Opinie

Een Integraal Zorgakkoord zonder duurzaamheid is onverantwoord

Zorg De zorgsector raakt achterop in het behalen van de klimaatdoelstellingen door een gebrek aan leiderschap. Dat dreigt ook bij het Zorgakkoord, schrijven , , en .

Foto Getty Images

In het Integraal Zorgakkoord (IZA) worden geen afspraken gemaakt voor verduurzaming van de zorgsector, zo blijkt uit de uitgelekte conceptversie van het document. Dit terwijl de zorgsector jaarlijks meer dan 300.000 ton afval produceert en 8 procent van de Nederlandse CO2-uitstoot veroorzaakt. Ironisch genoeg wordt klimaatverandering beschouwd als de grootste bedreiging van de volksgezondheid. Dat het IZA, als richtinggevend akkoord voor de zorg, hieraan voorbij gaat is onbegrijpelijk en onverantwoord.

Het doel van het Integraal Zorgakkoord is om voor de komende vier jaar de inhoudelijke en financiële kaders te schetsen voor de zorg binnen de Zorgverzekeringswet. Door onder andere de toenemende zorgvraag en de schaarste op de arbeidsmarkt liggen er grote uitdagingen op het gebied van de betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg. Middels het IZA wil het ministerie van VWS samen met de zestien betrokken zorgpartijen (de zogenaamde binnenring die bestaat uit branche-organisaties) een toekomstvisie schetsen. In de 113 pagina’s van de nagenoeg laatste versie (0.9) worden slechts enkele regels gewijd aan het belang van verduurzaming, met de opmerking dat afspraken hierover buiten het IZA vallen. Maar om financiële middelen vrij te maken voor verduurzaming zou dit juist integraal onderdeel moeten uitmaken van het IZA.

Klimaatconferentie

Dit klemt temeer omdat tijdens de Klimaatconferentie in Glasgow in november 2021 toenmalig minister van Volksgezondheid, Hugo de Jonge, namens de Nederlandse overheid de inspanningsverplichting aanging voor een ‘duurzame en weerbare’ gezondheidssector. De zorgsector staat, net als de rest van de maatschappij, voor de taak 55 procent minder CO2 uit te stoten in 2030 en 100 procent minder in 2050. Op het moment zijn deze doelstellingen van het coalitieakkoord ver uit beeld, want de CO2-uitstoot van de zorgsector loopt alleen maar verder op. Jaarlijks wordt er 18 megaton uitgestoten; meer dan dubbel zoveel als staalproducent Tata Steel.

Lees ook: De zes pijnpunten uit het zorgakkoord van minister Kuipers

Dit is problematisch, want klimaatverandering, het verlies van biodiversiteit en de vervuiling van het milieu hebben grote gevolgen voor de volksgezondheid. De afgelopen twintig jaar steeg het aantal hittedoden onder 65-plussers met meer dan 50 procent. Daarnaast zijn hogere temperaturen veelal gunstig voor ziekte overbrengers, zoals teken en muggen. Zo komt Lyme inmiddels vier keer vaker voor en heeft het Westnijlvirus zijn intrede gemaakt in Nederland. De gevolgen van droogte en overstromingen treffen bovendien bevolkingsgroepen die al een gezondheidsachterstand hebben het hardst. Door op de huidige voet door te gaan draagt de zorgsector indirect bij aan deze gezondheidsschade en -ongelijkheid.

Verduurzaming van de zorg is daarom hard nodig. Toch raakt de zorgsector steeds verder achterop in het behalen van de klimaatdoelstellingen door een gebrek aan leiderschap en strategie. In plaats van achterloper te zijn zou de zorg juist een voorbeeldfunctie moeten vervullen op het gebied van duurzaamheid.

Houdbaarbeid van de zorg

Tegelijkertijd komt de houdbaarheid van de zorg in het geding. Door klimaatverandering zal de druk op de zorg alleen maar toenemen. Het belang van preventie is na de coronacrisis duidelijker dan ooit. En terwijl deze crisis de barsten en scheuren in het gezondheidssysteem blootlegde, wacht ons een nieuwe gezondheidscrisis. Eén waar de nog herstellende zorgsector absoluut niet op voorbereid is.

Het zou dan ook niet meer dan logisch zijn voor het IZA om juist duurzaamheid als uitgangspunt te nemen voor de toekomstvisie op de zorg. Voor het toegankelijk en betaalbaar houden van zorg, moét deze klimaatvriendelijk en -bestendig worden. Een enorme opgave die een integrale en bindende leidraad vereist: een strategie waarin klimaatvisie en zorgvisie bij elkaar komen.

Dat het kabinet deze rol voor het IZA laat liggen is op zijn zachtst gezegd verbazingwekkend. Als vertegenwoordiger van het maatschappelijk belang zou zij duurzaamheid als kernwaarde naar voren moeten schuiven in de onderhandelingen. Maar de ministers van VWS en EZK geven niet thuis, ondanks pleidooien van verontruste zorgprofessionals en partijen langs de zijlijn (waaronder de banken). Er wordt gewezen naar elkaar en naar de betrokken branchepartijen. En al zal geen van deze partijen het belang van duurzaamheid ontkennen, uiteindelijk wegen de financiële belangen van de eigen achterban zwaarder aan de onderhandeltafel. Dat blijkt wel.

Geen enkele druk

Daardoor is het enige wat het IZA op dit moment biedt een verwijzing naar de Green Deal Duurzame Zorg 3.0 (GDDZ 3.0). Deze in ontwikkeling zijnde deal tussen zorgpartijen en het ministerie van VWS moet de verduurzaming van de zorgsector aanzwengelen. En al staan er mooie afspraken in de conceptversie van de GDDZ 3.0, er zit geen enkele druk achter. De gesprekken blijven haken op het gebrek aan draagvlak voor bindende afspraken zonder financiering. En dat geeft gelijk aan waar de crux zit; door onvoldoende verplichting en geen structurele financiering kan de Green Deal Duurzame Zorg niet snel genoeg de benodigde transitie teweeg te brengen. Zo blijft verduurzaming zowel in het ministerie van VWS als in de zorgsector een vrijblijvend hobbyproject.

Het is hoog tijd dat duurzaamheid integraal onderdeel gaat uitmaken van het denken en doen van de zorgsector. Dat vraagt om visie en duidelijke, afdwingbare doelstellingen in het IZA, die passen binnen de generieke klimaatcommitments van Nederland. Nog tot half september is er de tijd voor het ministerie van VWS om leiderschap te tonen en voor de onderhandelende partijen om eisen te stellen omtrent duurzaamheid. Want zonder duurzaamheid als uitgangspunt heeft dit Integraal Zorgakkoord geen toekomst.