Opinie

Wanneer de hork grootse dingen voortbrengt

Christiaan Weijts

Een boekverbranding mag best wat kosten, maar anderhalve ton, € 37,50 per exemplaar, dat klinkt best verkwistend. Natuurlijk, de Amsterdammers, die dit belastinggeld opbrengen, krijgen er iets moois voor terug. Vierduizend opnieuw gedrukte exemplaren van Onder de Amstel, ditmaal zonder kaft met de naam van de samenstellende redacteur, voormalig stadsarcheoloog Jerzy Gawronski.

Wat hij uitspookte in de spelonken van de Noord-Zuidlijn weten we niet. Er is een onderzoeksrapport naar ‘grensoverschrijdend gedrag’, maar dit blijft geheim, zoals ook het collegebesluit voor deze operatie in het geheim is genomen, en de overeenkomst met twee uitgevers geheim blijft.

Het getuigt allemaal niet van de meest transparante manier van besturen. Zoveel schimmigheid versterkt de geur die er toch al rond het stadsbestuur en de UvA hangt: vast weer een staaltje doorgeslagen woke-cultuur.

Wie iets van inzicht wil krijgen moet er zelf op uit met pikhouweel en Indiana Joneshoed. NRC ontdekte dat het grensoverschrijdende gedrag in elk geval ‘niet seksueel’ was. Het was dus onveiligheid van de categorie Arib/Matthijs. De Noord-Zuidlijn was onze archeologische Champions League.

Deze zomer lag het rapport over Gawronski er al, en kwamen er excuses namens de gemeente. De naam schrappen uit het boek-in-wording is toen blijkbaar niet geopperd. Dat ideetje ontstond pas bij het schrikbeeld van een feestelijke presentatie. Dat de gedupeerde medewerkers zo halsoverkop reageren, is begrijpelijk, maar het Amsterdamse college had hier het hoofd koel moeten houden. De panische reflex is nu niet alleen prijzig, maar wekt ook argwaan. Zo ondoordacht en overtrokken beweegt men op dit terrein kennelijk mee met de klagers.

Er zullen nog wel meer Champions League-culturen opgegraven worden uit het pre-woke tijdperk. Dat stelt ons voor de vraag: hoe gaan we om met de vruchten van de hork? Moeten we niet erkennen dat ook de hork soms iets prachtigs en belangwekkends voortbrengt?

Gawronski's catalogus Spul (2018) is uitgeroepen tot beste boek ter wereld. De vitrines met vondsten naast de roltrappen van metrostation Rokin zijn een ijzersterke presentatie in de publieke ruimte. Moet dat ook allemaal weg, of gezuiverd worden met verontschuldigende tekstbordjes?

Is dat een juiste vorm van genoegdoening voor slachtoffers? Of was alleen het afblazen van het presentatie-feestje afdoende geweest? Geen van die medewerkers stalt dit boek straks apetrots uit op de koffietafel. De uitgevlakte naam blijft er omheen spoken. De hork zal er, na alle commotie, zelfs sterker in aanwezig zijn, als iemand in een lege stoel. Je kunt de scherven wel aan elkaar lijmen, maar de breuk blijft zichtbaar. Zet dan liever de losse brokstukken in een vitrine, liefst eentje die zo transparant mogelijk is.

Christiaan Weijts schrijft elke vrijdag op deze plek een column.