Over paar weken loopt de Documenta in Kassel af, en hopelijk is het ook gedaan met de verwijten van antisemitisme die de curatoren – het Indonesische collectief ruangrupa – moesten trotseren. Er is al veel over geschreven en gezegd, maar de discussie zal nog lang nagalmen in de westerse kunstwereld. Er valt veel kritiek op deze huidige editie te leveren – of het om de belerende aanpak gaat, de ondervertegenwoordiging van artistieke verbeelding of de hermetische manier van presenteren – maar de focus op de Global South blijft een interessante aanpak en voegt inhoud toe aan de monoculturele, hedendaagse ‘universele kunststijl’. Niet de usual suspects van de internationale kunstwereld stonden centraal, maar – voor ons – nog onbekende kunstenaarscollectieven die een seat at the table verdienen in het vooral westers georiënteerde internationale kunstlandschap. Want nog altijd betekent ‘internationaal’ eigenlijk ‘interwesters’.
Toch ging de meeste aandacht naar een aantal karikaturen van Joden in verschillende werken. Vooral in Duitsland vond men het een bewijs van ingebed antisemitisme, maar dit is vooral een interessant voorbeeld van de moeilijke relatie van het Westen met niet-westerse kunst. Het plaatst ook het concept institutionele kritiek dat ten grondslag ligt aan de hedendaagse kunst in een nieuw licht.
Enerzijds wil men de westerse hegemonie in de internationale kunstwereld doorbreken door stem en plek te bieden aan andere kunstenaars en kunstvormen, anderzijds vindt het Westen het moeilijk te accepteren dat andere stemmen een andere kijk op de westerse geschiedenis hebben. Zeker wanneer het om islamitische kunstenaars gaat, of mensen uit moslimlanden, zoals ruangrupa.
Palestijnen
Terwijl de Jodenvervolging en het antisemitisme de basis vormen van het denken over Jodendom en de staat Israël in de Global North, spelen deze in de Global South logischerwijs een veel kleinere rol. Veel groter is de rol van Israël in het vervolgen van (islamitische) Palestijnen en het onteigenen – of koloniseren – van hun land. Bovenal gaat het niet om iets wat in het verleden is gebeurd, maar om iets wat nog steeds bijna dagelijks gaande is.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/07/data88564945-2457e9.jpg)
Als Joods persoon die in Israël is geboren en opgegroeid kan ik me er goed in verplaatsen. Ik zie deze uitingen niet als Jodenhaat of antisemitisme, maar als het in twijfel trekken van het bestaansrecht van de staat Israël die ten koste gaat van inheemse gemeenschappen. Ooit, op de middelbare school in Israël, beredeneerde onze geschiedenisdocent dat het defect dat ten grondslag ligt aan het ontstaan van het land de definitie van Israël is als een Joodse staat voor het Joodse volk. Een Joodse staat betekent geen scheiding van kerk (of sjoel) en staat, wat vervolgens een open deur is voor talloze discriminerende maatregelen en wetten tegen niet-Joden. En zo zien moslims over de hele wereld al bijna 75 jaar hoe hun geloofsgenoten tot Unmenschen worden gereduceerd.
Verontwaardiging
Zonder het gevoel medeschuldig te zijn aan de Jodenvervolging blijft slechts een verontwaardiging over over het onrecht en solidariteit; een gevoel dat men onder andere via kunst probeert uit te drukken.
Jodendom is anders dan zionisme. Dat kan niet vaak genoeg worden herhaald. Verdorie, er zijn zelfs ultraorthodoxe Joodse bewegingen die antizionistisch zijn! Joods-zijn is niet gelijk aan zionistisch-zijn. En antizionistisch-zijn is niet gelijk aan anti-Joods-zijn. Het is mogelijk kritiek op het land te uiten zonder kritiek op het Jodendom te hebben. Het is begrijpelijk dat een Syrische kunstenaar die moet toezien hoe zijn broeders over de grens worden vermoord zich door middel van kunst wil verzetten tegen de bezettende staat. Bij ons heet het ‘dekolonisatie’.
En hier ligt in mijn ogen de crux van de ophef: dat de verontwaardiging en woede die kritiek op Israël bij sommige toeschouwers oproept minder te maken heeft met antisemitisme en meer met een schuldgevoel dat men wil onderdrukken. Men voelt zich klaarblijkelijk persoonlijk aangesproken. Want de kritiek die te horen is, is niet alleen gericht op Joden of de staat Israël, het is expliciete kritiek op de Global North die de staat Israël voortdurend de hand boven het hoofd houdt. Zoals men in de kunstwereld graag roept: silence is compliance.
Geur van antisemitisme
Het is jammer dat Documenta 15 overschaduwd wordt door de geur van antisemitisme. Je hoort mensen zeggen dat de organisatie beter had kunnen weten, zeker in Duitsland. Dat de organisatie deze situatie zelf had kunnen vermijden door kritiek op Israël die zo gevoelig ligt niet tentoon te stellen. Maar geldt dit niet voor westerse kunstenaars die kritiek op bijvoorbeeld de heteronormatieve cultuur uiten op plekken waar heterocultuur nog heersend is? Het is toch juist de essentie van institutionele kritiek om kritiek te leveren op de instituten waarin de kunstenaar zich begeeft?
Als we een seat at the table willen geven aan gemeenschappen uit andere delen van de wereld, dan moeten we accepteren dat deze gemeenschappen er soms andere wereldbeelden op nahouden. We moeten sterk genoeg zijn om de kritiek aan te kunnen horen en de confrontatie aan te gaan. Want anders is het niet meer dan windowdressing: we geven ‘de ander’ een podium met de voorwaarde dat die zich aan ons conformeert. En dan zijn wij geen centimeter verder gekomen. Dan is er ook geen sprake van institutionele kritiek.