Het is raar terugkomen van vakantie dit jaar. De wereld ligt er anders bij, zowel de toeristische oorden als de vertrouwde haven van thuiskomst. Op vakantie, vooral in het zuiden, was het nóg heter dan anders. De temperaturen in stedelijke gebieden waren quasi onleefbaar, de bosbranden nóg omineuzer. En bij terugkeer bleek in Nederland een hittegolf, droogte en de ‘zomer van 1976’ het gesprek te bepalen. Het Franse zomerweer uit de jaren zeventig is naar Nederland opgeschoven.
Waar tijdens vakantie het nieuws op een laag pitje wordt gezet, viel er dit jaar nauwelijks aan te ontkomen. Over gedragsverandering is al jaren veel te horen, maar is dan nu het moment gekomen? Voor velen was dit ook de zomer van het knopen tellen – gaan ‘we’ dit nog eens doen, op deze manier, in deze regio, met dit vervoermiddel, tegen deze kosten, met deze frequentie? De noordelijker landen zijn nu een reëel alternatief. Per trein en schip ook makkelijk bereikbaar.
Klimaatverandering, schaarste, inflatie, prijsstijgingen – de effecten zijn voelbaar, zichtbaar en niet meer opzij te schuiven. De zomer van 2022 kenmerkte zich na twee coronajaren aanvankelijk door een ‘het kan weer, het mag weer’-sentiment. Maar bij terugkeer dreigt een katterig gevoel. Misschien niet bij iedereen – vast niet bij iedereen. Toch is er bij velen een gevoel van ontnuchtering : „Was dit de laatste keer, op deze manier?” Dat er min of meer onbezorgd, op belastingvrije kerosine werd gevlogen naar Mallorca of Mexico. Ook de vakantiewereld was een dorp. En kon die fossiele brandstofauto nog verantwoord worden voor langere afstanden, op drukkere wegen dan ooit?
Dat Nederland bij terugkeer in goede conditie werd aangetroffen, hoorde ook bij de vanzelfsprekendheden. Veilig, welvarend, mopperend natuurlijk, maar gezond en gelukkig. Ook daar knaagt het. Eenmaal terug dreigen er hogere energierekeningen dan ooit tevoren en een moeilijk te bedwingen inflatie. En een taai publiek debat over een harde kern intensieve boeren die hun milieubelasting ontkennen of afschuiven. Het is crisis op crisis.
Was ‘energietransitie’ eerder een meerjarenplan, nu is het individueel en dringend nodig, liefst nog dit jaar. Verwachtingen moeten echt worden bijgesteld, net als persoonlijke begrotingen en vooruitzichten. Het keiharde boerenprotest is een wanhoopskreet, maar ook een teken aan de wand.
De oorlog in Oekraïne zorgt voor een collectieve verarming, waarschuwde de minister van Financiën al. Een begrip dat voor vele Nederlanders nieuw is en onvoorstelbaar. Armer? Gaat de welvaart omlaag? Daalt het peil van de verzorgingsstaat? Hoezo dan? Bij terugkeer zijn de tekenen aan de wand nog scherper. Overal zijn personeelstekorten, van fiscus tot jeugdzorg. Het werd collectief voelbaar op het trotse Schiphol, dat in één zomer van een moderne, efficiënte en geoliede machine veranderde in een bende. Uren wachten, bagage kwijt, vlucht gemist – als dagelijkse praktijk.
Tegelijk was dat ook een psychologische oefening – desintegratie, overbelasting en ontnuchtering sluipen het zelfbeeld in. Van de honderden buiten slapende migranten in Ter Apel, de treinuitval wegens verkeersleiderstekort tot de deels gesloten horeca en dienstverlening wegens personeelstekort.
De zomer van 2022 lijkt in veel opzichten een laatste in z’n soort. Of zou dat althans moeten zijn. Hierna is het voor de burger aanpassen en bijsturen. Wat helemaal niet erg is. Sterker, het had al veel eerder moeten gebeuren.