Reportage

In de kazerne slaapt het lekkerder dan in overvol Ter Apel. ‘Deze plek is echt de hemel op aarde’

Crisisnoodopvang De gemeente Almere kon de beelden van Ter Apel bijna niet meer aanzien en ontving vrijdagavond laat 50 asielzoekers.

Opvang asielzoekers in voormalige brandweerkazerne in Almere.
Opvang asielzoekers in voormalige brandweerkazerne in Almere. Foto Eric Brinkhorst

Margot Albert van het Rode Kruis heeft deze nacht helemaal niet geslapen. „De adrenaline giert nog door mijn lijf” zegt ze. Vrijdagavond laat, iets na middernacht kwam de bus met 50 asielzoekers vanuit Ter Apel in Almere aan. „We hadden eten klaar staan, maar deze mensen wilden alleen maar zo snel mogelijk douchen en naar bed”, zegt ze.

Het is zaterdagochtend, even buiten het centrum van Almere. Op een verlaten industrieterrein, tussen de Diks autoverhuur en garage Arie & Zonen, staat de oude brandweerkazerne van Almere. Een rode open hal, genummerde ramen en twee bijgebouwen naast een grote binnenplaats. In de hal, waar vroeger de brandweerauto’s paraat stonden, zitten nu tientallen mensen rustig aan hun ontbijt. Een paar vrouwen wassen af. Op de binnenplaats fietsen kinderen vrolijk rondjes. Er wordt wat gevoetbald.

Lees ook: Rutte IV moet nu de crises van de vorige kabinetten-Rutte oplossen

Sinds 29 juni is deze locatie ingericht als crisisnoodopvang. De brandweerlieden waren toen net definitief vertrokken. Eerst 90 asielzoekers. Toen heel snel naar 225 plekken. En nu zijn daar sinds vrijdagavond 50 mensen bijgekomen. De bedoeling is dat deze crisisnoodopvang tot uiterlijk 1 oktober dit jaar blijft.

De oude brandweerkazerne blijkt een schot in de roos voor crisisopvang, legt Bert Enderink van de gemeente Almere uit. „Niets ten nadele van gymzalen natuurlijk, maar dan heb je dus helemaal niets. Alles moet dan nog ingebouwd worden. Tussenschotjes. Extra groepenkasten. Hier hebben we genoeg kamers, een eetzaal, een binnenplaats en zelfs een gymzaal.” In de kelder zijn wasmachines neergezet. De kleren hangen te drogen over de hangers in de voormalige kleedkamer van de brandweerlieden.

Woensdagmiddag werd de burgemeester van Almere door de staatssecretaris gebeld met de vraag of ze extra mensen kon opvangen. Donderdag en vrijdag heeft iedereen hard gewerkt om de extra 50 plekken in gereedheid te brengen. Extra sanitair neerzetten, slaapzakken regelen. Ze waren net op tijd klaar toen de bus vrijdagavond laat aankwam.

De gemeente Almere kon de beelden van Ter Apel bijna niet meer aanzien, zegt woordvoerder Bert Enderink. De gemeente wilde graag helpen en bovendien, zij had juist nog een paar bedden over. „Dat doet Almere toch maar even” zegt wethouder Froukje de Jonge (CDA) als ze zaterdagochtend komt kijken hoe de opvang de nacht ervoor is verlopen. Ze wordt rondgeleid door Margot Albert van het Rode Kruis. In het bijgebouw achter de binnenplaats worden de eerste mannen wakker na een korte nacht. Stapelbedden tegen elke wand in de kamer. Badslippers voor de deur. Waarom er alleen maar mannen in de bus zaten? Hun achtergrond? Sliepen deze mannen buiten of juist binnen? Ze hebben de informatie nog niet. Margot Albert van het Rode Kruis: „Sommigen hadden zichtbare wonden en hebben medische verzorging nodig”. Het Rode Kruis doet wat nodig is. Ze lopen herkenbaar rond in witte hesjes, klaar om te helpen. Vanaf maandag komt de dokter drie keer per week spreekuur houden.

We hadden eten klaar staan, maar deze mensen wilden zo snel mogelijk douchen en naar bed

De rondleiding met de wethouder trekt behoorlijk wat bekijks. Een man komt aanzetten met een plastic mapje met documenten. Willen we zijn verhaal horen? Het duurt wel even. Er zit een groot litteken op zijn linkerwang. „Nu niet”, zegt Margot rustig maar beslist. Ze begroet iedereen vrolijk. „Ik krijg hier energie van”, zegt ze.

Lees ook: ‘In Ter Apel vijf keer zoveel kinderen als toegestaan, slapen noodgedwongen op stoelen en begeleiding ontbreekt’

„Sommige mensen hadden alleen maar een stok bij zich met daaraan een T-shirt met wat spulletjes erin. Dat beeld zie je eigenlijk alleen uit strips”, zegt Margot. Ze begrijpt niet waarom het allemaal zo plotseling is gegaan. „Deze situatie zag iedereen toch al maanden aan komen?” Maar ze houdt zich niet met politieke vragen bezig. Ze wil vooral wat doen. De beelden die ze in Ter Apel zag, kent ze van haar werk in de opvangkampen in Griekenland. „Dat dit in Nederland nu ook gebeurt!” Ze kan er niet bij.

Margot Albert hoopt dat de groep die net is aangekomen, nu even kan bijkomen. Ze kan niet wachten om de oude kazerne wat gezelliger te maken. „De Floriade heeft zich al gemeld om plantjes neer te zetten. Maar dat ga je niet doen als mensen toch snel weer weg moeten.”

Achmed (27) ‘Deze plek is echt de hemel op aarde’

Foto Eric Brinkhorst

„Ik studeerde voor apotheker in Raqqa, dat was in 2017 de gevaarlijkste stad ter wereld. Ik ben anderhalf jaar onderweg geweest om in Nederland aan te komen. Ik wil van kleins af aan al naar Nederland. Het klimaat, de natuur, de mensen. Het is altijd een droom voor mij geweest hier te kunnen wonen.

Ik ben met het vliegtuig, per trein en te voet naar Nederland gekomen. „Het was een lange reis. Ik reis alleen. Ik ben hier nu een paar weken maar ik hoop dat mijn vrouw kan komen. Het is allemaal onduidelijk. We hebben een nummer om inlichtingen te vragen.

„Vorige week ging ik naar Ter Apel om te kijken of ik daar meer informatie zou kunnen krijgen. Ik dacht dat het daar beter zou zijn maar vergeleken met Ter Apel is deze plek echt hemel op aarde.

„Ik help hier iedere ochtend het Rode Kruis met hun taken. Wat moet ik anders hier doen? Almere Stad ga ik liever niet in, ik ga liever een eindje wandelen om alleen te zijn. Of ik nog privacy heb? Dat woord, daar heb ik al heel lang niet meer over nagedacht.”

Ibrahim (30) ‘Hier hoor je wél kinderen lachen’

Foto Eric Brinkhorst

„Het was koud, zo ontzettend koud op de grond.” Ibrahim heeft vier dagen buiten geslapen in Ter Apel. Hij doet voor hoe hij buiten probeerde te slapen. Voortdurend alert, met een half oog open terwijl hij zijn spullen stevig tegen zich aandrukt. „Kijk, nu hoor je kinderen lachen. Dat hoor je dus niet meer als het onveilig is. Het was slechts vier dagen maar het voelde veel langer.”

Vrijdagavond stapt Ibrahim als een van de vijftig mannen in de bus. Hij weet dan niet waar hij heen gaat. Het gaat allemaal nogal plotseling. Hij appt onderweg met een journalist die hem op de hoogte houdt van de ontwikkelingen. „Toen we bij Utrecht rechtsaf gingen, hoorde ik: ‘Je gaat waarschijnlijk naar Almere’.”

Honger had hij in Ter Apel niet. Hij laat een foto zien: een huzarenslaatje met een krentenbol. In de ochtend toast met een appel. ‘s Avonds geprakte aardappels.

„Ik studeerde mensenrechten in Syrië maar ik was mijn leven daar niet zeker. Vijf dagen geleden kwam ik in Nederland aan. Ik had er zoveel goede verhalen over gehoord. Ik meldde me in Ter Apel, maar er was binnen geen plek. Ik wil graag mijn studie hier afmaken en een bestaan in Nederland opbouwen.”