De twee nieuwe kerncentrales die vermoedelijk in Borssele komen te staan, zullen zeker niet door Chinese of Russische bedrijven gebouwd worden. Ook is het uitgesloten dat deze landen de brandstof (uranium) gaan leveren. Dit stellen bronnen rond het kabinet. China en Rusland bouwen wereldwijd verreweg de meeste centrales.
Energieminister Rob Jetten (D66) maakte vrijdag bekend dat de twee centrales in 2035 9 tot 14 procent van de stroomproductie voor hun rekening moeten gaan nemen. Daarnaast heeft het kabinet besloten dat Borssele, nu nog de enige kerncentale in Nederland, niet in 2033 wordt gesloten, zoals aanvankelijk het plan was. De dan zestig jaar oude centrale kan volgens Jetten ook daarna nog „veilig in bedrijf blijven”.
Terwijl Borssele jaarlijks 3,8 terawattuur (TWh) aan stroom produceert – ruim 3 procent van de vraag – zullen de nieuwe centrales gezamenlijk zo’n 24 TWh gaan produceren. Eind volgend jaar wordt duidelijk hoe de bouwers van de centrales zullen worden geselecteerd. Vooralsnog maken de enige Europese producent (het Franse EDF) en bedrijven uit de Verenigde Staten, Zuid-Korea en Japan kans. Ook wordt dan duidelijk hoeveel geld de overheid in het project gaat steken. Steun van het Rijk is in elk geval noodzakelijk, volgens het kabinet.
Naast Borssele blijft ook de Rotterdamse Maasvlakte een mogelijke locatie. Een derde locatie, het Groningse Eemshaven, is eerder om politieke redenen afgevallen. Onder meer met netbeheerder Tennet wordt verder onderzoek gedaan naar de beste locatie.
Vier vragen over dit historische besluit.
1. Waarom gaat Nederland weer kerncentrales bouwen?
Het kabinet ziet grote voordelen in de productie van meer kernenergie: de stroomproductie gebeurt CO2-vrij, reactoren nemen weinig ruimte in beslag in vergelijking met wind- en zonneparken én ze hebben geen Russisch, Gronings of Qatarees gas nodig.
Tot nu toe heeft kernenergie in Nederland nooit een vlucht genomen, anders dan in buurlanden. Frankrijk is al jaren gewend aan zijn bijna zestig kerncentrales, het Verenigd Koninkrijk produceert zo’n 20 procent van zijn stroom met kernenergie en ook Duitsland en België beschikten decennialang over de nodige reactoren.
Sinds de sluiting van kerncentrale Dodewaard in 1997 staat het relatief kleine Borssele er in Nederland alleen voor. Kernenergie was tot de komst van dit kabinet alleen welkom als de initiatiefnemers financieel hun eigen broek konden ophouden. Geïnteresseerde bedrijven of investeerders hoefden in elk geval niet op financiële steun of garanties van de overheid te rekenen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data94410084-45f6da.jpg|https://images.nrc.nl/p5rAKDMRHDyvax1eok-mdkmfzHw=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data94410084-45f6da.jpg|https://images.nrc.nl/N9A2Q_UfzkKPSdHD33MTUwPxNuo=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data94410084-45f6da.jpg)
De marginale rol van kernenergie heeft vooral met de Groningse gasproductie te maken die in de jaren zestig opkwam. Gascentrales zorgen sinds jaar en dag voor de meeste stroom, aangevuld met kolencentrales. In 2030 komt ruim 80 procent van de stroom uit zon en wind en vooral bij grijs en windstil weer, zoals de afgelopen weken, zullen diezelfde gascentrales moeten bijspringen.
Dat bijspringen heet in het energiesysteem het noodzakelijke ‘regelbare vermogen’. Die rol moet volgens het kabinet na 2035 deels door kerncentrales worden overgenomen.
Kerncentrales zijn in staat om veel stroom te produceren, maar zijn – anders dan gascentrales – veel te duur en technisch ongeschikt om slechts af en toe te draaien. Maar het kabinet ziet nog een nieuwe rol voor kernenergie: voor de productie van waterstof is heel veel stroom nodig. Deze energiedrager kan een belangrijk alternatief voor fossiele brandstoffen worden, voor de industrie maar bijvoorbeeld ook voor zwaar transport. Lastig aan deze discussie is dat de centrales er niet voor 2035 zullen staan. En wie weet hoe het energielandschap er dan uitziet?
2. Is er voldoende steun voor de nieuwe centrales?
Sinds drie jaar staat kernenergie weer op de politieke agenda en daarbij heeft voormalig VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff een belangrijke rol gespeeld. In het Klimaatakkoord uit 2019 kwam kernenergie amper aan bod en dat was voor Dijkhoff aanleiding om nieuwe centrales op de politieke agenda te zetten.
Volgens het coalitieakkoord uit 2021 kan „kernenergie in de energiemix een aanvulling zijn”. Dat klinkt voorzichtig, maar in hetzelfde akkoord worden de bouwplannen voor twee nieuwe centrales ontvouwd.
Over een politieke meerderheid hoeft minister Jetten zich geen zorgen te maken. Behalve de coalitiepartijen zijn alle rechtse partijen (van SGP tot PVV en JA21) voorstander van nieuwe centrales.
En de burger? Dat is niet helemaal duidelijk, want veel recente onderzoeken zijn er niet. Uit een opiniepeiling van I&O onder 1.100 Nederlanders bleek vorig jaar 51 procent voorstander te zijn van meer centrales, terwijl een kwart zich daartegen verzet.
De argumenten tegen kernenergie zijn bekend: het zadelt de wereld nog eeuwen op met een kernafvalprobleem. Ook de veiligheid is nog altijd een issue, hoewel de statistische kans op ongelukken de afgelopen tijd serieus is verlaagd. Een reëel risico, blijkt uit buitenlandse ervaringen, is het uit de hand lopen van de kosten en de bouwperiode. Om deze risico’s te beperken kiest het kabinet voor centrales van de derde generatie (III+), waarvan al een aantal in het buitenland in bedrijf is.
Kerncentrales zetten de discussie over verduurzaming op scherp, dat is nergens zo duidelijk als in de Tweede Kamer. Tegelijkertijd kan de komst van ‘Borssele 2 en 3’ er ook voor zorgen dat meer mensen, ook uit de conservatieve hoek, het klimaatbeleid gaan steunen als kerncentrales deel uitmaken van de energiemix.
3. Welke plannen hebben andere landen?
„Iedereen wil nucleair.” Een gezaghebbende Britse energie-expert gebruikte onlangs weinig woorden om het volgens hem snel veranderende internationale speelveld te beschrijven. Wereldwijd zet een groeiend aantal landen in op kernenergie, omdat ze hun CO2-uitstoot willen terugdringen – en in het geval van Europese landen ook omdat ze nu zonder Russisch gas zitten. Het gaat om onder meer Canada, Polen, de VS, Finland, Japan, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en India.
Ook het Internationaal Energieagentschap (IEA) schrijft in zijn laatste marktrapport „een nieuwe dageraad” te zien voor kernenergie. Wereldwijd zijn er op dit moment zo’n zestig reactoren in aanbouw. Wat dat betreft volgt Nederland dus de kudde.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data90309806-845a28.jpg)
Al zijn er ook landen die kernenergie juist niet meer zien zitten. Buurlanden België en Duitsland stoppen ermee – niet zonder slag of stoot. Het IEA verwacht dat de totale nucleaire stroomopwekcapaciteit tot en met 2050 verdubbelt. Die groei is wel ongelijk verdeeld: China neemt het leeuwendeel voor zijn rekening. In westerse landen groeit de productiecapaciteit ‘slechts’ met 10 procent.
4. Wie gaat dit betalen?
Kerncentrales zijn duur, vergeleken met bijvoorbeeld kolen- of gascentrales. En niet alleen om te bouwen, er is ook veel geld nodig om ze aan het einde van hun levensduur weer te ontmantelen – gemiddeld een derde van de bouwkosten. Over de definitieve sloop van de kerncentrale Dodewaard, ruim 25 jaar geleden gesloten, woedt nog altijd een juridische strijd.
Het prijskaartje van de bouw van een ‘doorsnee’ kerncentrale bedraagt zeker 10 miljard euro. Maar de uiteindelijke kosten bedragen door allerlei financiële tegenvallers geregeld veel meer – de bouw van een kerncentrale is een notoir grillig proces. De omvangrijke Britse kerncentrale in aanbouw Hinkley Point C zou aanvankelijk 22 miljard euro kosten. Dat wordt nu eerder 31 miljard. Een nieuwe kerncentrale in Frankrijk, Flamanville, zou oorspronkelijk in 2012 gereed moeten zijn, maar dat wordt op zijn vroegst 2025. De geschatte kosten waren oorspronkelijk 3,4 miljard euro. Inmiddels is dat 19 miljard.
Jetten heeft nog weinig financiële details verstrekt, maar vaststaat dat hij private investeerders nodig heeft. Het kabinet stelt in ieder geval 5 miljard euro ter beschikking. Dat geld is in eerste instantie bedoeld voor de voorbereidende fase, bijvoorbeeld voor milieueffectrapportages. Daarna moet er mogelijk nog geld bij voor een belang in de centrale zelf, of voor subsidies of andere garanties. Veel exploitanten eisen dat. De Britse overheid heeft, om Hinkley Point C financieel haalbaar te maken, de exploitant garanties gegeven dat die de komende 35 jaar een relatief hoge stroomprijs ontvangt. Als de marktprijs straks weer zou gaan dalen, kan dat gigantisch in de papieren gaan lopen.
Juist het vinden van investeerders is een pikant punt. Mede vanwege alle onzekerheden rond de bouw waren geldschieters de afgelopen jaren niet happig om geld te steken in nieuwe centrales. Jetten zegt niettemin vertrouwen te hebben geput uit een rondgang bij financiële partijen afgelopen jaar.
Exploitant EPZ van de bestaande kerncentrale in Borssele zei twee jaar geleden de bouw van twee nieuwe centrales wel aan te durven, mits de overheid het ‘marktrisico’ af zou dekken. Pensioenfonds ABP noemt kernenergie „een dilemma”, hoewel het de rol van centrales in de energietransitie erkent. „Maar tegelijkertijd blijft het probleem van afval, ontmanteling, kosten en veiligheid.”