‘Rotterdamse zomerfestivals mogen straks langer doorgaan’

Flexibeler eindtijden voor festivals, meer ruimte voor kleinere evenementen, en grotere festivals investeren met de gemeente in parken en festivalterreinen. Dat zijn de drie belangrijkste aanbevelingen uit het onderzoek van de werkgroep Evenementenbeleid van de gemeenteraad, die ze 23 november presenteert aan burgemeester Ahmed Aboutaleb en wethouder Saïd Kasmi (D66, evenementen).

De afgelopen maanden deed een speciale werkgroep onder leiding van Marike Abrahamse (VVD) en met Judith Bokhove (GroenLinks), Joan Nunnely (D66) en Donatella Schalm-Civile (Volt) onderzoek naar het evenementenbeleid van de gemeente Rotterdam. Aanleiding was de Pleinbioscoop die onverwachts niet kon doorgaan vanwege problemen met de vergunningsaanvraag. Meer evenementenorganisatoren hadden last van nieuwe, strengere gemeenteregels.

Lees ook Niet nog zo’n zomer: de Rotterdamse festivals hekelen strengere regels

De notitie wordt 23 november aan het college en de raad gepresenteerd. De raadsleden voerden hun onderzoek uit in opdracht van de raadscommissie waar evenementenbeleid op de agenda staat. De werkgroep sprak met wijkraden, evenementenorganisatoren, Rotterdam Festivals én omwonenden. Wat leverde dat op?

1 Flexibeler eindtijden

De strikte eindtijden moeten aangepast. De eindtijd was dé reden waarom de Pleinbioscoop niet doorging. Alle evenementen moeten nu om 23.00 uur afgelopen zijn, terwijl de Pleinbioscoop pas een film kan vertonen als het donker is. Voor evenementen met weinig geluid, zoals de Pleinbioscoop waarbij mensen met een koptelefoon de film bekijken, wil de werkgroep de eindtijd oprekken tot 00.00 uur. Als de buurt akkoord is, kan het nog later. Abrahamse: „zo zijn bioscopen, maar evenementen als een Iftar geholpen. Zij liepen ook tegen die eindtijd aan, bleek uit de adviezen van wijkraden.” Eind 2023 volgt een evaluatie. „We willen meer maatwerk, in overleg met de buurt.”

2 Meer ruimte voor kleinere en buurt-evenementen

De locatieprofielen, waarin de gemeente vastlegt hoeveel en welke soort evenementen in een gebied mogen plaatsvinden, bieden te weinig ruimte voor kleinere evenementen die weinig geluidsoverlast veroorzaken en voor buurtevenementen. „In veel buurten waren de plekken voor evenementen vaak al snel vergeven”, zegt Abrahamse. De gemeente heeft onderschat hoe vaak zulke evenementen georganiseerd worden.” De werkgroep wil meer plek voor kleinere en buurtevenementen.

De wet biedt al een uitweg voor de locatieprofielen. Via de aanvraag van een omgevingsvergunning kunnen evenementen een uitzondering krijgen. Alleen lopen kosten daarvan al gauw op tot 3.000 euro, wist Abrahamse van organisaties. Dat is, met name voor de kleinere clubs, te duur. „Daardoor kunnen op dit moment nog veel evenementen niet doorgaan.” Voor een omgevingsvergunning moeten organisatoren onder andere geluidsoverlast en flora en fauna op de beoogde locatie laten onderzoeken. De werkgroep wil de gemeente ook vragen die onderzoeken zélf uit te voeren voor bepaalde gebieden, zodat het aanvragen van een omgevingsvergunning goedkoper wordt voor organisatoren.

Ook gaat de werkgroep de gemeente vragen of organisatoren een omgevingsvergunning voor meerdere jaren in één keer kunnen aanvragen, om zo kosten te drukken. De werkgroep wil Rotterdam Festivals ook een grotere rol geven bij het helpen van de kleinere evenementen. Abrahamse: „juist zij hebben moeite met het vinden van de weg in al die vergunningen.”

3 Samen investeren in parken

Uit gesprekken die de werkgroep voerde, bleek ook dat grotere organisatoren bereid zijn met de gemeente te investeren in de festivalparken. De werkgroep wil de gemeente laten onderzoeken wat daarin de mogelijkheden zijn. In parken als het Vroesenpark, waar na protesten van omwonenden geen grote festivals meer geboekt staan, was na festivals enkele keren veel schade. Met die investeringen kan de ondergrond bijvoorbeeld steviger gemaakt worden, zodat het park een festival beter kan dragen.