De twee nieuwe kerncentrales die vermoedelijk in Borssele komen te staan, zullen zeker niet door Chinese of Russische bedrijven gebouwd worden. Ook is het uitgesloten dat deze landen de brandstof (uranium) gaan leveren. Dit stellen bronnen rond het kabinet. China en Rusland bouwen wereldwijd verreweg de meeste centrales.
Energieminister Rob Jetten (D66) kondigde vrijdag formeel aan dat het kabinet zijn oog heeft laten vallen op het Zeeuwse Borssele als „voorkeurslocatie” voor twee nieuwe kerncentrales. Dat nieuws lekte eerder al uit, maar werd nog niet officieel bevestigd. De twee nieuwe centrales moeten in 2035 9 tot 13 procent van de stroomproductie voor hun rekening gaan nemen. Daarnaast heeft het kabinet besloten dat Borssele, nu nog de enige kerncentale in Nederland, niet in 2033 wordt gesloten, zoals aanvankelijk het plan was. De dan zestig jaar oude centrale kan volgens Jetten ook daarna nog „veilig in bedrijf blijven”.
Het besluit om Russische bedrijven te weren bij de komende aanbestedingsprocedure heeft natuurlijk alles te maken met de oorlog in Oekraïne. Westerse landen hebben in reactie tal van sancties ingesteld tegen Rusland en veel economische banden worden verbroken. Zakendoen met Chinese bedrijven ligt ook gevoelig, vanwege onder andere zorgen over (bedrijfs)spionage en afhankelijkheid bij cruciale infrastructuur van een geopolitieke tegenstrever. Tegelijkertijd zijn Chinese en Russische bedrijven internationaal dominante spelers op het gebied van kernenergie. Van de 31 reactors die sinds 2017 in aanbouw zijn, zijn er 27 van Chinese of Russische makelij, blijkt uit cijfers van het Internationaal Energieagentschap.
Terwijl Borssele jaarlijks 3,8 terawattuur (TWh) aan stroom produceert, ruim 3 procent van de vraag, zullen de nieuwe centrales gezamenlijk zo’n 24 TWh gaan produceren. Eind volgend jaar wordt duidelijk hoe de bouwers van de centrales zullen worden geselecteerd. Vooralsnog maken de enige Europese producent (het Franse EDF) en bedrijven uit de Verenigde Staten, Zuid-Korea en Japan kans.
Na afloop van de ministerraad vrijdag zei Jetten dat voor Borssele gekozen is onder andere omdat daar al een kerncentrale staat en er dus „veel kennis en expertise” aanwezig is. Ook is er voldoende ruimte. Jetten is verder hoopvol over het lokale „draagvlak”. De provincie Zeeland heeft al gezegd er open voor te staan. Jetten: „Kernenergie is al vele decennia een heel heet onderwerp, en het is belangrijk dat de lokale bevolking er achter staat.” De afgelopen tijd is hij daarom in gesprek gegaan met onder anderen de burgemeester van Borsele en lokale inwoners.
Naast Borssele blijft ook de Rotterdamse Maasvlakte een mogelijke locatie. Een derde locatie, het Groningse Eemshaven, is eerder om politieke redenen afgevallen. Met netbeheerder Tennet wordt onderzoek gedaan naar de beste locatie voor het stroomnetwerk.