Inspectie: NS heeft onvoldoende zicht op gevaarlijke situaties

Nederlandse Spoorwegen Op basis van een melding van een klokkenluider schrijft de Inspectie Leefomgeving en Transport dat het veiligheidssysteem „urgent” moet worden verbeterd.

Drukte in de trein op Amsterdam Centraal. Foto Pepijn Kouwenberg
Drukte in de trein op Amsterdam Centraal.

Foto Pepijn Kouwenberg

Spoorbedrijf NS onderschat het aantal treinen dat uitvalt met materieelgebreken en heeft onvoldoende zicht op gevaarlijke situaties op het spoor. Daarom moet het systeem waarmee de NS defecte treinonderdelen en reparaties registreert „urgent” worden verbeterd, schrijft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in een vertrouwelijke brief aan de NS-top.

Dat blijkt uit onderzoek door NRC naar het dossier van een klokkenluider bij het NS Componenten Bedrijf in Tilburg, een dochterbedrijf van de spoorwegen dat treinonderdelen reviseert. De klokkenluider meldde in 2019 bij de integriteitsafdeling dat de NS al jarenlang geld verspilt en de veiligheid op het spoor op het spel zet door slecht onderhoud te plegen aan treinstellen, met onnodige treinuitval en vertragingen tot gevolg. Het bedrijf leert volgens de klokkenluider niet van eerder geconstateerde constructiefouten van treinstellen, met name bij de deuren en remmen.

Via het Huis voor Klokkenluiders, dat melders van misstanden bijstaat, belandde de melding bij de ILT, die toezicht houdt op de veiligheid op het spoor. Tussen september 2020 en december 2021 deed de inspectie onderzoek en sprak met de klokkenluider en met tien verantwoordelijke NS-managers en materieeldeskundigen.

Onnodige vertragingen

De ILT constateert „onduidelijke” en „mogelijk onbeheerste processen” in de administratie van defecte treinonderdelen. Ook ontbreekt de „tracking en tracing vrijwel volledig”, waardoor de NS niet weet in welke treinstellen nieuwe of gereviseerde onderdelen zitten. Een gevolg daarvan is dat bij een terugroepactie van één specifiek onderdeel een groot aantal treinen terug naar de werkplaats moet om te controleren of het onderdeel daar in zit.

Volgens de klokkenluider zijn de problemen met de deur- en remsystemen al jaren bekend. In zijn melding staat dat reizigers en de belastingbetaler hiervan de dupe zijn, door „onnodige vertragingen en uitval van treinen, onnodig hoge kosten voor onderzoeken van veiligheidsmeldingen en extra revisiekosten van componenten”.

Het onderzoek van de inspectie richtte zich niet op de technische problemen zelf of de gevolgen voor de reiziger. Dat werd te kostbaar en veelomvattend geacht. In plaats daarvan onderzocht de ILT de tekortkomingen van het interne NS-veiligheidssysteem. Als treindeuren spontaan open of dicht gaan of remmen vastzitten, moet dat daar worden geregistreerd, maar dat gebeurt inconsequent – aldus de inspectie.

Lees ook: De problemen op het spoor zijn nog lang niet voorbij

Het gevolg is onderrapportage en overmatige slijtage. Dat laatste was volgens de ILT het geval bij het ontsporen van een trein bij de Binckhorst in Den Haag, in 2020. Daarbij schoot een trein die de NS als stoptrein had gebruikt maar die als intercity stond geregistreerd door de remmen heen, die door het vele stoppen versleten waren.

De inspectie ziet in de brief aan de NS-top geen „acute risico’s voor de spoorveiligheid”, maar wil wel dat er haast wordt gemaakt. Een reden voor de spoed is dat de slechte NS-administratie het werk van de inspectie bemoeilijkt, omdat die in haar toezicht moet afgaan op informatie die de NS aanlevert.

Veiligheidsproblemen

Dat er discussie kan ontstaan over meldingen bleek bijvoorbeeld bij een bijna-ongeluk met een toerist die in augustus 2021 met zijn arm en tas klem kwam te zitten tussen de deuren van de intercity Amsterdam-Vlissingen. De man reed in grote angst op de treeplank van Amsterdam CS naar Amsterdam Sloterdijk, waar hij ontzet werd door andere passagiers. Volgens de NS-administratie was er sprake van een menselijke fout, omdat de conducteur bij het wegrijden niet goed had opgelet. Volgens de klokkenluider werd echter verhuld dat er ook een technisch probleem speelt, namelijk dat de zogeheten ‘inklembeveiliging’ van de treindeuren niet goed functioneert.

De klokkenluidersmelding en de kritiek van de inspectie zijn niet bekend bij de Tweede Kamer of bij reizigersvereniging Rover. Volgens de ILT mag er geen informatie hierover worden gedeeld vanwege de privacy van de klokkenluider. Die heeft echter zelf herhaaldelijk aangegeven bij de NS en de inspectie dat zijn melding openbaar mag worden gemaakt, zodat Kamer en reizigers daar kennis van kunnen nemen.

De NS benadrukt dat de huidige overvolle treinen het gevolg zijn van personeelstekorten, niet van onderhoudsproblemen: „Het aantal technische storingen in onze treinen is de afgelopen jaren niet veranderd.” Volgens een NS-woordvoerder is er 2019 intern onderzoek gedaan naar de meldingen van de klokkenluider en zijn daarbij „geen veiligheidsproblemen gebleken”, ook niet tijdens twee „second opinions” door „externe partijen.” Om die reden is de NS het maar „gedeeltelijk eens” met de kritiek van de inspectie op het registratiesysteem. Wel hebben de spoorwegen medio juli een verbeterplan ingediend bij de inspectie.