Reportage

Het Nederlands elftal is een groepswinnaar zonder glans na de zege op Qatar

WK in Qatar Het Nederlands elftal won van Qatar (2-0), maar het spel was opnieuw ondermaats. Louis van Gaal zoekt nog altijd naar zijn ideale opstelling. Zaterdag volgt de achtste finale.

Eerherstel. Daar was het Oranje vooral om te doen in de laatste groepswedstrijd tegen Qatar. Dat lukte slechts ten dele. Het Nederlands elftal plaatste zich na een overwinning (2-0) in het Al Bayt-stadion van Al Khor als groepswinnaar voor de achtste finales van het WK, maar daarmee is dan ook vrijwel alles gezegd. Het spel van Oranje was voor de derde keer ondermaats. Al zag bondscoach Louis van Gaal het toch positief in. „We hebben weinig kansen weggegeven, het was vooral in balbezit beter dan in de wedstrijd tegen Ecuador”, zei hij na afloop. „We hebben gewoon gedaan wat we moesten doen. Het doel is bereikt. We zijn er zonder kleerscheuren doorgekomen.”

Het Nederlands elftal koesterde de hoop dat het zwakke optreden tegen Ecuador (1-1) slechts een incident was. Vooraf was het voor iedereen duidelijk dat Qatar met een andere instelling moest worden bestreden. Met meer agressie. Met meer passie. Met meer overtuiging. Het kwam er allemaal niet of nauwelijks uit. Oranje trad Qatar met een te laag tempo tegemoet. Het was wel genoeg om het zwakste land van de 32 deelnemers te verslaan. De nummer vijftig van de FIFA-ranking. Vergelijkbaar met landen als Burkina Faso en Venezuela.

Bravoure

Drie keer een zeer matig optreden en toch door naar de knockout-fase. In dat opzicht is het misschien het beste vergelijkbaar met het WK van 1990 in Italië. Destijds zag Oranje zich als de Europees kampioen van 1988 als een kanshebber voor de wereldtitel, maar was het goede gevoel na gelijke spelen tegen Egypte (1-1), Engeland (0-0) en Ierland (1-1) wel verdwenen. West-Duitsland verloste Nederland 32 jaar geleden uit zijn lijden. Zover is het nog niet. Oranje krijgt zaterdag een kans om zich bij de laatste acht te scharen.

Het ontbrak Oranje dit keer vooraf ook niet aan bravoure. In aanloop naar het WK riepen bondscoach Van Gaal en directeur betaald voetbal Marianne van Leeuwen in koor dat Oranje in Qatar voor het allerhoogste gaat. Ze zagen dat als het uitspreken van een gezonde ambitie. Het lijkt meer weg te hebben van zelfoverschatting. Op basis van het vertoonde spel maakt Oranje tot dusver geen aanspraak om zich tot de titelkandidaten te mogen rekenen.

Van het elftal dat zich onder Van Gaal in de Nations League tegen België en Polen met dominant en aanvallend voetbal wist te onderscheiden is een paar maanden later weinig over. Vooral het gebrek aan creativiteit is schrijnend. Oranje is een fantasieloos elftal dat zelfs landen als Senegal, Ecuador en Qatar met een behoudende spelopvatting tegemoet treedt. Al ziet Van Gaal dat zelf anders. De bondscoach vindt zijn 1-5-3-2-formatie ‘aanvallend ingesteld’ en is er nog steeds van overtuigd dat hij op 18 december met Oranje in de WK- finale kan staan.

Lees ook: over de vleugelspelers van Oranje, die belangrijk zijn maar slechte statistieken overleggen tijdens dit WK

Voor Van Gaal zijn twee sleutelbegrippen doorslaggevend: ‘vorm’ en ‘leveren’. Met andere woorden: de bondscoach geeft de voorkeur aan voetballers die goed in hun vel steken én uitvoeren wat hij van hen verlangt. Slechts een handvol spelers – Andries Noppert, Nathan Aké, Virgil van Dijk, Frenkie de Jong, Davy Klaassen en Cody Gakpo – voldoet dit WK aan de twee criteria. Andere internationals zijn uit vorm of zijn, zoals Memphis Depay, fysiek niet fit genoeg om negentig minuten lang te presteren.

Van Gaal houdt keer op keer vast aan zijn speelwijze, maar is wel drie keer met een verschillend basiselftal begonnen. De bondscoach wisselde in alle linies van spelers. Tegen Qatar wijzigde hij Oranje wederom op twee plekken in vergelijking met de wedstrijd tegen Ecuador. Dit keer kregen Marten de Roon en Memphis Depay een basisplaats in plaats van Teun Koopmeiners en Steven Bergwijn. Het geeft aan dat Van Gaal nog altijd zoekende is naar zijn ideale elftal.

Oranje speelde tegen Qatar een ‘schaakwedstrijd’ en had moeite om openingen te vinden. Efficiënt was het wel. Nederland had aan twee momenten genoeg om de winst te pakken. Alleen in dat opzicht nam Oranje sportieve revanche na de offday tegen Ecuador, dat na een nederlaag tegen Senegal (2-1) is uitgeschakeld.

Louis van Gaal houdt keer op keer vast aan zijn speelwijze, maar is drie keer met een ander basiselftal begonnen

‘Je wint niet zomaar met 5-0’

Davy Klaassen stond twee keer met een knappe pass aan de basis van een goal en werd verkozen tot man van de wedstrijd. In de 27ste minuut bracht de aanvallende middenvelder Gakpo in stelling, die met overtuiging raak schoot. Zijn derde doelpunt alweer op dit WK. Vier minuten na rust gaf Klaassen een lange voorzet op Depay wiens schot door doelman Meshaal Barsham werd gekeerd, maar door Frenkie de Jong werd binnengelopen.

Het Nederlands elftal dacht in de 68ste minuut nog via een intikker van invaller Steven Berghuis op 3-0 te komen, maar de videoscheidsrechter had hands bij Gakpo geconstateerd. Onder gejuich van de Qatarezen werd het doelpunt geannuleerd. Verder had de aanhang van het gastland niets te vieren gehad tijdens het laatste WK-optreden. En de paar honderd fans van Oranje hadden ondanks de overwinning ook weinig reden om een feestje in Doha te vieren.

Klaassen was na afloop opgelucht dat Nederland als groepswinnaar verder gaat in Qatar. Hij pareerde de kritiek op de uitvoering en stelde dat vrijwel geen enkel land op het WK makkelijk te verslaan is. „De tijd dat je zomaar even een tegenstander met 5-0 verslaat is wel voorbij.” Ook Van Gaal wees kritische vragen van de media af. „Ik betwijfel of mensen ons spel niet goed vinden. Ik denk dat ze juist trots zijn op onze prestaties.”