De monsterlijke trekken van Rusland waren al veel langer zichtbaar

Cultuur & Maatschappij In Nederland zijn de monsterlijke trekken van Poetins regime jarenlang genegeerd. Door politici, bedrijven, in de sport. Dat zegt iets over een land.

Illustratie Lynne Brouwer, foto Getty Images

‘Na afloop van het diner met president Poetin verlaten de koning en koningin het Kremlin. Mooie geste van president Poetin: hij schonk een Madeira uit het geboortejaar van Anna Pavlovna, betovergrootmoeder van onze koning (1795).”

Aldus een ademloze Frans Timmermans op Facebook, november 2013, wanneer hij als minister van Buitenlandse Zaken samen met het koninklijk paar bij Vladimir Poetin op bezoek gaat. Het diner vormt de afsluiting van het ‘vriendschapsjaar’ waarin de historische banden tussen Nederland en Rusland worden gevierd.

Dat vriendschapsjaar is een ramp, omdat Rusland ons land aan een stuk door treitert en vernedert. Er sterft zowat iedere maand wel een kanarie in de kolenmijn: het eindeloos getraineerde onderzoek naar de toedracht van de dood van cameraman Stan Storimans, vermoedelijk door een Russisch bombardement, wordt ineens stopgezet. Russische autoriteiten beginnen zomaar dwars te liggen bij de import van Hollandse zuivelproducten. Greenpeace-activisten worden opgepakt en onrechtmatig vastgehouden. Een Russische asielzoeker, op de vlucht voor het Poetinregime, pleegt zelfmoord in zijn cel na een hondse behandeling door de Nederlandse autoriteiten, volgens Russische oppositiepartijen omdat men „Poetin niet voor het hoofd wil stoten”. Een Nederlandse diplomaat wordt in zijn woning in Moskou vernederd en mishandeld – de zaak wordt door de Russen betreurd en men belooft een onderzoek. U raadt het, nooit meer iets van vernomen.

Nederland laat het zich sputterend welgevallen.

Datzelfde jaar: de Russische anti-homowet. Tegen die wet wordt ook in Nederland flink geprotesteerd, net als tegen de Olympische Winterspelen in Sotsji in 2014. Maar van officiële zijde komt het niet eens tot een gebaar. De koning staat erop de Nederlandse sporters in Sotsji persoonlijk toe te juichen. Iemand die het kan weten vertelt mij dat Willem-Alexander heeft gezegd dat hij hoe dan ook zal gaan, zélfs wanneer Rutte het hem verbiedt.

Maar Rutte verbiedt niets. Willem-Alexander en Máxima proosten voor de foto met Poetin in het Holland Heineken Huis. Achteraf komt Maurits Hendriks, chef de mission van de Nederlandse ploeg, woorden tekort in zijn lof voor de Russen: „Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat wij met zijn allen licht vooringenomen afreisden naar Rusland […]. Natuurlijk, dit is een land dat niet perfect is. Dit is een land waar we allemaal weten dat een aantal dingen niet kloppen. Maar het is een land dat mijn hart heeft veroverd.”

Anti-homowet? In Sint-Petersburg heb je gewoon homokroegen

Een half jaar later wordt de MH17 neergehaald, een nationale ramp. Maar hoewel de toon een tijdje flink harder wordt, blijft men in Nederland grossieren in argumenten om Poetin vooral zijn gang te laten gaan.

Het zijn prachtige argumenten. Economisch is er de oude liberale overtuiging dat meer handel ook meteen meer vrede betekent; waarom zou je elkaar de hersens gaan inslaan, wanneer je aan elkaar kan verdienen? Als het over sport gaat, zoals in het geval van Sotsji, is er de drogreden dat je sport en politiek vooral gescheiden moet houden. En elke keer wanneer er wordt opgeroepen het regime cultureel te boycotten, regent het opiniestukken waarin met opgeheven vinger gesteld wordt dat we vooral de dialoog moeten blijven zoeken. De dialoog! Zeker, het gaat in Rusland helemaal de verkeerde kant op, maar wanneer Russen het Concertgebouworkest horen en wij de schatten van de Hermitage kunnen blijven bewonderen, worden we ons allemaal bewust van de zegeningen van een open samenleving.

En altijd is er de Gewone Rus als excuus. De Gewone Rus is hartveroverend, Pieter Waterdrinker bezingt hem dagelijks. Die moet je niet het slachtoffer laten worden van je mooie principes, dat typisch Hollandse opgeheven vingertje, gatver, waarom dringen we andere landen toch steeds onze moraal op?

En die anti-homowet, ach, in Sint-Petersburg heb je gewoon homokroegen, hoor.

En dus staat er na de aanslag op de MH17 gewoon een Nederlandse handelsmissie naar Rusland gepland, die pas na protest wordt afgeblazen. In de Hermitage in Sint-Petersburg loopt op dat moment de door Nederland georganiseerde hedendaagse kunstbiënnale Manifesta 10.

Op de website van de organisatie vind je nog altijd de warme woorden voor de gastheer, Mikhail Piotrovsky, directeur van de Hermitage. Deze Piotrosvky is sinds jaar en dag een vertrouweling van Poetin en nog steeds in functie. Hij verdedigt nu onvoorwaardelijk de vernietigingsoorlog tegen Oekraïne. In die strijd is, zegt hij, ook de kunst een wapen: „Onze recente tentoonstellingen in het buitenland zijn gewoon een krachtig cultureel offensief. Een ‘special operation’ kun je ze ook noemen, wat een hoop mensen niet bevalt. Maar wij komen eraan. En niemand mag worden toegestaan ons offensief te dwarsbomen.’’

Daar sta je, met je „dialoog”.

Piotrovsky schampert over de westerse schuldgevoelens met betrekking tot het kolonialisme en de slavenhandel. Zijn kunstinstelling ziet hij als onderdeel van het grandioze project van Poetin: „Het klinkt heel verheven, maar wij begrijpen de historische missie van onze natie. En dit besef dat ons land de loop van de geschiedenis verandert, en dat je daar deel van uitmaakt, dat is wat nu telt.”

Als je terugkijkt, zelfs naar de jaren ná Poetins annexatie van de Krim, dan is er geen andere conclusie mogelijk: in Nederland is jaar in jaar uit gezocht naar excuses om de monsterlijke trekken van Poetins regime niet onder ogen te hoeven zien.

Echt, die trekken waren ook toen al zichtbaar, zeg niet dat we het ‘in zijn tijd’ moeten zien. Er werd van alle kanten voor gewaarschuwd, er werd opgeroepen tot daadkracht en boycot. Meestervertaler Hans Boland weigerde een hoge Russische onderscheiding. Maar altijd was er wel een fraaie reden om niet echt hard in te grijpen, geen ferm gebaar te maken, geen grote consequenties aan je statements te verbinden.

Er was de politiek die vond dat we „niet met de ruggen tegen elkaar moesten gaan staan” (Timmermans), er waren de bedrijven die zich verscholen achter de handel als vredesbewaarder, de advocaten aan de Zuidas die vonden dat ze gewoon hun werk deden door Poetins belangen te verdedigen, er was de sport die dacht zich geheel te kunnen onttrekken aan de politiek, de kunstwereld die zich verschool achter de dialoog. Altijd werd er een prachtig excuus gevonden om het eigenbelang veilig te stellen.

Dat zegt iets over een land.

Correctie (24 september 2022): In een eerste versie stond Manifesta 20, maar de biënnale wordt elke twee jaar gehouden en het ging dus om de tiende editie. De tekst is aangepast.