De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft zestien artsen een boete opgelegd, omdat zij coronapatiënten medicatie voorgeschreven die niet is toegestaan. Zij bevolen tijdens de coronapandemie het middel ivermectine of (hydroxy)chloroquine aan voor de behandeling van coronaklachten. Dat meldt de inspectie maandag.
Alle boetes werden in de periode tussen juli en oktober dit jaar uitgeschreven. Een arts die de niet toegestane medicatie zo’n 150 keer voorschreef, ontving met 13.000 euro de hoogste boete. Vorig jaar legde de IGJ één boete op aan een arts die een medicijn voorschreef dat niet voor het coronavirus bedoeld is, aldus een woordvoerder. Toen ging het om een bedrag van 3.000 euro.
Het antimalariamiddel (hydroxy)chloroquine en antiparasietenmiddel ivermectine werden aan het begin van de coronapandemie aangeprezen als middelen tegen coronaklachten. Vorig jaar meldde de inspectie artsen te gaan beboeten die het middel voorschreven aan hun patiënten, omdat inmiddels was bewezen „dat (hydroxy)chloroquine niet effectief is tegen Covid-19 en tegelijkertijd ernstige bijwerkingen kan veroorzaken als hartritmestoornissen”. Ook voor het gebruik van ivermectine is geen wetenschappelijke onderbouwing dat het coronaklachten verhelpt.
In Nederland schrijven artsen in de regel geen geneesmiddelen voor die voor andere ziekten op de markt zijn gebracht. Een uitzondering op de regel is het zogeheten ‘off-label voorschrijven’, maar hiervoor moeten eerst protocollen of standaarden zijn ontwikkeld binnen de beroepsgroep. Dat is bij (hydroxy)chloroquine en ivermectine niet het geval.