Zonder gevechtservaring ging Volodymyr Tomasjov (26) de oorlog in. Op de dag van de Russische invasie in Oekraïne, 24 februari, meldde hij zich vrijwillig bij de teroborona, de ‘territoriale strijdkrachten’, een legeronderdeel voor burgers die zich vrijwillig hebben gemeld.
Wanneer ben je klaar om te vechten, werd hem gevraagd. Wanneer het nodig is, antwoordde Tomasjov. Het is direct nodig, kreeg hij te horen. Kun je schieten, was de volgende vraag. Ja, dat kon hij. Zonder voorbereiding, maar met een pistool, vertrok Tomasjov om de zuidelijke steden Cherson en Mykolajiv te verdedigen tegen Rusland.
Bijna zes maanden later ligt hij op de grond in de schaduw van een boom en pauzeert hij tijdens een tactische training op een militair oefenterrein in Zuid-Oekraïne. Rond hem een allegaartje van studenten, kunstenaars, ondernemers, ict’ers. Variërend van begin 20 tot achter in de 50. De een slank, de ander met een buik. Een enkeling met een sigaret in de mond. Sommigen hebben alleen een groen shirt en groene broek aan, anderen lopen rond met heuptassen en elleboog- en kniebeschermers. Allemaal leden van de teroborona.
Nu zijn land het afgelopen halfjaar stand heeft gehouden, is het tijd om te leren, zegt Tomasjov, die is uitgerust met een vlassig baardje, een vissershoed in camouflagekleuren en een kogelwerend vest van acht kilo, met voorop een embleem met de tekst ‘Oorlog is een hel’ in het Engels.
In twee weken krijgt zijn groep een basistraining in tactiek, schieten en medische zorg. Vandaag is het de eerste trainingsdag. „Wij – koks, ict’ers, obers, ondernemers – worden zo echte professionals. We moeten de Russen kunnen bevechten. Niet de hoeveelheid soldaten geeft de doorslag, maar de kwaliteit”, klinkt het stellig uit Tomasjovs mond.
Ook vrijwilligers mogen naar front
Hoe meer goedgetrainde vechters we hebben, hoe dichterbij onze overwinning komt, twitterde de Oekraïense minister Oleksii Reznikov van Defensie deze maand. Het front is 1.300 kilometer lang – een afstand van Utrecht tot Boedapest. Oleksii Danilov, secretaris van de nationale veiligheids- en defensieraad van Oekraïne, schreef begin juli op Twitter dat ongeveer 1 miljoen Oekraïners gevechts- en militaire ervaring krijgen. „De Oekraïense kwaliteit zal zeker opwegen tegen de Russische kwantiteit.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data89664745-0f5407.jpg|https://images.nrc.nl/EY5G9TbQdJHdiaa9jkQ8xD0-6bA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data89664745-0f5407.jpg|https://images.nrc.nl/4Ky8sBR3rIpl9QjehHQ8Sy1eNCY=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data89664745-0f5407.jpg)
Enkele dagen later zei Reznikov tegen de Britse krant The Times dat Oekraïne een miljoen soldaten met westerse wapens nodig heeft om Rusland uit het zuiden te verdrijven. Sinds het begin van de oorlog mogen mannen tussen de 18 en 60 jaar niet het land uit, zodat ze kunnen worden opgeroepen. De hele zomer hint Kiev op een tegenoffensief om de kustgebieden, waaronder de havenstad Cherson, te bevrijden.
Dat is vooral een taak van het dienstplichtige leger. Maar ook de teroborona kan hiervoor worden ingezet. Terwijl in de aanloop naar 24 februari Rusland zijn invasiemacht opbouwde, riep Kiev dit legeronderdeel in het leven. De Oekraïense burgers die zich daar vrijwillig voor opgaven, zouden in eerste instantie dorpen en steden gaan verdedigen, zodat de soldaten aan het front konden vechten. Begin mei tekende president Volodymyr Zelensky echter een wet die het mogelijk maakt de vrijwilligers ook aan het front in te zetten. Wel op verzoek van de vrijwilliger zelf, benadrukt de legerwoordvoerder op het oefenterrein.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data89670682-6bffd9.jpg|https://images.nrc.nl/QNw6k8LSJwf78dkVTDhyaupITbo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data89670682-6bffd9.jpg|https://images.nrc.nl/O5_ZkZ9WtIhLaU3l_aFTiUUmHgc=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data89670682-6bffd9.jpg)
Over het aantal leden van de teroborona, die hier een training krijgen en meevechten in het leger, doet ze geen uitspraak. Oekraïne wil Rusland niet wijzer maken dan het is. Zo op het oog gaat het om vier groepen van in totaal tachtig tot honderd man die op het oefenterrein rondlopen. Maar gelet op de schietgeluiden verderop moeten meer groepen een training volgen. Het zijn allemaal mannen.
Op het uitgestrekte oefenterrein – een open veld met hier en daar struiken en een gebouw – trainen in de brandende zon verschillende groepen. Die van Tomasjov leert patrouilleren, een andere groep leert omgaan met antitankwapens, weer een andere groep krijgt schietles.
De locatie wordt geheimgehouden om te voorkomen dat die een doelwit wordt van de Russen. Houd het maar op Zuid-Oekraïne, zegt de legerwoordvoerder. In maart bestookte Rusland een oefenterrein in West-Oekraïne. Bij die raketaanval kwamen zeker 35 mensen om.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data89672454-435180.png|https://images.nrc.nl/Ywf_I-OnJHzxL_NZzSa1Y91rLHU=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data89672454-435180.png|https://images.nrc.nl/I0gshyp_fdhYjwWd1qWsKXWEcdE=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data89672454-435180.png)
Voertaal is Russisch
„Je kont moet altijd zijn gedekt”, brult instructeur Oleksii (30). De zweetdruppels glijden van zijn gezicht. Hij geeft les aan de groep van Tomasjov, die in plukjes van vier leert in formatie te lopen. De eerste drie kijken vooruit, de laatste houdt met zijn rug naar de andere drie de achterkant in de gaten. Met zijn voet houdt hij contact met de derde persoon.
Poeh, zegt Oleksii – kortgeschoren haar met op zijn kogelwerend vest twee Oekraïense vlaggetjes geplakt – van de inspanning, als het tijd is voor een pauze. Hij benadrukt het belang van goede communicatie tijdens een patrouille. „Je moet altijd praten om elkaar te begrijpen. Hoe te bewegen, hoe elkaar te helpen. Hoe sneller ze dit leren, hoe eerder ze kunnen meedraaien in het leger.”
Tijdens de oefeningen is de voertaal niet Oekraïens, maar Russisch. Oleksii, die uit veiligheidsredenen niet met zijn achternaam in de krant wil, zegt vrij te zijn om die keuze te maken. „We gebruiken de taal die voor mensen prettig is. Als je Russisch wil praten, kan dat. De vijftigplussers zijn opgegroeid in de Sovjet-Unie met Russisch. Voor hen is het makkelijker om de training in het Russisch te krijgen.”
De Oleksii tijdens de training is een andere dan tijdens de pauze. Dan klinkt hij nors, nu is hij ontspannen, lacht hij en is hij tevreden. „De mannen zijn gemotiveerd. Ze weten waarvoor ze vechten”, zegt Oleksii. „Niemand wil onder Rusland leven. Ze willen in een vrij en democratisch land wonen. Ze vechten voor hun kinderen.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/08/data89492183-774977.jpg)
De gedrevenheid van de vrijwilligers staat in schril contrast met de berichten uit Rusland, waar de innerlijke motivatie om te vechten in Oekraïne lang niet altijd aanwezig is. De vrijwilligers worden ook geestelijk voorbereid op de oorlog: straks staan ze voor het eerst op het slagveld.
Niet de hoeveelheid soldaten geeft de doorslag, maar de kwaliteit
Volodymyr Tomasjov vrijwilliger
Op het oefenterrein is de situatie overzichtelijk. Maar op het slagveld vliegen legerhelikopters over, rijden tanks en liggen er gewonde en dode soldaten om je heen. „Niemand weet wat het met je doet als de Russen op je afkomen”, stelt de legerwoordvoerder vast.
Pas nu komen zulke trainingen voor de teroborona op gang, vertelt ze. Bij de oprichting was er geen organisatiestructuur om trainingen te geven. De twee weken durende training betekent niet dat de vrijwilligers daarna direct naar het front gaan. Daarvoor zijn meerdere trainingen nodig, zegt de legerwoordvoerder. Ze voegt eraan toe dat de teroborona voortdurend oefent. Ook met buitenlandse hulp. Op het oefenterrein hebben Britse instructeurs training gegeven.
Buitenlands wapentuig
Want naast wapens levert het Westen ook trainingen om de Oekraïners te leren vechten en hen te leren omgaan met westerse wapens. Vorige maand kwamen de eerste van in totaal tienduizend Oekraïense soldaten aan in het Verenigd Koninkrijk om in vijf weken te worden opgeleid, in onder andere tactiek, schietvaardigheid, medische zorg en oorlogsrecht. Onder hen zijn ook vrijwilligers met weinig tot geen militaire ervaring. Ze worden klaargestoomd om aan het front te vechten, schrijft het Britse ministerie van Defensie.
Dit weekend vertrokken negentig Nederlandse landmachtmilitairen om te helpen met de trainingen. In The New York Times zei Oleksii Danilov, secretaris van de nationale veiligheids- en defensieraad van Oekraïne, deze zomer dat de trainingen niet ten koste gaan van de kracht aan de frontlinies.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data89664728-21a0a0.jpg|https://images.nrc.nl/zp5YskalL1DpMFL7Un_s5Dl8ftc=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data89664728-21a0a0.jpg|https://images.nrc.nl/A9-EHdlKnzvaW6WJ1mQPh5Qeens=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data89664728-21a0a0.jpg)
Op het militaire oefenterrein zoekt Gennadi (30) – groene muts, tatoeages op zijn rechterarm – gretig naar vier gaatjes in de schietschijf, waarop hij zojuist heeft geschoten. Over een afstand van honderd meter. Zijn ogen vliegen over het bord. Eén, twee, drie… vier, telt hij. Hij is niet tevreden. De gaatjes zitten te laag, onder het hart en de buik. Een tweede poging gaat hem beter af. Drie van zijn vier schoten hebben het ‘bovenlichaam’ geraakt. De instructeur complimenteert hem met het resultaat.
Het doet Gennadi glimmen van trots op de schietbaan. „Je moet jezelf voortdurend willen verbeteren. Zo kunnen we winnen van Rusland.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/07/data88858261-31c704.jpg)