Opinie

Ik laat me niet langer voor de gek houden

Column Amsterdam

Auke Kok

Daar stond ze dan, het meisje in de deuropening. Begin twintig, kwieke oogopslag. Type fris en slim, een studente natuurlijk. Of ik donateur van een goed doel wilde worden. Daar gingen we weer. Ik had mijn vorige stukje over collecterende studenten nog niet geschreven of ik kon weer aan de bak. Weer dat ongemak van me niet langdurig willen vastleggen (ik doe al vrij veel, vind ik zelf) maar ook niet willen wegsturen. Opnieuw vragen of ik geen eenmalige storting kon doen en horen dat zoiets niet gaat.

Net als vorige week op de Westerstraat die vasthoudendheid van de collectant tegenover me. Weer die cocktail van irritatie en bewondering in mijn hoofd.

Enfin: ik opnieuw door de bocht en daar verdwenen mijn persoonlijke gegevens weer in een tablet. „En, o ja”, zei de studente, „hoe hoog acht u de kans dat u langere tijd donateur van SOS Kinderdorpen zult blijven?”

„Die kans is dus heel klein”, antwoordde ik. „Omdat ik liever eenmalig zou storten, geef ik mij op en meld ik mij vervolgens snel weer af.”

Nederlands nummer één in vrijgevigheid: Urk. Nummer laatst: Amsterdam. Dat u ’t weet

Nu begon de frisse en slimme meid ineens heel verdrietig te kijken. „U zult morgen worden gebeld door SOS en als u dat dan zegt, is dat slecht voor mijn rating.”

Ook dat nog. Besluit je toch maar die hele digitale rimram van geboortedata en bankrekeningnummers voor lief te nemen, krijg je ook nog de natte dweil van de ratingmaatschappij naar je hoofd geslingerd.

Die arme lieve vrijwilligers van de charitas worden opgejut met ratings!

Nou, toch niet. Weer een dag later kwam Follow the Money met een verhaal over deze praktijken. De ‘vrijwilligers’ die ons op straat aanspreken, werken betaald voor commerciële salesbureaus. Hun scoringsdrift komt voort uit gewiekste marketing.

Juist in de grote steden zie je dit veel, las ik elders. In dorpen kent men de collectanten vaak persoonlijk en daar zijn de opbrengsten dus veel hoger. Waar de seculiere en anonieme Amsterdammer met een arsenaal aan sociale trucs moet worden verleid, geeft de plattelander (vooral de protestantse) uit zichzelf een hoop.

Nederlands nummer één in vrijgevigheid: Urk. Nummer laatst: Amsterdam. Dat u ’t weet.

Nu schijnen onze flats en woningblokken niet zo populair te zijn onder collectanten: de intercoms houden hen op afstand. Dat verzacht het leed van Amsterdams beroerde reputatie wellicht een beetje. Maar ik laat me niet langer voor de gek houden door al die quasi-vriendelijke, zorgvuldig getrainde jongelui voor de supermarkt en op mijn stoep.

Enkele charitatieve stichtingen die ik belde gaven het ronduit toe: de studenten krijgen de opdracht om vaste donateurs te werven. Voor de organisaties is dat handiger en lucratiever dan losse bijdragen. Maar wie alle bijbehorende verplichtingen niet wil, zoals ik, die kan gewoon naar de website van een goed doel gaan en eenmalig storten.

Zo simpel kan het zijn. Fijn om te weten! Mijn standaard antwoord – „ik maak wel wat over!” – ligt panklaar voor elke student die mij nu nog aanspreekt.

Auke Kok is schrijver en journalist.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.