeven wij ons niet te schamen voor het feit dat wij met z’n allen een beetje cultuurbarbaren van elkaar zijn.