Nederlandse boer mag vanaf 2026 minder mest uitrijden

Mest Nederlandse boeren verliezen hun uitzonderingspositie op de Europese mestregels. Het geduld voor Nederland is op in Brussel.

De uitzonderingspositie waardoor Nederlandse boeren meer mest mogen uitrijden dan boeren in de meeste andere Europese landen, wordt aan banden gelegd.
De uitzonderingspositie waardoor Nederlandse boeren meer mest mogen uitrijden dan boeren in de meeste andere Europese landen, wordt aan banden gelegd. Foto Jeffrey Groeneweg / ANP

Na decennia gesteggel moet het Nederlandse mestbeleid definitief in lijn worden gebracht met Europese regels. Maandag liet minister Henk Staghouwer (Landbouw, ChristenUnie) de Tweede Kamer weten dat Nederlandse boeren vanaf 2026 hun uitzonderingspositie, waardoor ze meer mest mogen uitrijden dan andere Europese boeren, verliezen. In aanloop naar 2026 zal het mestgebruik stapsgewijs worden afgebouwd.

Sinds 2005 mogen Nederlandse boeren – net als Ierse, Vlaamse en Deense – meer dan het Europese maximum van 170 kilogram per hectare aan mest uitrijden, mede omdat het Nederlands grondgebied klein is. Hier zaten wel voorwaarden aan verbonden: Nederland moest bijvoorbeeld maatregelen nemen om de waterkwaliteit te verbeteren. Maar de afgelopen jaren is de waterkwaliteit juist verslechterd. „We raken nu de uitzonderingspositie kwijt omdat we onze milieudoelen niet halen, al jaren niet”, zei minister Staghouwer maandag. „De Commissie heeft gezegd: ‘Nederland, het is genoeg. Laat maar zien dat de milieudoelen nu wel gehaald kunnen worden.’”

Wat voor onvrede gaat er schuil achter het huidige conflict over stikstof? We zetten lees- en kijktips op een rij die helpen om de onvrede bij boeren beter te begrijpen.

Compensatie

Het verlies van de uitzonderingsregeling is een „grote klap” voor de boeren, zegt Staghouwer. Als boeren minder mest mogen uitrijden, moeten ze meer mest afvoeren. Dat kan de achttienduizend bedrijven die van de uitzondering gebruik maakten, elk duizenden euro’s per jaar kosten.

Om de boeren te helpen „de transitie te maken” stelt het kabinet eenmalig 130 miljoen euro beschikbaar voor een compensatieregeling, staat in een brief van Staghouwer aan de Tweede Kamer. Dat zal verspreid over drie jaar worden uitgegeven en is bedoeld om „een gedeelte van de extra kosten” te dekken. Voor hoeveel boerenbedrijven de compensatie onvoldoende is, heeft het ministerie volgens Staghouwer nog niet berekend. Hoe de regeling er precies uit gaat zien, moet nog uitgewerkt worden.

Het einde van de zogeheten ‘derogatie’ is ook om symbolische redenen pijnlijk. De afgelopen decennia wist Den Haag in Brussel steeds uitstel te bedingen bij de naleving van milieuregels. Pijnlijke maatregelen zoals een krimp van de veestapel konden zo steeds vooruitgeschoven worden.

De afgelopen maanden deed Nederland in Brussel nog een uiterste poging de Europese coulance te behouden. Zowel minister Staghouwer als premier Mark Rutte (VVD) bemoeiden zich met de onderhandelingen. Het wegvallen van de mestuitzondering komt voor het kabinet op een slecht moment. De kabinetsplannen om de stikstofuitstoot in 2030 te halveren, leidden al tot onvrede en grootschalige boerenprotesten. Bovendien is er onder boeren veel onduidelijkheid rondom de stikstofregels en toekomstplannen van het kabinet. Staghouwer zou in juni al met een ‘perspectiefbrief’ voor de boeren komen, maar wat hij toen leverde was volgens de Tweede Kamer onvoldoende. Afgelopen vrijdag zou de nieuwe brief komen, maar die werd uitgesteld omdat die nog niet af was, en omdat het gesprek tussen stikstofbemiddelaar Johan Remkes en de boeren niet is afgerond. De brief wordt nu na Prinsjesdag verwacht.

De Nitraatrichtlijn

Nederland houdt zich al dertig jaar niet aan de milieu-afspraken. Sinds 1991 is de zogeheten ‘Nitraatrichtlijn’ binnen de Europese Unie van kracht, met als doel de waterkwaliteit te verbeteren. Onderdeel van de wetgeving is dat per jaar niet meer dan 170 kilo stikstof per hectare in de vorm van dierlijke mest op landbouwgrond mag worden uitgereden.

Nederland ging al vanaf het begin creatief om met die norm, onder meer door in de jaren negentig een eigen manier van mestboekhouding te voeren. Het leidde in 2003 tot een veroordeling door het Europees Hof van Justitie, waarna in 2005 voor het eerst afspraken werden gemaakt met Brussel over een uitzonderingspositie. Die kreeg Nederland – zij het tijdelijk, en op voorwaarde van duidelijke fosfaatreductieplannen.

Lees ook: Nederland is overbemest, van de lucht tot het grondwater

De afgelopen zestien jaar werd die zogeheten derogatie steeds vernieuwd, maar groeide in Brussel en andere lidstaten ondertussen wel de ergernis over het Nederlandse mestbeleid. Steeds beloofde Den Haag strengere handhaving en maakte ze afspraken over een nieuw actieplan. Telkens ook werden die beloftes uiteindelijk niet nagekomen.

Het geduld met Nederland is inmiddels op, klinkt het in Brussel. Maar het einde van de soepelheid is ook niet los te zien van de manier waarop milieu en klimaat in Brussel de afgelopen jaren naar de voorgrond zijn gedrongen. Het verbeteren van de lucht- en waterkwaliteit zijn een belangrijk onderdeel van de Green Deal, waarmee Europa wereldwijd een voortrekkersrol wil vervullen op klimaatbeleid. Handhaving van de bestaande milieuregels heeft grotere politieke prioriteit gekregen. Waar een besluit over de derogatie in het verleden een technische, ambtelijke exercitie was diep in de Brusselse besluitvormingsmachine, bemoeide de Eurocommissaris Virginijus Sinkevicius (Milieu) zich de afgelopen maanden intensief met de onderhandelingen.

Dit komt ook omdat de consequenties van de Nederlandse uitzonderingspositie steeds duidelijker worden. De kwaliteit van de Nederlandse wateren is slecht – en ging de afgelopen jaren verder achteruit. Onlangs bleek uit data-onderzoek van NRC nog dat tussen 2015 en 2021 in zo’n twee op de drie Nederlandse wateren de kwaliteit daalde. Of en in welke mate derogaties van andere landen, zoals Ierland en Denemarken, ook verdwijnen, hangt af van afspraken die zij met de Europese Commissie maken.

Lees ook: Kwaliteit Nederlandse wateren is slecht en verbetert bijna niet