Een levensmotto van Leo Reawaruw was ‘opgeven is geen optie’. Woensdag 12 oktober werd hij onder grote belangstelling in Harlingen begraven. Maar zijn Facebook-pagina getuigt ervan dat op 7 oktober op 62-jarige leeftijd aan kanker overlijden niet op zijn agenda stond. Wel staat daar voor vrijdag 14 oktober een bezoek aan theaterconcert Keihard opstaan van Erik Krikke&7even Bridges, de volgende dag naar Pump Up The 90’s („een avond vol legendarische hits uit het leukste decennium ooit”).
Niet op Facebook staan alle plannen die Reawaruw, de laatste jaren bekend als ‘frontman’ van de organisatie Maluku4Maluku, nog wilde uitvoeren voor de ‘KNIL-Ambonezen’, de groep voor wiens belangen hij de afgelopen jaren heeft gevochten. Hij haalde met succes de banden aan tussen Defensie en dit voormalig onderdeel van de Nederlandse strijdkrachten. Dat was niet vanzelfsprekend, want de meeste toenmalige KNIL-soldaten van de eerste generatie werden direct na aankomst in 1951 in Nederland uit dienst ontslagen.
Reawaruw gebruikte expres niet het woord ‘Molukkers’, dat sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw de meer gebruikelijke term is om de bevolkingsgroep, waartoe ook hij behoorde, aan te duiden. Reawaruw vond dat een bevolkingsgroep die zich door de eeuwen heen in de kolonie heeft ingezet voor God, vaderland en Oranje Nederlanders zijn, en respect verdienen. Molukkers zijn een volk in Indonesië, zei hij dan, en hij weigerde te worden behandeld als „een allochtoon”.
VN-vredesmacht
Reawaruw werd geboren in 1960 in Hollandia-Binnen. Dat was de hoofdstad van toenmalig Nederlands Nieuw-Guinea, het overzeese gebiedsdeel dat tot 1950 deel uitmaakte van de kolonie Nederlands-Indië. Zijn vader had als militair van het Koninklijk Nederlands-Indische Leger (KNIL) gediend, maar was na de soevereiniteitsoverdracht een nieuw leven begonnen in Nieuw-Guinea. Toen Nederland ook dat gebiedsdeel in 1962 ontruimde, belandde de familie in Harlingen. Daar groeide Reawaruw op, ging hij naar de mavo, waarna een afgebroken studie volgde aan de sociale academie in Leeuwarden. Toen hij negentien was, diende hij twee jaar bij de VN-Vredesmacht in Libanon (UNIFIL). Vandaar dat hij later vaak als actievoerder met een blauwe baret aantrad. Terug in Nederland werd hij vertegenwoordiger bij sigarettenfabrikant BAT, later volgde een carrière bij Rentokil. Hij werd zelfs gekozen tot ‘vertegenwoordiger van het jaar’. Zijn marketingtalent zette hij later in voor de Molukse zaak.
Het enige lid
Eind jaren negentig ging Reawaruw zich bezighouden met het lot van Molukkers in Indonesië. In die tijd braken er na de val van de Indonesische autocraat Soeharto bloedige onlusten uit tussen christenen en moslims op het eiland Ambon. Die leidden weer tot onrust onder Nederlandse jongeren met wortels op de Molukken. Reawaruw was betrokken bij organisaties als People Against Genocide en Maluku Warchild. Dagblad Trouw meldde in mei 2001 dat Reawaruw volgens de Binnenlandse Veiligheidsdienst het enige lid is van die organisaties en dat hij „trachtte de Nederlandse regering onder druk te zetten en publiciteit te verwerven, ook rond zijn eigen persoon”.
Reawaruw werd rond die tijd aangehouden op verdenking van brandstichting en het leidinggeven aan een criminele organisatie. Tot een vervolging is het nooit gekomen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/07/a80f1fe5-d582-4ca9-8a73-1ddaa094e77f.jpg)
Wel speelde Reawaruw het zestien jaar later, in 2017, klaar om zich met twee hoogbejaarde veteranen het Torentje van premier Mark Rutte binnen te praten. Dat jaar sprak Rutte op Veteranendag zijn erkenning uit voor de Ambonese soldaten. En de koning bracht tijdens het defilé een eregroet aan beide veteranen.
Reawaruw is dan al weer bezig met erkenning krijgen voor de slechte behandeling van Molukse families, nadat zij in 1951 in Nederland aankwamen. En hij was altijd bezig met het beramen van een rechtszaak tegen de staat, waarin hij een astronomisch bedrag aan schadevergoeding wilde eisen.
Reawaruw was niet onomstreden memoreerde luitenant-generaal b.d. Hans van Griensven tijdens de uitvaart. En hij wees erop dat Leo Reawaruw nóg een levensmotto had: ‘zonder wrijving geen glans’.