Het sleetse gezegde luidt: toon mij uw boekenkast en ik zeg u wie u bent. Een variant hierop zou de longlist van genomineerden voor de jaarlijkse Prinsjesboekenprijs voor het beste politieke boek kunnen zijn die volgende week donderdag voor de tiende keer wordt uitgereikt. Toon mij deze lijst en ik zeg u hoe het land ervoor staat.
Niet best, zou direct het antwoord zijn. Het is op één boek na allemaal ellende die komt bovendrijven in de top tien die de jury heeft samengesteld uit de 71 ingezonden boeken.
De uitzondering betreft de door Nele Beyens geschreven biografie over D66-politicus Els Borst. Het is het succesverhaal van een medicus die op haar geheel eigen manier een stempel op de Nederlandse politiek wist te drukken. Maar de rest van de oogst varieert dit jaar van zwart naar gitzwart. Van het onvermogen en opportunisme dat de aanpak van de corona-epidemie beheerste in het boek Code Roodvan Thijs Broer en Peter Kee, tot de al vijftig jaar durende inertie ten aanzien van het aanpakken van de ecologische crisis zoals beschreven in Jaap Tielbekes boek We waren gewaarschuwd.
Als de selectie van de Prinsjesboekenprijs maatgevend is voor het politieke discours, dan is de politiek tussen juli 2021 en 2022 vooral beheerst door gebrek aan controle en schaamte achteraf. Zo beschreef Lise Witteman het ondoorgrondelijke Europese lobbycircuit voor de BV Nederland in het boek Sluiproute Brussel. En Maurice Swirc eindigde met zijn boek De Indische doofpot over de door Nederlandse militairen gepleegde oorlogsmisdaden in Nederlands-Indië bij de shortlist van drie boeken waaruit de uiteindelijke prijswinnaar zal worden gekozen.
Weinig hoop of perspectief terwijl dat toch het bestaansrecht is van menige politieke partij. Sla er de titels van de verkiezingsprogramma’s van vorig jaar maar op na. ‘Nieuwe keuzes voor een nieuwe tijd’ (VVD), ‘Nu doorpakken’ (CDA), ‘Ons plan voor een eerlijke en fatsoenlijke Nederland’ (PvdA), ‘Een nieuw begin’ (D66). Maar boeken die enigszins richting geven of de weg wijzen zoals Groter denken, kleiner doen, waarmee Herman Tjeenk Willink in 2019 nog de Prinsjesboekenprijs won zijn opvallend genoeg niet doorgedrongen tot de eindselectie. Nederland verkeert in mineur en de boeken representeren dit gevoel. En dan te bedenken dat het brede chagrijn dat naar voren komt in de omgekeerde vlaggenbeweging nog te jong is om in boekvorm vermeld te worden. Dat komt waarschijnlijk pas volgend jaar.
Voor zover er sprake is van een rode draad in het aanbod is dat volgens de voorzitter van de jury van de Prinsjesboekenprijs, ex-VVD-politicus en bestuursadviseur Mark Verheijen, de toenemende aandacht voor het falen van het systeem. Dat klopt inderdaad wel. Uit het begin van de coronacrisis dateert de vergelijking met contrastvloeistof. De pandemie zou het falen van de overheid en diverse instanties in al zijn facetten hebben opgelicht en zichtbaar gemaakt. Zo bij elkaar vormen de boeken een breed scala aan politiek en bestuurlijk onvermogen.
Zo’n patroon maakt wel moedeloos vooral als het al enige jaren aan de gang is. Na zoveel diagnose is er behoefte aan een werkzame receptuur. Maar dat is natuurlijk een onmogelijke vraag want in het veld van belangentegenstelling waarin politiek opereert bestaat niet één allesomvattende oplossing. Al snel worden dan bezweringsformules zoals de roep om cultuurverandering van stal gehaald. Het is een inhoudsloos containerbegrip waaraan eenieder zijn of haar eigen invulling kan geven. Vandaar dat premier Mark Rutte al sinds de verkiezingen door de oppositie wordt achtervolgd vanwege het uitblijven van de door hem beloofde cultuurverandering. Maar is Rutte niet de bestuurscultuur in persoon?
Nederland worstelt met zichzelf en met zijn verleden is het algemene beeld dat uit de selectie voor de Prinsjesboekenprijs 2022 oprijst. Nieuwe verkiezingen gevolgd door een nieuw kabinet zijn doorgaans momenten die een aanzet tot verandering geven. Maar een boek over de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 of de daarop volgende eindeloze kabinetsformatie ontbreekt. Het is wel zo veelzeggend. De polderkaravaan trekt met pappen en nathouden door. Schrikken volgt pas achteraf.