Wat maakt begraafplaats Rusthof in Leusden anders dan andere begraafplaatsen? Tot ongeveer een jaar geleden was het voor de hand liggende antwoord: de honderden in de Tweede Wereldoorlog geëxecuteerde gevangenen die er liggen, omgebracht in het naburige concentratiekamp Amersfoort.
Maar sinds september vorig jaar kleeft er nieuw leed aan Rusthof. Een groep mensen die zichzelf als spirituele onderzoekers omschrijven, hield er toen na sluitingstijd een ‘zoektocht naar paranormale energie’. Zij hadden daarvoor toestemming gekregen van de toenmalige directeur van de begraafplaats, een hoge ambtenaar van de gemeente Amersfoort.
De ‘zoektocht naar paranormale energie’ bleek te bestaan uit het aanroepen van overledenen, ook op de speciale kinderbegraafplaats. Met lichtbolletjes bij de graven werd geprobeerd contact te krijgen met de overledenen. Hun nabestaanden wisten van niets.
Met lichtbolletjes, bij de graven werd geprobeerd contact te krijgen met de overledenen
Na verloop van tijd deden geruchten de ronde over wat er op de begraafplaats was gebeurd. Later opgedoken beelden maken daarvan iets duidelijk.
„Met wie hebben we contact?”, luidt een vraag aan een overledene terwijl een lichtbolletje bij een graf opvlamt.
„Vind je het een beetje eng dat iedereen komt kijken?” vervolgt de stem.
„Dat begrijp ik wel, hoor. Kun je het lampje nog één keer laten branden? Dan weten we dat je er bent. [...] Goed zo jongen. Hield jij ook van voetbal?”
„Met papa, samen met papa kijken? [...] Ik hoor nog allemaal andere kindjes. Ik hoor jullie allemaal giechelen. Jullie mogen allemaal komen kijken, hoor.”
Bij een ander graf: „Bent U een oudere dame? Is uw overlijden heel snel gegaan?”
Achtergelaten camera
Misschien was dat allemaal onbekend gebleven, als niet een bezoeker van de begraafplaats bij toeval een achtergelaten camera van de groep had gevonden. Hij gaf die aan de directeur van de begraafplaats, die hem enige tijd achterhield. Op de camera stonden vier opnames, waarvan één overduidelijk op Rusthof gemaakt is.
Burgemeester Lucas Bolsius kwam begin oktober achter het bestaan van de gevonden camera en zocht gelijk contact met de vinder, en met de directeur van de begraafplaats om te achterhalen wat er eigenlijk gebeurd was. In het geruchtencircuit ging het inmiddels over meerdere nachtelijke seances op begraafplekken zelf. Er circuleerden doodsbedreigingen op sociale media. En de vraag was of hier sprake was van grafschennis.
De ‘zoektocht’ op de begraafplaats heeft nabestaanden, de gemeente, de Nationale Ombudsman en het Openbaar Ministerie sindsdien beziggehouden. Er zijn nog veel open vragen. Zo is tot op de dag van vandaag de identiteit van de groep ‘spirituele onderzoekers’ niet openbaar geworden. De directeur van de begraafplaats, die sinds vorig najaar in de ziektewet zit en niet zal terugkeren, heeft die niet willen geven. Bolsius weet ook niet wie er achter de groep zitten. Hij heeft sporadisch contact met iemand die zegt woordvoerder van de groep te zijn, maar over zijn betrokkenheid bestaat onduidelijkheid.
Aangifte
Bolsius organiseerde op 14 oktober een besloten informatieavond met ouders van kinderen op de begraafplaats. Hij was er zelf bij aanwezig, samen met de toenmalige directeur van Rusthof. Het was vooral een emotionele bijeenkomst, die begon met het noemen van de namen van alle kinderen die daar ter aarde waren besteld, vertelt Bolsius. „Zijn ze bij mijn kinderen geweest”, was vervolgens de belangrijkste vraag. „En was er grafschennis gepleegd?” En waarom had die directeur toestemming gegeven voor dat paranormale onderzoek? Hij zei dat de groep bestond uit ervaringsdeskundigen die in binnen- en buitenland onderzoek hadden gedaan, zo blijkt uit geluidsopnames van die avond. Vrijwilligers met jarenlange ervaring. Wie ze waren, wist hij ook niet. Hij had de gegevens van die woordvoerder, dus het moest mogelijk zijn om contact te leggen met de ouders.
Bij de nabestaanden heersten woede en ongeloof. Ze begrepen niet waarom er toestemming was gegeven voor deze bijeenkomsten. Sommige nabestaanden wilden hun geliefden laten herbegraven, op een andere begraafplaats. In negen gevallen is dat inmiddels gebeurd. De gemeente Amersfoort heeft de kosten daarvan op zich genomen. Inmiddels is er al 165.000 euro uitgegeven en de finale rekening is nog niet opgemaakt. Allerlei procedures en rechtszaken lopen nog.
Voor burgemeester Bolsius is het sinds de videobeelden uitlekten bestuurlijk spitsroeden lopen. Het drama raakt hem ook persoonlijk. Zijn schoonvader ligt op Rusthof begraven. En hij kent meerdere nabestaanden uit zijn eigen netwerk. Zoals een vader die als een van de eersten zijn begraven kind van Rusthof wilde hebben. Opgraven en alsnog cremeren, was zijn wens. „Dat raakt me dan ook als mens en vader”, blikt Bolsius terug.
Het herbegraven was een dramatisch dieptepunt in de hele affaire. „Dat hebben we zoveel mogelijk begeleid, vertelt Bolsius. „Sommige ouders zeiden me: ‘we hebben ons kind weer thuis’. Andere ouders twijfelden, daar was ook ruimte voor.”
Bolsius kon op de informatieavond geen antwoord geven op de vraag of er sprake was geweest van grafschennis. Van het Openbaar Ministerie had hij begrepen dat er al onderzoek liep omdat een aantal ouders aangifte had gedaan.
Hij besloot na die bijeenkomst dat er ook onafhankelijk onderzoek moest komen en zocht daarvoor contact met de Nationale Ombudsman, Reinier van Zutphen, die hem vanaf zijn vakantieadres medewerking toezegde. „Daar was ik blij mee, want ik wilde de ouders recht in de ogen kunnen kijken.”
De Ombudsman rondde in twee maanden tijd zijn onderzoek af met als belangrijkste conclusie dat toestemming voor die seances nooit verleend had mogen worden. En dat de gemeente het contact met de nabestaanden had verloren door weinig te communiceren in de tijd dat de Ombudsman zijn onderzoek uitvoerde. Een pijnlijke conclusie, vond Bolsius. Want de gemeente had er juist alles aan gedaan om iedereen te informeren. „Het ging hier om 9.000 graven en we hebben zoveel mogelijk alle nabestaanden aangeschreven. Ik heb nog contact gehad met nabestaanden in Indonesië, van wie hier een kind begraven ligt. Terwijl ik veel antwoorden ook niet had: bij welke graven waren ze geweest? Wie het waren? We wisten dat allemaal niet.”
Informatie achtergehouden
In november, terwijl het onderzoek van de Ombudsman in volle gang was, barstte er nog een bommetje op het stadhuis. De directeur van de begraafplaats bleek cruciale informatie te hebben achtergehouden. Hij had mails met verslagen van dat onderzoek en beeld- en geluidsfragmenten van het ‘spiritueel onderzoek’ op graven. Bolsius wist daar eerder niets van, de Ombudsman ook niet. Op het stadhuis was iedereen geschokt: „Ik dacht op die bijeenkomst met de ouders dat ik die nabestaanden naar eer en geweten in de ogen had gekeken. Maar dat was dus niet zo. De directeur die naast me zat, had informatie achtergehouden. Terwijl ik dacht dat we op basis van vertrouwen opereerden.”
Er kwam integriteitsonderzoek naar het handelen van de directeur en een van zijn medewerkers. Dat is nog niet afgerond. Bolsius wil daar nu weinig over kwijt. Wel is bekend dat de digitale postbus van de voormalige directeur en een tweede ambtenaar onderzocht moesten worden. Daar gelden speciale procedures voor. De uitkomsten van dat onderzoek lieten ook op zich wachten omdat de directeur zo ziek was dat hij lange tijd niet gehoord kon worden. Het is, wat Bolsius betreft, aan de gemeentesecretaris om de bevindingen uit dat onderzoek af te handelen.
Bijna een jaar na die seances weet Bolsius nog steeds niet wie er achter de ‘onderzoeksgroep’ schuil gaan en hij heeft ook niet meer zo’n behoefte dat te weten. „Die toestemming had nooit gegeven mogen worden. En ik heb er niets mee, wat ze wel of niet wilden. Ik weet alleen dat het diepe emoties heeft losgemaakt bij heel veel mensen.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/04/data84542280-c8eaee.jpg)
Spirituele groep weigert contact
Vier nabestaanden hebben, na bemiddeling van Bolsius, inmiddels een gesprek gehad met leden van de spirituele groep. Verder weigert de groep ieder contact, ook met NRC. De groep liet via de gemeente Amersfoort anoniem weten daar geen behoefte aan te hebben, om nabestaanden verder leed te besparen en „omdat wij al vele bedreigingen toegewenst hebben gekregen”.
„Ik kan ze ook niet dwingen”, zegt Bolsius. Ze hebben zelf ingestemd met contact met die vier nabestaanden omdat de graven van hun overledenen zichtbaar waren op die beeldfragmenten. Met andere nabestaanden willen ze niet praten en ik moet ook rekening houden met hún recht op privacy.”
Of dat recht overeind blijft, moet nog blijken. Twee nabestaanden proberen via de rechter de gemeente te dwingen tot het vrijgeven van hun identiteit. Zij willen voor hun verwerkingsproces weten wat er rond het graf van hun twee overleden dochters gebeurd is en de ‘paranormale onderzoekers’ in de ogen kunnen kijken. De rechter oordeelt deze maand of de gemeente daaraan moet meewerken. „Veel nabestaanden vinden dat ze goed geïnformeerd zijn, die willen dit ook afsluiten”, zegt Bolsius. „Maar voor een aantal ouders zal welk antwoord dan ook onvoldoende zijn.”