Nog voor de Russische invasie van Oekraïne schreef de Amerikaanse historica Mary E. Sarotte een boek over die inval en het eraan voorafgaande conflict. Dat conflict gaat terug tot de val van de Berlijnse Muur in 1989 en de onderhandelingen over de Duitse eenwording, de toekomst van de NAVO en de internationale verhoudingen in Europa in de Koude Oorlog, die tijdenlang ijskoud en muurvast waren geweest.
Ze is niet over één nacht ijs gegaan: duizenden bronnen en verwijzingen, subtiele verbanden heeft ze onderzocht. Zelf noemt ze als bijzondere doorbraken in haar onderzoek: de toegang tot de geschreven herinneringen van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken James Baker, de presidentiële bibliotheken van George Bush sr. en Bill Clinton, en het archief van de West-Duitse minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer.
Het sublimaat van al haar spitwerk is de beroemde (of beruchte) toezegging die de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken James Baker aan Sovjetleider Michail Gorbatsjov heeft gedaan in een gesprek op 9 februari 1990, namelijk dat de NAVO ‘not one inch’ zou opschuiven naar het oosten in ruil voor de Duitse hereniging. Minstens zo belangrijk is de reactie van president Bush sr. op deze toezegging: ‘to hell with that’, want de Verenigde Staten roken dat er meer zat in de overwinning op de geïmplodeerde vijand.
Sarotte had hier in minder bewogen tijden al over gepubliceerd in bijvoorbeeld het prestigieuze tijdschrift Foreign Affairs, maar voelde kennelijk wel aan dat het conflict ooit tot uitbarsting zou komen en zette alles nog eens op een rijtje in een meesterlijk boek.
Elke herinnering aan de toezegging van Baker aan Gorbatsjov roept nu een ‘ja maar’ op en is riskant in het licht van Poetins bloedige invasie, maar historisch onderzoek kan niet vermeden worden om verontwaardiging alleen. Sterkere argumenten zijn nieuw feitenmateriaal en een nieuwe afweging.
Een aanvulling op eerdere publicaties van Sarotte zou het onvermoeibare graafwerk van de National Security Archives van de Washington University kunnen zijn, want het is niet duidelijk of Sarotte die geraadpleegd heeft. In 2017 onthulden NSA-documenten de gespreksweergave van de besprekingen tussen Baker en Gorbatsjov, die en passant ook de in Nederland veelgehoorde bewering lijken te ontkrachten dat er niets van op papier staat. Ook ‘nieuw’ is uiteraard dat de Sovjet-Unie en het Warschaupact in 1990 nog bestonden, maar het volgende jaar, evenals het presidentschap van Gorbatsjov, niet meer.
Gemiste kans
Rode draad door het boek van Sarotte is dat we in de eerste jaren na 1989 een kans hebben gemist om een vreedzame veiligheidsarchitectuur van Vancouver tot en met Vladivostok op te bouwen. Het beroemde overleg tussen Baker en Gorbatsjov op 9 februari 1990, waarin Gorbatsjov instemde met Bakers suggestie om de Duitse eenwording in te ruilen voor een toezegging dat de NAVO ‘not one inch’ naar het oosten zou opschuiven, mag wel een historisch hoogtepunt van de ontluikende liefde tussen de VS en de Sovjet-Unie/Rusland genoemd worden. Misschien wel tot verbazing van Bush sr. en de Britse minister van Buitenlandse Zaken Douglas Hurd, die bang waren dat de Duitse Bondsrepubliek desnoods de NAVO zou opofferen omdat Kohl en zijn minister van Buitenlandse Zaken Genscher de eenwording belangrijker vonden dan het voortbestaan van het westerse bondgenootschap. Het akkoord tussen Baker en Gorbatsjov bevatte echter beide, de optie opheffen-NAVO in ruil voor Duitse eenwording was van tafel, ook al levert Sarotte uitgebreid bewijs dat Oost- en Midden-Europese landen de NAVO wel degelijk als een onvermijdelijk vangnet zagen voor het ineenstortende Warschaupact.
Tal van factoren hebben in de jaren erna het ‘window of opportunity’ weer doen sluiten: niet in de laatste plaats de maximalistische opvattingen van Bush sr. en de geharnaste Republikeinen die de NAVO wilden bewaren en vergroten, en die de winst van de Koude Oorlog zo snel mogelijk wilden verzilveren met zelfs een artikel-5-garantie voor de Baltische staten.
De VS roken dat er meer zat in de overwinning op de geïmplodeerde vijand
Ook de oorlog tegen Irak leidde de aandacht enigszins af van Duitsland en de toekomst van de NAVO. Sarotte beargumenteert daarbij dat Bill Clinton, die in 1992 de verkiezingen had gewonnen, allerminst zeker was van winst in de midtermverkiezingen van 1994, laat staan dat hij naderhand wist hoe de affaire met Monica Lewinsky voor hem zou uitpakken. Het waren struikelblokken die elke optie voor een Amerikaans-Russisch partnerschap vertroebelden.
Ook de Russen hadden schuld. De coöperatieve Jeltsin gebruikte bruut geweld in eigen land tegen de Tsjetsjenen en gaf ruimte aan zowel reactionairen als aan zijn latere duivelskind Poetin.
Wilde Clinton aanvankelijk door het Partnership for Peace Program tijd kopen (Jeltsin noemde dat programma zelfs ‘briljant’), de liefde tussen Bill en Boris bekoelde en de NAVO zou Europa blijven verdelen, in een scheidslijn die verder in het oosten lag dan tijdens de Koude Oorlog. Dus er zijn toch wel kansen gemist, concludeert Sarotte.
Pikant is dat ook de toenmalige senator Joe Biden in 1997 de NAVO-uitbreiding te haastig vond gaan. Hij was bang dat de confrontatie weleens ten koste kon gaan van nucleaire wapenbeheersing, een omineuze vrees want daar is nu inderdaad niet veel meer van over.
Alternatieven
Waren er alternatieven? Ja, het had allemaal iets doordachter en minder snel moeten gebeuren. De fameuze diplomaat George Kennan waarschuwde tegen de uitbreiding van de NAVO. Kennan had het na de Tweede Wereldoorlog handiger aangepakt door de verliezer Duitsland gezichtsverlies te besparen. In twee rondes (1999 en 2004) was de NAVO-uitbreiding rond en lag Sint-Petersburg niet langer op 1900 kilometer van de NAVO-grens, maar op 160 kilometer.
Sarotte concludeert dat de NAVO anders had kunnen heten (niet al te Noord-Atlantisch), dat de Russische claim dat de NAVO verraad heeft gepleegd diplomatieker van de hand had moeten worden gewezen, dat de big-bang uitbreidingsronde van 2004 met Bulgarije, Roemenië, Estland, Letland, Litouwen, Slovenië en Slowakije voorzichtiger had kunnen plaatsvinden, dat beter geluisterd had moeten worden naar discreet gesputter uit Finland en Zweden – die hun eigen Russische probleem al decennialang anders hadden weten op te lossen – en dat aan nieuwe leden ook andere garanties hadden kunnen worden gegeven dan de volledige artikel-5-bescherming.
Natuurlijk had de snelle methode ook voordelen, maar het had anders kunnen lopen. Dat is ‘what if’-geschiedenis, en nu het huis brandt moet er eerst geblust worden en kun je niet meer zonder de NAVO: ‘de gevolgen zouden verwoestend zijn’, schrijft Sarotte. Is ze zelf naïef en ondoordacht? Nee, Sarotte heeft aangetoond dat historisch onderzoek loont en leert.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/03/data83361782-458671.jpg)