Duizend jaar Engelse koninklijke geschiedenis in iets minder dan duizend boekentips

Koninklijke geschiedenis Donderdag kwam een einde aan het tijdperk van de tweede Elizabeth. In de Engelse geschiedschrijving worden tijdvakken aangeduid aan de hand van de naam van de vorst die toen de scepter zwaaide. Een duik in de geschiedenis. Met boekentips.

Duizend jaar Engelse koninklijke geschiedenis.
Duizend jaar Engelse koninklijke geschiedenis.

En zo kwam er in het Verenigd Koninkrijk donderdag een einde aan de ‘Second Elizabethan Age’, het tijdperk van de tweede Elizabeth. Het eerste duurde van 1558 tot 1603 (deze Elizabeth was overigens koningin van Engeland en Ierland) en was minstens zo veel bewogen als de zeventig jaar die Elizabeth II als staatshoofd fungeerde.

Het is de gewoonte in de Engelse/Britse geschiedschrijving om tijdvakken aan te duiden aan de hand van de naam van de vorst die toen de scepter zwaaide. En dus kennen we ook Victoriaanse, Georgiaanse en Edwardiaanse tijdperken. Die stickers worden niet alleen geplakt op de politieke geschiedenis van die periode, maar bijvoorbeeld ook op mode en architectuur.

Bloedstollende romanreeks

Wie was de eerste koning in deze eeuwenlange reeks? Daarover maken historici natuurlijk ruzie, maar de beste kandidaat is Æthelstan (894-939). Hij was de kleinzoon van de legendarische koning Alfred de Grote van Wessex. Bernard Cornwell schreef over hun leven de bloedstollende romanreeks The Last Kingdom die ook bij Netflix te zien is.

Koning Aethelstan

Wie op zoek gaat naar harde feiten over het leven van Æthelstan heeft het moeilijker, want die zijn dun gezaaid. Een belangrijke bron is de Anglo-Saxon Chronicle, die tussen de 9e en twaalfde eeuw door monniken werd bijgehouden. Ook de Gesta Regum Anglorum (Daden van Engelse Koningen) van William of Malmesbury uit de twaalfde eeuw vertelt ons veel over Æthelstan, die in 927 Nothumbria veroverde op de Vikingen. Hij heerste zelf al als koning over Mercia en Wessex en verenigde met zijn noordelijke veldtocht voor het eerst Engeland onder één vorst. Voor wie primaire bronnen te zware kost zijn, is er een fijn biografietje van Æthelstan door de vlot schrijvende historicus Tom Holland.

Een tapijt als stripverhaal

En toen was daar 1066, het jaartal dat ieder Brits schoolkind kent. In dat jaar stak hertog Willem van Normandië het Kanaal over en versloeg de laatste Angelsaksische koning in de slag bij Hastings. Die koning heette Harold Godwinson en hij zat zeer kort op de troon, van 5 januari tot 14 oktober 1066. Hertog Willem meende dat Harold hem tijdens een bezoek aan Normandië de Engelse troon beloofd had en was not amused toen Harold die zetel toch maar zelf besteeg.

Willem voerde persoonlijk het leger aan dat bij Hastings Harold en de zijnen in de pan hakte. Het bekendste verslag van deze slag is natuurlijk het tapijt van Bayeux, een stripverhaal van zeventig meter lang waarin de Normandische verovering van Engeland met naald en draad verteld wordt. Bekend is de afbeelding van Harold met een pijl in zijn oog, maar er bestaat een levendige discussie over of hij nu op deze bizarre manier sneuvelde, of ‘gewoon’ met zwaarden werd neergehouwen.

Studie van de draad waaruit de pijl is gemaakt, laat zien dat die later aan het kleed is toegevoegd (hoewel er ook oudere gaatjes te zien zijn op de plek van de pijl). Het zou dus kunnen dat er al een pijl zat, óf dat de pijl eraan is toegevoegd als vernedering voor Harold. Het bewogen jaar rondom de slag bij Hastings is mooi opgeschreven in de historische roman The Last English King van Julian Rathbone.

Een Leeuwenhart

De volgende belangrijke ontwikkeling in de geschiedenis van het Engelse koningshuis vond plaats in 1154, en kwam opnieuw uit Frankrijk. In dat jaar werd de graaf van Anjou koning Hendrik II van Engeland. Hij was afkomstig uit het huis van Plantagenet, dat tot 1485 de Engelse troon bezette.

Koning Richard Lionheart

De Plantagenets leverden een lange reeks illustere koningen, van wie Richard Leeuwenhart (1157-1199) de bekendste is. Deze koning vocht tegen alles en iedereen – zijn eigen familie, Fransen, Cyprioten, Mohammedanen – en was al tijdens zijn leven een legendarische figuur. Ben Kane heeft deze zomer een spannende romantrilogie over zijn leven voltooid.

Het was onder de heerschappij van Richards broer Jan zonder Land dat Engelse edelen er voor het eerst in slaagden de macht van de koning te beperken. In de Magna Carta van 1215 werden voor het eerst de vrijheden en rechten van (sommige) Engelse onderdanen opgetekend. Dat was de eerste belangrijke stap in een eeuwenlang proces van wat je democratisering zou kunnen noemen.

Voor wie een soepele geschiedenis over de dit vorstenhuis wil lezen, is er De Plantagenets van Dan Jones. Dezelfde historicus schreef ook een boek over de Rozenoorlogen (1455-1485), de burgeroorlog waarin de koningen elkaar rap opvolgden totdat er geen Plantagenet meer in leven was.

De Engelsen vochten in deze tijd ook nog eens de Honderdjarige Oorlog (1337-1453) met Frankrijk uit. Daarover (en over de Rozenoorlogen) valt veel te lezen bij Shakespeare in zijn historische toneelstukken. Jonathan Sumption schreef in vier delen het historische standaardwerk over dit conflict. De liefhebber van primaire bronnen kan terecht in deKronieken van Jean Froissart.

De koning van zes vrouwen

Nadat de Plantagenets zichzelf hadden uitgemoord, beklom het van oorsprong uit Wales afkomstige huis Tudor de troon. De tweede koning van deze lijn was Hendrik VIII, een man wiens liefdesleven en religiekritiek het Engelse koningschap tot op de dag van vandaag hebben vormgegeven.

Koning Henry VIII

Hendrik scheidde namelijk van zijn eerste vrouw Catharina van Aragon om met Anne Boleyn te kunnen trouwen. Omdat de paus dat niet goed vond, omarmde Hendrik de reformatie en stond zo aan het begin van The Church of England, van wie ook koning Charles III (eigenlijk Karel op zijn Nederlands) nu de beschermheer is. Uiteindelijk zou Hendrik zes keer trouwen.

Hilary Mantel schreef een romantrilogie over Thomas Cromwell, de belangrijkste adviseur van Hendrik. De eerste twee delen werden bekroond met de Booker Prize en Mantel is er meesterlijk in geslaagd de ondraaglijke spanning te beschrijven van het leven aan het hof van een ongeremde koning.

Aan Hendriks dochter Elizabeth bewaren de Engelsen betere herinneringen. De heerschappij van de ‘Virgin Queen’ komen we tegen in een beroemde romanreeks van Philippa Gregory, die begint in Hendriks tijd met The Other Boleyn Girl (ook verflmd). Over de eerste Elizabeth zelf zijn tal van biografieën geschreven, waarvan die van John Guy (2016) zich vooral richt op de laatste jaren van haar leven, die bij nader inzien net zo spannend zijn als het begin van haar loopbaan.

De koning onthoofd

Na de Tudors volgden de Stuarts. Koning James VI van Schotland werd in 1603 ook koning James I van Engeland en Ierland. Zijn zoon Charles (Karel) I kwam keihard in botsing met het parlement. Dat had hij bijeengeroepen omdat hij geld nodig had, maar de afgevaardigden gebruikten de vergadering vooral om de koning dwars te zitten. Charles arresteerde een aantal parlemantariërs, waarna er een burgeroorlog uitbrak. Die eindigde in 1649 met de onthoofding van de koning – de enige keer in de geschiedenis dat dit gebeurde. (Er waren wel zat andere koningen die door geweld om het leven kwamen.) Charles werd opgevolgd door Oliver Cromwell, die zich Lord Protector noemde.

Koning Charles I

Over Charles is veel geschreven, pro en contra. Het recente The White King van Leanda de Lisle kreeg goede recensies, mede omdat het de vrouwen in zijn leven centraal zette. Ook een al wat oudere biografie van veelschrijver Christopher Hibbert is nog steeds de moeite waard.

Na de dood van Cromwell kwamen de Stuarts terug op de troon: deze periode wordt The Restauration genoemd. In 1688 verscheen de Nederlandse stadhouder Willem III van Oranje in Engeland ten tonele. Hij was getrouwd met Mary Stuart en kwam via de ‘Glorious Revolution’ op de Engels-Ierse-Schotse troon terecht. Luc Panhuysen schrijft erover in zijn Oranje tegen de Zonnekoning.

Gek of ziek?

In 1707 ontstond met de Acts of Union het koninkrijk Groot-Brittannië, onder koningin Anne. Geen van haar zeventien kinderen bereikte de volwassenheid, zodat de tweede Britse koning in Duitsland moest worden gehaald. Het was George I van Hannover. Hij was de eerste van drie opeenvolgende Georges. Deze periode van de geschiedenis wordt dan ook de Georgian Age genoemd.

Koning George III

George III (1738-1820) bleef maar liefst zestig jaar aan de macht. (In 1801 veranderde de naam van zijn staat in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland.) Onder George’ bewind verloor het land zijn koloniën in Noord-Amerika: dat werden de Verenigde Staten. George III werd in de loop van zijn leven ontoerekeningsvatbaar. In zijn recente biografie betoogt Andrew Roberts dat de koning niet krankzinnig was, maar leed aan een zware bipolaire stoornis.

Koningin Victoria

Nog langer dan George III zat Victoria (1819-1901) op de troon, ruim 63 jaar. Haar leven is totaal verknoopt met het Victoriaanse tijdperk dat haar naam draagt. Het was een tijd waarin Groot-Brittannië zich ontwikkelde tot dé mondiale supermacht en overal ter wereld handel dreef – met het wapen in de hand. De koningin werd in 1876 zelfs keizerin van India.

Victoria heeft tal van biografen, opvallend vaak vrouwen. Lucey Worsley. Helen Rappaport en Julia Baird beschreven recent haar leven. Die laatste beweert overigens dat de koningin helemaal zo preuts niet was als het bijvoeglijk naamwoord ‘victoriaans’ tegenwoordig doet vermoeden. Daisy Goodwin liet hierover haar fantasie de vrije loop in een historische roman en was ook het brein achter de tv-serie Victoria uit 2016.

Gescheiden Amerikaanse dame

George V had 25 jaar op de troon gezeten toen hij in 1936 overleed. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Edward VIII. Zijn tijd op de troon was kort, want er brak een enorm schandaal rond hem uit. Edward wilde namelijk trouwen met Wallis Simpson, een Amerikaanse dame die op het punt stond voor de tweede keer te gaan scheiden. De Britse pers hield de kwestie lang geheim, maar Amerikaanse en Europese journalisten wisten wel raad met deze affaire.

De Britse premier Stanley Baldwin liet Edward weten dat hij geen koning kon blijven als hij voor Wallis koos. Zijn rol binnen de kerk liet dat niet toe. Daarop besloot Edward de troon op te geven, na slechts 326 dagen. Het maakt hem tot de kortst regerende Britse monarch. Edward en Wallis brachten in 1937 nog een bezoek aan Adolf Hitler, inclusief nazi-groet, waarmee ze opnieuw het Britse volk niet voor zich innamen.

Philip Ziegler schreef de definitieve biografie over dit zwarte schaap. Anna Pasternak brak onlangs een lans voor Wallis Simspon, die niet zo doortrapt zou zijn als ze in Britse historiografie is overgeleverd.

Elizabeth I en II

Na het aftreden van Edward VIII kwam Elizabeths vader George VI op de troon. Hij stotterde, zoals we weten uit de film The King’s Speech, maar leidde het Verenigd Koninkrijk samen met Winston Churchill door de Tweede Wereldoorlog. In 1952 stierf hij en werd opgevolgd door de donderdag overleden Elizabeth II. Zij was de twaalfde Britse en 61ste Engelse vorstin, over wie tal van biografieën verschenen zijn. Het dit jaar verschenen Queen of Our Times van Robert Hardman is een enorme bestseller.

Het is nu aan Charles III om het volgende hoofdstuk te schrijven in deze duizendjarige geschiedenis.