Weekendprofiel

LILIAN MARIJNISSEN FRACTIEVOORZITTER SP

Lilian Marijnissen wint geen verkiezingen maar niemand in de SP valt haar af

Illustratie Siegfried Woldhek

Lilian Marijnissen leest hardop complimentjes aan zichzelf voor. „Goed bezig Lilian!” En: „Topper!” Het is begin december, en Marijnissen houdt een Facebook-sessie, waarin ze vragen beantwoordt van kijkers. Ze zit in haar werkkamer, overal hangen campagneposters van de SP. Deze woensdag kijken er zo’n 150 mensen mee. De vragen die Marijnissen opleest gaan over de zorg, de hoge energiekosten en de winst van grote bedrijven. Onderwerpen waar de SP graag over praat. Kritische vragen, zoals waarom het de SP niet meer lukt kiezers te trekken, blijven onbeantwoord.

Deze week is het vijf jaar geleden dat Lilian Marijnissen werd gekozen als fractievoorzitter van de SP. In alle verkiezingen sindsdien verloor de partij. En waar zo veel nederlagen op rij bij andere partijen zouden leiden tot een discussie over de partijleider, is die er bij de SP niet.

Wat wel steeds gebeurt: Marijnissen belooft dat er betere tijden komen voor de SP. „Ik ben heel optimistisch”, zei ze na de Kamerverkiezingen vorig jaar. In 2019, het jaar dat de SP halveerde in de Eerste Kamer en verdween uit het Europees Parlement, beloofde Marijnissen: „Er komen andere tijden.” En: „We komen sterker terug.” Vier jaar geleden zei ze in NRC dat ze zichzelf tijd zou gunnen. „De SP moet groeien in politieke relevantie. Dat is niet iets van vandaag of morgen, daar moet je aan bouwen.”

Marijnissen heeft nu vijf jaar de tijd gehad om te bouwen. Wat heeft dat opgeleverd?

SP’ers met wie NRC sprak vinden het moeilijk om duidelijk te maken wat precies de onderwerpen zijn waarmee Marijnissen zichzelf en de SP wil profileren. Ze zien dat ze veel aandacht probeert te vragen voor klassieke SP-thema’s als ongelijkheid, zorg, werk en koopkracht. De partij is onlangs bijvoorbeeld een petitie gestart om energiebedrijven te nationaliseren. Maar wat daar nou echt háár verhaal in is? Komende maandag wordt mogelijk meer duidelijk als Marijnissen haar eerste boek presenteert, De winst van eerlijk delen.

Toen Tiny Kox, Eerste Kamerlid voor de SP, onlangs mee zat te kijken naar een Facebook-sessie van Marijnissen, dacht hij: „Daar zit niet de grote ideoloog die zegt: ga maar zitten en maak notities.” Als het over ideologie gaat, trekken SP’ers soms een vergelijking met oud-partijleider Jan Marijnissen, haar vader, die ze meer een denker vonden. Hij was fractievoorzitter tussen 1994 en 2010 en wist de partij aan een recordaantal zetels te helpen. Lilian Marijnissen heeft „een minder intellectueel en filosofisch profiel”, zegt Hans van Hooft, fractievoorzitter in Nijmegen. Kox, een van haar sparring partners, ziet dat juist als iets positiefs. „Vroeger was de SP de partij van de grote waarheden, we wisten het antwoord al voordat de vraag gesteld werd. Lilian is meer van het praktisch socialisme. Ik vind dat modern leiderschap.”

In vergaderingen van de fractie of het partijbestuur valt op dat ze niet heel actief deelneemt aan inhoudelijke discussies of knopen doorhakt, zeggen (oud-)medewerkers. In de Kamerfractie hebben ervaren Kamerleden als Renske Leijten, Bart van Kent en – tot vorig jaar – Ronald van Raak het hoogste woord. „Dat zijn de pitbulls, die beuken er het hardst in en zetten de toon”, zegt een van hen. Marijnissen blijft dan meer op de achtergrond. „Ze zegt vaak: ‘Oké, bedankt’ en nooit: ‘Zo gaan we het doen’.” SP-wethouder in Apeldoorn Sunita Biharie legt dat positief uit. „Ze is niet van het dingen opleggen, maar heel dienstbaar.”

Ook als ze afdelingen bezoekt, luistert ze vooral, zegt Hans van Hooft. „Ze is een van ons, heeft niet de uitstraling van de grote leider. Dat maakt haar benaderbaar, maar soms mist ze nog een beetje charisma en de X-factor.”

Onder leiding van Marijnissen nam de SP na de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 nadrukkelijk afstand van de PvdA en GroenLinks, die juist meer gingen samenwerken. In haar eerste jaren als partijleider deelde Marijnissen nog regelmatig het podium met andere linkse partijleiders. Tot eind 2020 diende de SP ook nog samen met PvdA en GroenLinks tegenbegrotingen in. Vorig jaar kwamen de socialisten met een eigen tegenbegroting.

Liever benadrukt de partij nu dat de SP zeer verschilt van andere linkse partijen. Eerder dit jaar zette Marijnissen zich op een SP-bijeenkomst bijvoorbeeld af tegen partijen die zich „wel links noemen maar zich niet links gedragen”, door de ogen te sluiten voor de nadelige effecten van arbeidsmigratie en het feit dat klimaatmaatregelen voor veel Nederlanders niet makkelijk te betalen zijn.

Linkse critici verweten Marijnissen dat de SP onder haar leiding rechtser en te behoudend is geworden. Bijvoorbeeld omdat de partij deals over opvang van vluchtelingen buiten Europa niet per se afwijst, of zich te weinig zou laten horen in de strijd tegen racisme. Een groep van tientallen kritische leden die in 2021 uit de partij werd gezet of vertrok, schreef in een verklaring: „We moesten strikter worden op migratiebeleid en tegelijkertijd meer dan ooit open staan voor mogelijke regeringsdeelname met rechtse partijen als de VVD.”

Onder die geroyeerden waren ook veel leden van jongerenclub Rood. Het SP-partijbestuur, met daarin Marijnissen, verbrak vorige zomer alle banden met Rood omdat communisten er de macht zouden hebben gegrepen. Marijnissen sprak zich in het openbaar weinig over de interne crisis uit, maar steunde het harde ingrijpen. Volgens kritische SP’ers vond de partijtop Rood te lastig omdat de jongeren te veel een radicaal-linkse koers bepleitten die afwijkt van Marijnissens verhaal.

Oud-Rood-voorzitter Arno van der Veen ziet dan ook „stilstand” bij de SP onder Marijnissen, terwijl de rest van links Nederland volgens hem radicaler is geworden. „Er is meer afstand tot de vakbond, de klimaatbeweging en bewegingen als Black Lives Matter. Marijnissen lijkt heel bewust te kiezen voor de boze witte man, die zichzelf niet als links ziet.”

Helderheid daarover is hard nodig, vindt ook René Cuperus, publicist en een van de auteurs van het rapport Atlas van Afgehaakt Nederland, waar hij bij de SP over mocht vertellen. „De klassenstrijd is een culture war geworden, over migratie, identiteit en globalisering. Op die thema’s is de SP verdeeld, of heeft de partij weinig te melden.”

De profilering van Marijnissen is ook volgens Ewald Engelen „te onduidelijk” en „weifelmoedig”. Engelen, hoogleraar financiële geografie aan de Universiteit van Amsterdam is geen partijlid, hij is kandidaat geweest voor de Partij voor de Dieren, maar noemt zich „sympathisant” van de SP. Hij wordt er regelmatig uitgenodigd om het podium te delen met Marijnissen, omdat ze vinden dat zijn denkbeelden goed passen bij die van de partij. Bijvoorbeeld die over de klassenstrijd.

Engelen vindt het onverstandig dat Marijnissen vaak over arbeidsmigratie spreekt, zegt hij. Ze probeert dan „politiek mee te doen met het migratiespel”. „Maar als je kijkt naar de effecten daarvan op de portemonnee van de gemiddelde Nederlander, dan zijn migratie en asielzoekers het probleem niet. Marijnissen zou het consequent alleen over de doorgeschoten macht van het grootkapitaal moeten hebben.”

Uit kiezersonderzoek blijkt dat de SP relatief goed scoort in wijken met een lage opkomst waar veel mensen wonen voor wie de SP zegt op te willen komen. Maar de partij slaagt er onvoldoende in om andere ‘afgehaakte’ kiezers nog naar de stembus te trekken. Cuperus wijt dat aan een dubbelzinnige houding. „Je weet bij de SP niet meer zo goed waar je aan toe bent. Het is niet meer de ouderwetse probleemwijkenpartij, maar ook niet een echte bestuurderspartij. Willen ze nu aardig of boos zijn? Misschien is Marijnissen te aardig om de boosheid van Nederland te verwoorden.”

Vriend en vijand zijn het over één ding eens: Lilian Marijnissen ís heel „aardig” en „warm”. In het onderhouden van persoonlijk contact is ze erg goed. Oud-SP-raadslid in Breda Patrick van Lunteren, die in 2019 de verkiezing voor het voorzitterschap verloor, kreeg een appje dat het „zo jammer” was hij de partij uit onvrede over de koers had verlaten. Nog altijd krijgt hij ook een appje op zijn verjaardag. „De mens Lilian heb ik hoog zitten.”

Sunita Biharie vertelt hoe Marijnissen contact zocht toen Biharie op Twitter onder vuur kwam te liggen toen zij een kritisch artikel deelde over hoe de partijen Bij1 en Denk hun politieke strijd tegen racisme voeren. Biharie, die zelf een donkere huidskleur heeft, werd daarna, zegt ze, uitgemaakt voor „huisslaaf” van witte mensen. Ze vond steun bij Marijnissen. „Ik kreeg een kaartje met de tekst: ‘Ik ben juist trots op jou’.”

Er zijn een boel redenen waarom het de partij niet lukt te winnen, zeggen SP’ers. Veel daarvan gaan níét over de SP: de lage opkomst bij verkiezingen, of dat alle partijen nu kritiek op het kapitalisme hebben „Soms is het als partij even niet je tijd. Het socialisme is een zaak van de lange adem”, zegt Frank Futselaar, tot 2021 Tweede Kamerlid.

Er zijn een boel redenen waarom het de SP niet lukt te winnen, zeggen SP’ers. Veel daarvan gaan níét over de SP

Maar aan Lilian Marijnissen ligt het niet, vinden SP’ers. Ze wijzen graag op kiezersonderzoeken waarin ze goed scoort op vertrouwen. „Het is zaak dat we de positiviteit over Lilian kunnen verbinden met de SP”, zegt Eerste Kamerlid Bastiaan van Apeldoorn. Het past in de cultuur van de SP: een leider val je niet af, zelfs niet als het niet lukt te winnen. „Ik kan niemand aanwijzen die het beter kan”, zegt Van Hooft, fractievoorzitter in Nijmegen. Bovendien, zeggen SP’ers: wat zou een leiderschapswissel de partij nou opleveren? „Ik denk niet dat de electorale problemen van de SP zijn op te lossen met enorme discussies over wie het wel of niet goed genoeg doet”, zegt Futselaar. „Machtsspelletjes, laten we proberen die zo veel mogelijk buiten de deur te houden.”

Toch is macht bij de SP allang geen vies woord meer. Jan Marijnissen kreeg de SP in 1994 nog de Tweede Kamer in met de leus ‘Stem tegen, stem SP’. Het was lang de houding van de socialisten: ze keerden zich vooral tégen het bestuur.

Van dat imago probeert de partij onder Lilian Marijnissen af te komen. De SP wil laten zien dat zij ook landelijk bestuursverantwoordelijkheid wil dragen, zegt ze in haar werkkamer. „We zijn niet geboren om in de oppositie te zitten. Als de kans om landelijk te besturen zich voordoet: ja!” En om dat te bereiken is de SP „vanzelfsprekend” bereid om compromissen te sluiten. „Voor mij is dat echt totaal evident. En ik denk dat onze achterban ook prima begrijpt dat als de SP in een regering stapt, ons verkiezingsprogramma niet het coalitieakkoord wordt.”

De wens om ook landelijk te kunnen besturen wordt breder gedragen in de partij, maar niet partijbreed. „Een klein deel van de partij is in dat ‘stem tegen’ blijven hangen”, zegt Eerste Kamerlid Van Apeldoorn. „We kunnen niet wachten tot de revolutie zich aandient.”

Jasper van Dijk zit sinds 2006 in de Tweede Kamer, hij maakte Jan Marijnissen nog mee als fractievoorzitter en werkte ook onder diens opvolgers Agnes Kant en Emile Roemer. Vorige week diende hij een motie in over sancties tegen Iran, met de VVD. Vooraf dacht hij na over de formulering, die ook voor de liberalen acceptabel zou moeten zijn. De motie kreeg steun van een meerderheid in de Kamer.

Hij zou dit vroeger nooit zo gedaan hebben, zegt Van Dijk. Maar onder Marijnissen is hij gaan beseffen dat je soms bereid moet zijn om op je eigen standpunt in te leveren. „Dat is politiek, hè. We zien dat je water bij de wijn moet doen als je wil besturen. En de SP wil stevig oppositie voeren én besturen.”

Maar om te kunnen besturen moet de SP eerst verkiezingen winnen. In maart zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten, die bepalen hoe de Eerste Kamer eruit zal komen te zien. En, valt in de partij te horen, als het de SP onder leiding van Marijnissen dan wéér niet lukt om te winnen, zal dat discussie losmaken. Maar of dat dan tot het vertrek van Marijnissen zou kunnen leiden? Niemand die het denkt.

Ook Marijnissen zelf niet. „Bij ons is het aan de partij. Ik krijg het idee dat de partij, gelukkig, nog steeds wel enthousiast is over mij. Op het moment dat dat zou veranderen, zou mijn eigen beeld denk ik ook veranderen.”