Opinie

Mensen gaan boven economische belangen

Fossiele industrie Olie- en gasbedrijven zoals Shell moeten rekenschap afleggen over het verleden in Nederland én in Nigeria, vindt
Een Shell logo op een billboard bij het dorp Ikarama in Nigeria.
Een Shell logo op een billboard bij het dorp Ikarama in Nigeria. Foto MARTEN VAN DIJL / ANP

De vier Nigeriaanse vrouwen die Shell in Den Haag voor het gerecht sleepten, staken hun procedure. De echtgenoten van de vrouwen maakten deel uit van de Ogoni Nine, een groep anti-olieactivisten die in 1995 werden opgehangen na een rechtszaak die wereldwijd werd gezien als een schijnproces.

De vrouwen staken de procedure niet omdat zij plots geloven dat Shell niet heeft geholpen valse getuigenissen te leveren die leidden tot de executie van hun echtgenoten in Nigeria, zoals hun claim luidde. Ze zien simpelweg geen mogelijkheid meer, na jarenlange juridische pogingen in zowel de VS als in Nederland, om bescherming te vinden tegen de onvermijdelijke consequenties van de vernietigende logica van winst boven mensen. Ondanks een schikking binnen een van deze Amerikaanse rechtszaken heeft de multinational altijd volgehouden geen enkele verantwoordelijkheid te dragen voor de verschrikkelijke en ‘tragische’ gebeurtenissen in de Niger Delta.

Extra wrang

De aankondiging van de Nigeriaanse eiseressen eerder deze maand komt op een betekenisvol moment, omdat het precies 27 jaar geleden is dat hun echtgenoten in het geheim werden geëxecuteerd. Maar de timing is extra wrang omdat in het huidige tijdsgewricht in Nederland juist steeds meer erkend wordt dat de fossiele industrie vaak een kwalijke rol speelt.

De gaswinning in Groningen moest in weerwil van de belangen van de bewoners doorgaan. Door de parlementaire enquête weten we hoe politieke en bestuurlijke sleutelfiguren de belangen van bewoners structureel ondergeschikt maakten aan het financiële belang van zowel de commerciële partijen (ExxonMobil en Shell) als de staat. Deze getuigenissen laten vele parallellen zien met de geschiedenis in de Niger Delta: ze wijzen ons op de gevaren van de verstrengelde relatie tussen fossiele industrie en staatsinstellingen. Het militaire regime van Sani Abacha executeerde de onschuldige milieu- en mensenrechtenactivisten (op 10 november 1995), waaronder de beroemde Ogoni-leider en dichter Ken Saro-Wiwa, zodat „de olie kon blijven stromen”. Shell had hier alle belang bij en speelde volgens de eiseressen in de rechtszaak een directe rol in dit menselijke drama.

Compensatie van de geleden schade niet alleen een kwestie van geld

In de kern komen de drama’s die zich afspeelden in zowel Groningen als de Niger Delta voort uit eenzelfde probleem. Mensen die schade ondervinden in zogenaamde ‘winningsgebieden’ moeten het afleggen tegen het economische belang van zowel de staat, fossiele bedrijven en de publieke welvaart. Die welvaart werd lange tijd gemeten aan de hand van zeer beperkte criteria, terwijl bedrijven dit soort menselijke en ecologische kosten jarenlang konden afschrijven onder het kopje ‘externaliteiten’.

Historisch nauwe banden

Shells maatschappelijk verantwoord ondernemen doctrine ‘social license to operate’, voortgekomen uit onder meer de lessen van Nigeria, heeft het drama in de eigen achtertuin in Groningen niet kunnen voorkomen. Niet alleen voor de Nigeriaanse vrouwen, maar ook voor Nederlandse burgers is het nagenoeg onmogelijk Shell verantwoordelijk te houden en bescherming te vinden van de staat. Multinationale olie- en gasbedrijven zoals Shell onderhouden historisch nauwe banden met de overheden onder wier vlag zij opereren. Denk hierbij aan koloniale voorlopers van Shell zoals De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Nederlandsch Indië, maar ook de proto-multinationals zoals de VOC. Winst boven mensen – in Nigeria en in Groningen, toen en nu.

Uiteindelijk gaat het om erkenning en gerechtigheid. Daarbij is herstel en compensatie van de geleden schade niet alleen een kwestie van geld, maar van openheid, waarheid en rekenschap. Terwijl in Nederland een eerste stap is gezet rond de gaswinning in Groningen blijft de vraag in Nigeria echter onbeantwoord.

Shell is verre van de enige, en wellicht ook niet de ergste van de olie- en gasbedrijven die zich deze vraag zou moeten aantrekken. Maar als onlosmakelijk onderdeel van onze Nederlandse geschiedenis, en de gedeelde geschiedenis met Nigeria, zou Shell deze exercitie wel in Nederland én in Nigeria moeten volbrengen.

Laten we beginnen met de waarheid, en erkenning aan de vier weduwen, die net als de Groningse gedupeerden van de gaswinning jarenlang hebben gewacht en gestreden, om die boven tafel te krijgen.