In de jaren zeventig joeg de Franse seriemoordenaar Charles Sobhraj, bijnaam The Serpent, op rondtrekkende toeristen in Zuidoost-Azië. Hij verdronk of vergiftigde zijn slachtoffers, en stak ze - levend of levenloos - in brand. Over hem werd de veelbekeken Netflix-serie The Serpent gemaakt. Hij werd meermaals veroordeeld als seriemoordenaar, maar komt binnenkort vrij uit een Nepalese gevangenis vanwege gezondheidsredenen.
In 1975 liep het Nederlandse studentenkoppel Henk Bintanja (29) en zijn verloofde Cornelia Hemker (25) de uiterst charmante en knappe Fransman tegen het lijf in Thailand. Bintanja en Hemker verdwenen van de aardbodem na hun ontmoeting met Sobhraj, en werden later dat jaar opgespoord door een Nederlandse diplomaat – hun verbrande lichamen althans – in een mortuarium in Bangkok. Voor de diplomaat, Herman Knippenberg genaamd, begon daar zijn jacht op Sobhraj.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/04/data68932321-1aff11.jpg)
Netflix-serie
Bintanja en Hemker zijn twee van de minstens twaalf slachtoffers die Sobhraj met behulp van gladde praatjes en zijn Canadese vriendin Marie-Andrée Leclerc in de val lokte. De slachtoffers van The Serpent werden gedrogeerd, opgenomen in zijn sekte en na verloop van tijd op gruwelijke wijze vermoord. Tot hij in 1976 opgepakt werd in New Delhi en veroordeeld werd met behulp van bewijsmateriaal dat Knippenberg heeft verzameld.
Daarmee was de zaak nog niet ten einde. In 1997 kwam Sobhraj vrij uit de Indiase gevangenis, waarna hij in Frankrijk met interviews over en verfilmingen van zijn misdaden de kost probeerde te verdienen. In 2003 vloog hij naar de Nepalese hoofdstad Kathmandu, waar hij werd opgepakt en veroordeeld tot levenslang voor de moord op twee toeristen. Nu, bijna twee decennia later, komt de inmiddels 78-jarige Serpent vrij uit een gevangenis in Nepal, waar hij zijn derde gevangenisstraf uitzat.