‘Herschrijf de grondwet als een rap’ of ‘schrijf een profetie over Bitcoin in de stijl van het bijbelboek Openbaringen’. De kans is groot dat je de afgelopen weken zulke merkwaardige opdrachten bent tegengekomen. De nieuwe AI-software ChatGPT van technologiebedrijf OpenAI voert dit soort opdrachten succesvol uit. Binnen luttele seconden.
Chatbot ChatGPT werd onlangs gelanceerd en het explodeerde op internet. Het genereert werkende computercode voor je. Het geeft je uitleg over kwantummechanica of de filosofie van Kant in de vorm van een sonnet. Het bedenkt een televisiespotje voor darmflora-vriendelijke kauwgom. Het verbetert je speeches en schrijft liefdesbrieven – in je eigen stijl, of die van Shakespeare natuurlijk. De mogelijkheden zijn onuitputtelijk.
Uit de verbazing en het enthousiasme onder AI-experts en taalkundigen wereldwijd blijkt wel dat het niet zomaar de nieuwste tech-gimmick is. Het is een ingrijpende ontwikkeling, vergelijkbaar met de introductie van de zoekmachine. Iedereen die ChatGPT onlangs heeft uitgeprobeerd, moet zich hebben afgevraagd wat de impact zal zijn.
Probleem voor het onderwijs?
Naar één sector ging al direct veel aandacht uit: het onderwijs. Gaan leerlingen voortaan hun huiswerkopdrachten aan ChatGPT voeren? Wat zal het betekenen voor het essay, het klassieke instrument om studenten te toetsen en te leren schrijven en argumenteren? Het blijkt voor studenten buitengewoon eenvoudig om hun essays door AI te laten genereren. Naar het oordeel van docenten schrijft ChatGPT papers van een vergelijkbaar niveau als van een doorsnee bachelor-student. Niet briljant, weinig origineel, maar in wezen niet anders dan wat docenten meestal te zien krijgen. Er lijkt vooralsnog geen duidelijke manier om kunstmatig auteurschap te bewijzen. Wat betekent het voor de toekomst van het onderwijs als studenten schrijfopdrachten kunnen uitbesteden aan AI?
Sommigen leggen het verband met de rekenmachine of Wikipedia. Daarover ontstond immers vergelijkbare paniek. Als we iets verder teruggaan, vinden we zelfs consternatie bij Plato over het gebruik van het schrift en de desastreuze gevolgen voor het geheugen. Als deze analogie klopt, is er weinig reden tot fundamentele zorgen. We moeten er gewoon mee leren werken. De rekenmachine en Wikipedia hebben hoofdrekenen en parate feitenkennis inderdaad aan belang doen afnemen. Geen ramp. Des te meer aandacht voor wiskunde en het interpreteren van feiten.
Onze democratie is gebaseerd op een hoogontwikkeld taal- en begripsvermogen
Moeten we tekstgenererende AI ook zo zien? Neemt het onnodige routinetaken uit handen, zoals het correct schrijven van teksten, zodat er meer tijd is voor verdieping? Kunnen we in plaats van leren schrijven, studenten vanaf nu niet beter leren ‘prompten’ (het geven van een opdracht aan AI-chatbots)?
Ik denk dat we hiervoor moeten oppassen. De analogie klopt namelijk niet. Meer dan bij hoofdrekenen of feitenkennis gaat het nu over essentiële menselijke vaardigheden die we niet kunnen uitbesteden. Of liever: die we koste wat het kost moeten willen behouden. Taalvaardigheid behelst namelijk meer dan het vormen van correcte zinnen. Het omvat ook conceptueel begrip, argumenteren, verbanden leggen, creatieve expressie van complexe emoties en gedachten.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/12/data94660741-b796b6.jpg)
Zelf schrijven, zelf denken
Ik merk het zelf keer op keer: je denkt pas helder, als je je gedachten op papier kunt zetten. Totdat ze onder woorden worden gebracht blijven het vage kluwen in je hoofd. Het schrijfambacht en goed taalgebruik zijn onlosmakelijk verbonden met het denkvermogen. Als studenten helder willen leren denken, moeten ze zelf leren schrijven. Het leren ‘prompten’ is geen vervanging daarvoor.
Natuurlijk, goed met AI werken vereist ook begrip. Maar het is een passievere vorm van denken, die veel van de moeizame geestesarbeid uitbesteedt aan een systeem.
Er staat veel op het spel. Onze democratie is gebaseerd op een hoogontwikkeld taal- en begripsvermogen. Het vereist begrip van moeilijke concepten als tolerantie, algemeen belang en rechtsstaat. Het veronderstelt dat burgers vertrouwd zijn met argumentatie en conceptuele verbanden.
Het leren hanteren van het woord is daarom een van de moeilijkste, maar belangrijkste onderdelen van ons onderwijs. Zoiets als het essay, of in bredere zin de humaniora die daarop zijn gebaseerd, blijven noodzakelijk. Daar moet wel een nieuwe vorm voor worden gevonden. Bijvoorbeeld het mondeling, of het ter plekke schrijven van een essay zonder hulpmiddelen. Wat in elk geval centraal moet blijven staan, is het zélf leren denken en dus formuleren in taal.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data94660516-ba25f5.jpg)