Ze had haar vertrek zo lang mogelijk proberen uit te stellen. De Somalische Maryan Osman (45) was gehecht aan het boerenleven in Baanaaney, een dorpje in de zuidelijke regio Neder-Shabelle. Maar vier maanden geleden was de situatie onhoudbaar geworden: de droogte hield te lang aan. Nu woont ze in een kamp voor ontheemden op dertien kilometer afstand van de hoofdstad Mogadishu. „Twee van mijn kleinkinderen overleden door de honger”, vertelt ze aan de telefoon. „Ik had geen andere keus.”
Somalië heeft te maken met de ergste droogte in veertig jaar. In het gebied waar Osman vandaan komt, heeft het de afgelopen vier jaar slechts sporadisch geregend. „Maïs, tomaten, fruit: op een gegeven moment kon ik geen enkel gewas meer verbouwen.” Ooit was ze de trotse eigenaar van 60 koeien en 45 geiten. „Maar die zijn bijna allemaal doodgegaan.”
De Somalische regering riep eind vorig jaar de noodtoestand uit vanwege de aanhoudende droogte. Op dat moment waren er al drie slechte regenseizoenen geweest, een catastrofe voor de boeren en herders in het land. Somalië heeft jaarlijks twee regenperiodes, de ‘Gu’ (van april tot en met juni) en de ‘Dayr’ (van oktober tot en met november). Nu de Gu ook dit jaar tegenviel, ligt er een hongersnood van historische proporties op de loer: zo’n zeven miljoen mensen krijgen te maken met acute voedselonzekerheid.
Ondervoeding
Het is in Somalië lastig om aan harde cijfers te komen, waardoor het niet precies duidelijk is hoeveel mensen er op dit moment al aan de honger bezweken zijn. Unicef telde minstens vijfhonderd kinderen die dit jaar door ondervoeding zijn overleden, maar dit getal noemt de organisatie zelf het „topje van de ijsberg”. OCHA, het VN-bureau voor de coördinatie van humanitaire hulp, waarschuwde in april dat de aanhoudende droogte deze zomer aan 350.000 kinderen het leven kan kosten.
Een miljoen Somaliërs zijn naar schatting ontheemd. In het kamp van Osman verblijven zo’n 940 gezinnen, die voornamelijk op zichzelf aangewezen zijn. Met takken en plastic tassen hebben ze een provisorisch tentenkamp opgetuigd. „Er zijn geen toiletten en ik kan me nergens wassen”, zegt Osman. Af en toe komen er mensen uit de buurt langs om eten te brengen. Zij en haar familie horen bij de Bantu, een gediscrimineerde etnische minderheid. Daarom worden ze achtergesteld bij het uitdelen van de voedselpakketten. „En er is al zo weinig te eten.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data89695307-99f7a0.jpg|https://images.nrc.nl/a4hNQzNl2rPSn0kxZWvKExUKEPk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data89695307-99f7a0.jpg|https://images.nrc.nl/JhkJJVNkoJBCcrwcMjZOdD6X_tY=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data89695307-99f7a0.jpg)
Een tuktuk vervoert in een zandstorm mensen naar Dolow, in Jubaland in Zuidwest-Somalië. Veel bewoners uit de streek trekken naar deze stad omdat daar noodhulp wordt verstrekt.
Foto Sally Hayden/Getty Images
Geregeld denkt ze met heimwee terug aan haar boerenbestaan. „Ik ben geen ander leven gewend. Het liefst zou ik weer boerin worden, maar ik weet niet of dat ooit gaat gebeuren.” Ze maakt zich kwaad over de discriminatie en de slechte voorzieningen in het kamp. Maar voor de droogte zijn volgens haar geen schuldigen aan te wijzen, zegt ze berustend. „Het heeft gewoon te weinig geregend, en uiteindelijk is dat in de handen van God.”
Coronarestricties
Toch heeft menselijk handelen wel degelijk een bijdrage aan de droogte geleverd. Dat zegt milieukundige Ahmed Awale (68). Hij doceert aan de universiteit van Hargeisa, de hoofdstad van het semi-autonome Somaliland, en is de directeur van de ontwikkelingsorganisatie Candle Light. Awale is net terug van een meerdaags bezoek aan zijn plantages, waar hij zeldzame planten kweekt. „De situatie doet denken aan de grote droogte van 1974”, zegt hij via Skype.
De humanitaire ramp die zich in het land aftekent is deels de ontknoping van een langslepende milieucrisis, zegt Awale. „Het uitblijven van de regen is één factor, maar er is veel meer aan de hand.” Al sinds de jaren negentig waarschuwt hij voor de vele klappen die de Somalische natuur te verduren krijgt. Zo levert de handel in houtskool een belangrijke bijdrage aan de ontbossing in het land. In de afgelopen twee decennia heeft Somalië een derde van zijn bosgebieden verloren. „Dit leidt ertoe dat de droogtes erger worden.”
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/08/data89689898-36120a.jpg|//images.nrc.nl/_6FVH5kR5OaJ_bdziOFXnC82mtg=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/08/data89689898-36120a.jpg)
Bewoners van Dolow, in Zuidwest-Somalië, duwen hulpgoederen naar een opvangkamp voor ontheemden. De droogte heeft veel bewoners uit de omgeving naar de stad verdreven, waar voedsel en medicijnen beschikbaar zijn. Foto Sally Hayden/Getty Images
De nomadische herders zijn al decennialang noodgedwongen in een race to the bottom beland, aldus Awale. „Overbegrazing is een enorm probleem. Er is steeds minder grasland over.” Dit heeft bijgedragen aan verwoestijning in grote delen van Somalië. „Het maakt de herders wanhopig: ze weten dat overbegrazing de problemen erger maakt, maar ze hebben geen andere keuze.” De nomaden kunnen zonder hun vee niet overleven. Sommige herders voeden hun dieren nu met eten dat eigenlijk voor mensen bedoeld is, zoals het graangewas sorghum. „Daardoor hebben ze vaak zelf niets te eten.”
Er waren meer omstandigheden die de crisis verergerden. Zo legde de Saoedische regering het aantal pelgrims dat tijdens de hadj naar Mekka mocht reizen drastisch aan banden vanwege de coronapandemie. Normaal gesproken importeert Saoedi-Arabië jaarlijks miljoenen dieren om de pelgrims tijdens de bedevaart van eten te voorzien, een belangrijke inkomstenbron voor Somalische boeren. „De coronarestricties waren een enorme klap voor hen”, zegt Awale. Verder is door de oorlog in Oekraïne 90 procent van de tarwe-import tot stilstand gekomen. Voedsel- en benzineprijzen zijn sinds de Russische invasie de pan uitgerezen.
Dat de regen dit jaar weer uitbleef, was de genadeklap. Een hongersnood lijkt haast onontkoombaar, zeker omdat ook het volgende regenseizoen tegen lijkt te zullen vallen. Er is dringend behoefte aan meer humanitaire hulp vanuit de internationale gemeenschap, zegt Awale. „Maar er moet vooral een plan komen voor de lange termijn. Het tegengaan van de ontbossing zou de eerste prioriteit moeten zijn.”
Overstromingen
De tijd daarvoor dringt. Awale: „Door klimaatverandering zullen we meer extreem weer zien. Droogte, zoals nu, maar ook extreme regenval.” In 2019 zagen de Somaliërs wat de gevolgen zijn van een wispelturiger klimaat. Er was dat jaar tijdens de Gu amper regen gevallen, waardoor er al sprake was van honger als gevolg van droogte. Maar tijdens de Dayr regende het juist veel te veel, met hevige overstromingen als gevolg. Klimatoloog Chris Funk, van de Climate Hazard Group van de universiteit van Californië, zei tegen persbureau Reuters dat klimaatverandering het „veel waarschijnlijker heeft gemaakt” dat deze droogte zich aandiende.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data83959579-671034.jpg)
Ontheemden die nu al wegtrekken, zoals Osman en haar familie, zijn wat dat betreft de kanaries in de kolenmijn. Volgens een vorig jaar verschenen rapport van de Wereldbank zullen rond 2050 mogelijk ruim 200 miljoen mensen noodgedwongen moeten verhuizen als gevolg van klimaatverandering. Awale: „De crisis in Somalië valt niet los te zien van de opwarming van de aarde. En dat kunnen wij in Somalië niet in ons eentje oplossen.”