Het geluk ligt op de boekenmarkt

Boeken in de stad | Amsterdam Guus Luijters schrijft op gezette tijden over boeken en boekhandels in Amsterdam.

Boeken in de stad

Op de wekelijkse boekenmarkt op het Spui kent iedereen iedereen. De handelaren kennen elkaar en hun klanten en hun klanten kennen elkaar en iedereen praat met iedereen en altijd over boeken. Op de boekenmarkt hoef je elkaar trouwens niet te kennen om met elkaar te kunnen praten. Wat dat betreft zijn boekenliefhebbers als vogelaars. Je staat naar het water te turen en de man die naast je is komen staan, zegt, „middelste zaagbek, denk?” Jij knikt en je lult een tijdje tegen elkaar op en dan ga je er zonder plichtplegingen van tussen.

Op de boekenmarkt gaat het net zo. „Ga jij wel eens bij die meeneemkast in het Niod kijken?” zegt de man die Het verdwenen getto van Jaap Meijer doorbladert tegen me. „Als ik bij het Niod moet zijn”, zeg ik, „hoezo?” „Laatst stond het Weinreb Rapport er”, zegt de man, „maar ik was op de fiets en ik had geen tas bij me.” „Da’s pech”, zei ik, „maar wie weet, misschien staat het er nog.” „Denk je?”, zei hij hoopvol.

Terwijl hij zich richting Hoppe spoedde, was ik bij Marcels kraam van antiquariaat Fenix aangeland, waar ik bijkans een woedeaanval van vreugde kreeg, want voor mij lagen twee van de begeerlijkste boeken die ik ooit heb gezien; maar waarom, verdomme, had Marcel me niet verteld dat hij ze had? Toevallig was ik net op tijd, maar wat als ik 10 minuten later was gekomen, dan waren ze misschien weg geweest en was ik voor altijd ongelukkig. Het betrof de fraai ingebonden jaargangen 1909 en 1910 van La Revue de l’aviation. In ieder boek over de geschiedenis van de luchtvaart zit een hoofdstuk over de begintijd, met altijd dezelfde fraaie foto’s van de gebroeders Wright, Santos-Dumont en Blériot, maar in dit blad kun je, als zat je op de eerste rij, de ontwikkelingen in de luchtvaart van die dagen stap voor stap volgen. Honderden foto’s, van één-, twee-, drie- en vierdekkers, van verschrikkelijke crashes, van stipjes aan de hemel, waarover het bijschrijft meldt dat hier het wereldhoogterecord wordt verbeterd, met maar liefst 7 meter. Grote propellers, kleine, uit latten en linnen en touwtjes opgetrokken vliegtuigen, vliegtuigen waarvan je niet weet of ze vooruit of achteruit vliegen, en niet alleen Santos-Dumont in zijn Demoiselle of Blériot in zijn Blériot, maar alle piloten van die dagen.

Ook in ieder nummer: een aflevering van Chronique, een soort roddelrubriek over het wel en wee van de vliegerij, met opmerkelijk veel belangstelling voor de vrouwelijke piloten. En dan de advertenties, voor echte vliegtuigen, maar ook voor schaalmodellen, catalogus op te vragen bij Aviator, 62, avenue de la Grande-Armée, Paris, téléphone 532-90. Ik heb meteen gebeld. Het geluk ligt op de markt.

Guus Luijters schrijft op gezette tijden over boeken en boekhandels in Amsterdam.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.