Op z’n elfde staat Roel Neijts zenuwachtig op de stoep van het Oertijdmuseum in Boxtel: of hij hier misschien mag komen werken na schooltijd. Museumdirecteur René Fraaije vindt het goed. Roel, gefascineerd door de stenen en fossielen die hij fanatiek verzamelt, leidt bezoekers rond en helpt bij het prepareren van de oeroude botten.
„Hij observeerde alles tot in detail”, zegt Fraaije. „Een leergierig jongetje, dat droop er meteen vanaf.”
Als Roel gaat studeren, biologie in Nijmegen, verliezen ze elkaar uit het oog. Fraaije ziet hem tien jaar later terug bij de verdediging van zijn promotieonderzoek naar de embryonale ontwikkeling van gewervelde dieren aan het Hubrecht Instituut in Utrecht. „Kleine Roel was een meneer geworden. Een wetenschapper. Prachtig om te zien.”
Roel was een enorm talent, zegt Jacqueline Deschamps, zijn wetenschappelijk begeleider en copromotor. Als student valt hij op door zijn „toewijding en enthousiasme”.
„Hij wilde écht weten hoe het leven werkt, vanaf het allerkleinste onderdeel, hij wilde het snáppen. Liet zich niet afschrikken door nieuwe technieken en fietste ’s avonds en in het weekend heen en weer naar het lab om zijn muizenembryo’s en kweekjes nog een extra keer te controleren.”
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/10/data91841313-03faf8.jpg|//images.nrc.nl/wECn3vgkVogAT8BBKkVDdXYRY6A=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/10/data91841313-03faf8.jpg)
Roel Neijts in 1998. Foto Privécollectie
„Hij had alles in zich om een succesvol wetenschapper te worden”, zegt hoogleraar Wouter de Laat, onderzoeksleider van de afdeling aan het Hubrecht, waar Roel de laatste jaren van zijn leven onderzoek doet naar CTCF, een eiwit dat mogelijk een rol speelt bij het ontstaan van kanker. „Je moet een zekere bevlogenheid hebben om het te maken als wetenschapper en Roel was extreem gepassioneerd. Hij las álles, had een ongelooflijke kennis en vond het allemaal fantastisch.”
Na zijn promotie kan hij als postdoc aan de slag op het prestigieuze Institut Pasteur in Parijs – een droomplek voor Roel.
Samen met zijn vrouw, NRC-redacteur Anne Dohmen, en hun oudste twee kinderen woont hij ruim twee jaar in Gif-Sur-Yvette, net buiten Parijs.
Het vaderschap verandert hem, ziet zijn moeder, Nel van Weert. Vlak na de geboorte van de oudste kan ze haar ogen niet van hem afhouden. „Er stond een andere Roel voor me. Een vader die ontplofte van liefde.” De gedreven wetenschapper krijgt er een passie bij: zijn gezin.
„Roel was een fantastische vader”, zegt zijn schoonmoeder Trudy Dohmen. „Toen de kinderen wat ouder waren, maakte hij de meest waanzinnige bouwwerken van Duplo. Wat de kinderen bedachten, ging hij met ze maken. Hij liet ze alles zien: de natuur, de paddestoelen in het bos, de mieren. Hij wilde kennis overdragen, en de schoonheid van het leven.”
Dat ging soms best ver. „Letterlijk elke steen moest worden omgedraaid. Wat zie je nou? Alles moest voortdurend worden onderzocht.”
Voor de kinderen moest alles wijken, zegt zijn moeder. „Kwamen wij na uren in de auto aan in Parijs, wilde hij nét met ze naar buiten. Dus hup, daar gingen we weer. De koffie kwam later wel, zei Roel.”
Frankrijk heeft alles wat Roel mist in Nederland: ruimte, échte natuur, écht lekker brood en een warme lunch op het Institut Pasteur.
Het leven is er beter, vindt hij, en de mensen relaxter. Zijn mede-forensen in de dagelijkse trein naar Parijs lezen bóeken, zegt hij in die tijd lyrisch tegen iedereen die het wil horen. „Parijs was misschien wel de allergelukkigste tijd van zijn leven”, zegt zijn moeder. „Hij wilde helemaal niet terug naar Nederland.”
Pannenkoeken bakken
Een epileptische aanval, uit het niets, maakt in een klap een eind aan dat geluk. Een hersentumor. Verwachte levensduur: tien tot vijftien jaar.
Hoe leef je door met een tijdbom in je hoofd? Voor Roel kan dat maar op een manier: hopen, nee rékenen op een wonder en leven bij de dag. Elke ochtend staat hij op met één voornemen: vandaag wil ik een zo goed mogelijke vader zijn.
En dus bakt hij midden in een chemokuur dertig pannenkoeken op het verjaardagsfeestje van de middelste en hangt hij na een lange dag in het ziekenhuis met een vork over de rand van de wc om de doorgeslikte melktand van zijn dochter te zoeken.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/10/data91803567-fdb952.jpg|//images.nrc.nl/5IXaNORIUjMD951xyJV9CVBcyTQ=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/10/data91803567-fdb952.jpg)
Roel Neijts had twee grote passies: zijn gezin en zijn werk als wetenschapper. Foto Privécollectie
„Rondom de tumor heen functioneren we gelukkig als een heel gewoon gezin”, schrijft Anne in een mail aan familie en vrienden.
Roel benadert zijn ziekte als een wetenschapper. Leest alle publicaties over hersentumoren, slikt verschillende supplementen en probeert mee te doen aan wetenschappelijke experimenten overal ter wereld – wat tot zijn grote verdriet uiteindelijk niet meer lukt.
„Hij wist: als ik er niet zelf achteraan ga, ga ik dood”, zegt Wouter de Laat. „Hij was gefrustreerd over de standaardbehandelingen die hij kreeg, omdat hij wist dat die niet toereikend zouden zijn.”
Hij wil het einde zo lang mogelijk uitstellen. Tijd winnen om de kinderen op te zien groeien. Hij geloofde oprecht dat hem dat zou lukken, zegt Trudy Dohmen. „En daardoor geloofde ik het ook. Ik dacht: jij gaat het redden en dan ga je de Nobelprijs winnen, omdat je hebt uitgevonden hoe je kunt genezen van een hersentumor. Nu denk ik: hij kon niet anders. Dat blinde geloof hield hem overeind. Om verder te kunnen, móest hij de regie houden en geloven in een goede afloop. Anders won de angst.”
Op de golven van die hoop wordt in het najaar van 2020, tussen twee scans door, hun jongste zoon geboren.
Snel daarna blijkt dat de tijd die hem rest veel korter is dan gedacht.
In Maarn, waar het gezin na terugkeer in Nederland een huis koopt aan de rand van het bos, verzoent Roel zich met Nederland. Ze wonen, ontdekt hij, vlak bij het ‘stilste plekje van Nederland’, een door natuurorganisaties officieel aangewezen locatie in het bos met uitzicht op de heide.
Als Roel de plek vindt, is hij aanvankelijk teleurgesteld. Zelfs híer hoor je in de verte auto’s razen over de A12. Toch wordt het een van zijn lievelingsplekken – en die van Anne en de kinderen.
Zijn geboortedag – op 14 oktober zou hij 37 jaar zijn geworden – gaan ze hier vieren.