Wat een heerlijke suggestieve titel heeft het nieuwe boek van Isol, Steekje los. Vooral in combinatie met de cover van een borduurwerk in rode kruissteken waarop een nieuwsgierig makend tekeningetje van een eigenzinnig meisje met naald en draad is geplakt. Haar cartooneske voorkomen verraadt overigens direct al dat Steekje los geen doe- of knutselboek 2.0 is, voor zover zo’n boek überhaupt te verwachten zou zijn van de Argentijnse prentenboekenmaker en winnaar van de Astrid Lindgren Memorial Award 2013. Nee, dit is gewoon fictie, alhoewel je het boek moeilijk ‘gewoon’ kunt noemen: de manier waarop Isol een traditioneel Palestijns borduurwerk gebruikt om haar verhaal over Lila te vertellen die altijd alles kwijtraakt, is volstrekt uniek en bevestigt haar status als grensverleggende prentenboekenmaker.
Doordat Isol overtuigend vertrekt vanuit Lila’s heldere en fantasievolle kinderblik, gaat dat verleggen van die grenzen heel prettig terloops. Zo schetst de openingsspread zelfs een ronduit alledaags tafereel: Lila luistert met een rake, dik aangezette schuldbewuste blik naar haar moeder die zegt dat ze zuiniger op haar spullen moet zijn. Waarna Lila schuld ontkent en uitlegt dat het niet aan haar ligt dat alles verdwijnt. Daar waar wij wonen, zegt ze, ziet het er weliswaar opgeruimd en netjes uit, zoals oma’s borduurwerkjes, maar er is ook nog een ‘Andere Kant’, […] ‘vol knopen, loshangende draden en rare dieren’. Daardoor, beargumenteert het kind, zijn er wat steekjes in onze wereld losgeraakt en gaten ontstaan waar dingen doorheen vallen - natuurlijk vooral die van haarzelf.
Olijfgroene ondergrond
Een borduurwerk als metafoor voor (het mysterie van) onze wereld, het klinkt misschien wat gezocht, maar bij Isol werkt het fantastisch goed. De regelmatige helderode borduurpatronen op een deels zwarte en deels olijfgroene ondergrond waarop getekende mensfiguurtjes speels oplichten, suggereren als bijna vanzelfsprekend het sympathieke, verzorgde dorpje waarover Lila vertelt. Niet minder geloofwaardig is die ‘Andere Kant’ van het borduursel, waar de contouren van het dorp zo vaag zijn dat je moeiteloos meegaat in Lila’s imaginaire wereld. Haar eigen uitleg dat ‘die kant erg rommelig is’ en het dus ‘moeite kost om te begrijpen wat je ziet’ helpt daar trouwens enorm bij.
Met al die losse eindjes aan de achterkant weeft Lila feitelijk nieuwe verhalen met nieuwe vergezichten. Dat levert fraaie evocatieve illustraties op. Zoals die waarop ze dobberend in een bootje in het ‘allerdiepste van de rivier’ landschappen probeert te ontdekken. De zwarte pagina’s met enkel het lichtgekleurde bootje en hier en daar wat visachtige kruissteekjes roepen passend een mysterieuze sfeer op en prikkelen de verbeelding. Hetzelfde geldt voor het treffende beeld van het bos aan de dorpsrand: de wirwar van zwarte draden schrikt af, tegelijkertijd nodigen de openingen uit om het dradenbos te ontwarren en ordenen.
Dubbelzinnig spel
Precies dat is wat Lila van plan is: met ‘een grote naald, een stevige draad en een schaar’ wil ze de gaten in de wereld dichtnaaien, zodat niks meer verloren gaat. Dat haar moeder minder overtuigd is van haar sterke staaltje kinderlogica en het ‘briljante idee’ dan zijzelf, maakt Lila niets uit. Met een plattegrond trekt ze eropuit en gaat aan de slag. Heel vernuftig speelt Isol vervolgens een humorvol en spannend dubbelzinnig spel met de letterlijk en figuurlijk mistige grens tussen Lila’s alledaagse werkelijkheid en haar fantasiewereld.
Zal het Lila lukken de gaten te dichten? Het (onbenoemde) flonkerende bolletje rode garen dat uiteindelijk vanuit het bos naar haar komt toe rollen en de verrassende, geestige epiloog bewijzen in ieder geval dat er sowieso zoiets als een ‘Andere Kant’ bestaat. En dat je met draad en naald, potlood en pen en een innovatieve geest de meest buitengewone en kleurrijke werelden kan scheppen waarin je bovendien je ogen uitkijkt. Die gaten in onze werkelijkheid, kunnen we die dan maar niet beter openhouden?