Sinds de dood van koningin Elizabeth II werden uren zendtijd gevuld met wat we allemaal wisten en de afgelopen jaren – mits je niet onder een steen leefde – met eigen ogen hadden kunnen zien. Dat ze zeventig jaar trouw aan haar vorstenplicht was geweest, dat ze kil was ten tijde van Diana’s dood, maar ook in was voor een grapje met James Bond. Dezelfde anekdotes op alle zenders, en vervolgens in alle kranten, de een soms wat smeuïger verteld dan de ander.
De Britse (ex-)koloniën in Afrika, Azië en de Caribische eilanden waarover ze in haar werkzame leven had geregeerd werden in die anekdotes soms genoemd, maar hooguit als decor. Het zwart-wit beeld van de prinses die in 1947 vanuit Kaapstad belooft heel haar leven het Britse volk te dienen. 1952 kwam voorbij, toen ze in Kenia hoorde dat haar vader was overleden, en ze dus per ommegaande vorst was geworden van een instortend wereldrijk.
De betekenis van het instituut van het Britse koningshuis voor de mensen die in de koloniën woonden, haar onderdanen, werd niet bevraagd. Althans, niet in de uitzendingen die ik meteen na haar overlijden zag en de kranten die ik die eerste dagen las. Het Zuid-Afrika dat de 21 jaar oude Elizabeth bezocht was sinds 1910 geen Britse kolonie meer maar werd geregeerd door een witte minderheid, die in 1948 apartheid invoerde en de scheiding tussen rassen legaliseerde. Dat gebeurde met volmondige steun vanuit Londen, dat dankbaar was voor de Zuid-Afrikaanse steun tijdens twee wereldoorlogen. Koningin Elizabeth beklaagde zich pas ruim veertig jaar later, in 1986, over het gebrek aan compassie met zwarte Zuid-Afrikanen van de regering van Margaret Thatcher die zich fel verzette tegen economische sancties tegen het apartheidsregime.
In prikkeldaad gewikkeld
Kenia was in 1952 nog wel een Britse kolonie waartegen de Kenianen dat jaar een bloedige opstand begonnen. Je zou hele talkshowavonden kunnen vullen met de onbeschrijfelijke gruweldaden die de Britten begingen tegen die Mau Mau-rebellie.
Nadat strijders van de Kikuyu-minderheid boerderijen van witte kolonisten hadden aangevallen, riepen de Britten de noodtoestand uit en stuurden versterkingen vanuit Londen. Tienduizenden Kikuyu werden vastgezet in detentiekampen. Vrouwen werden verkracht met de bajonetten op de Britse geweren. Mannen werden in prikkeldraad gewikkeld en net zo lang over de grond gerold tot ze doodbloedden. Anderen werden gecastreerd. Volgens de Kenya Human Rights Commission werden in acht jaar tijd 90.000 Kenianen slachtoffer van executies, martelingen of verminkingen. 160.000 werden vastgezet.
De nationale en internationale nieuwszenders en de meeste kranten vonden de dood van Elizabeth niet het moment om hierover te beginnen. We zagen wel beelden van een bezoek van Nelson Mandela aan de koningin, en we lazen op de BBC over „the Queens long-standing relationship with Africa”.
Je zou kunnen zeggen: dit is niet het moment. Maar uit talloze reacties bleek dat dit juist het moment was om er over te beginnen
Alleen op planeet Twitter werden interviews over de Mau Mau-rebellie donderdagavond vele malen gedeeld. Ik bekeek een interview met Muthoni Mathenge, een Keniaanse van dezelfde leeftijd als koningin Elizabeth, die werd gemarteld door de Britse koninklijke strijdkrachten en wier man werd vermoord. „Laat Elizabeth terugbrengen wat mij toe behoort”, zei ze. Ze wil financiële compensatie, direct van het Britse koningshuis. „Zonder tussenpersonen.” In 2013 betaalde de Britse regering 20 miljoen euro schadevergoeding aan de overlevenden.
Toen ik eind juni Kenia bezocht zag ik dat in de county Laikipia in centraal Kenia nog bijna de helft van het land in bezit is van witte boeren, meest nazaten van Britse kolonisten, meest kinderen van Britse soldaten. Ze kregen het land als dank voor hun rol in de Tweede Wereldoorlog. In het hart van die county ligt nog altijd een Britse legerbasis. Just in case.
Voetnoot
Je zou kunnen zeggen: over de doden niets dan goeds. Je zou kunnen zeggen: dat kolonialisme is allemaal zo lang geleden. Je zou kunnen zeggen: dit is niet het moment. Maar uit talloze reacties bleek dat dit júíst het moment was om erover te beginnen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/09/data90435984-0a5474.jpg)
Harvard-professor Maya Jasanoff schreef in The New York Times dat Elizabeth in de zeventig jaar aan de macht „een solide traditionalistisch front was gedurende decennia van gewelddadige omwentelingen”. Professor Uju Anya van de Carnegie Mellon University tweette dat Elizabeth de vorst was van „een stelend, verkrachtend en genocidaal rijk”. Twitter verwijderde haastig haar bericht na felle kritiek. Sommige media, zoals de NOS en The Guardian, onderstreepten dat de koningin niet overal even geliefd was. Maar die uitzonderingen verdronken als een voetnoot in het overige aanbod.
Hoogleraar Mukoma Wa Ngugi van de Cornell University schreef: „Als de koningin haar excuses had aangeboden voor slavernij, kolonialisme en neokolonialisme en de Kroon had gedwongen tot het betalen van herstelbetalingen voor die miljoenen levens die werden ontnomen in haar naam, dan zou ik nu als mens reageren en me nu slecht voelen [over haar overlijden]. Maar als Keniaan voel ik niets. Dit is een absurd theater.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/09/data90541896-f6d8a7.jpg)
Journalisten moeten dat theater laten zien op zo’n historisch moment. Maar onze taak is ook om het instituut dat nu dagen achtereen in het nieuws is, kritisch te bevragen. Dat is journalistiek. The rest is public relations.