Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) heeft afgelopen maanden honderden asielzoekers die pas kort in Nederland waren ongeïdentificeerd naar noodopvanglocaties gestuurd. De Nationale Politie was hier woedend over, uit angst om ongedocumenteerden uit het oog te verliezen. Dit blijkt uit onderzoek van NRC en wordt bevestigd door het COA en de politie.
Het overplaatsen gebeurde met asielzoekers die zich in Ter Apel wilden melden, maar voor wie door de opvangcrisis geen plek was. Ze werden halsoverkop ongecontroleerd in touringcars naar noodopvanglocaties elders gebracht. Dat is tegen de afspraken in: vreemdelingen moeten eerst vingerafdrukken afgeven, documenten tonen aan de politie en op de foto voor ze vervoerd en opgevangen mogen worden. Volgens bronnen van NRC werden sinds mei ongeveer 1.200 asielzoekers op deze manier verder gestuurd. De vrees is dat dit opnieuw kan gebeuren als het weer te druk wordt in Ter Apel.
Al in mei liep de spanning tussen het COA en de politie zo hoog op dat de politietop tijdelijk uit een belangrijk crisisoverleg stapte – met onder meer het COA, de immigratiedienst IND en het ministerie van Justitie en Veiligheid. De politie voelde zich in de steek gelaten omdat het COA had beloofd dat asielzoekers niet meer op deze manier zouden worden overgeplaatst. Een politiewoordvoerder laat weten dat de organisaties „inmiddels” weer met elkaar om tafel zitten. De registratie-achterstand wordt zo snel mogelijk weggewerkt, zegt de politie.
Het COA zegt dat mobiele identificatie- en registratieteams asielzoekers in de noodopvanglocaties alsnog identificeren. Bronnen weerspreken dit en zeggen dat hier nog discussie over is, omdat de politie haar mensen niet kriskras het land in wil sturen en alleen in Ter Apel en Budel asielzoekers wil registeren.
De politie en het COA ruziën al langer over het toezicht op asielzoekers. Toenmalig minister van Justitie Ferd Grapperhaus (CDA) beloofde bijna anderhalf jaar geleden dat het COA de locatiegegevens van bewoners dagelijks in een al bestaand systeem zou zetten. Het COA verzuimde dit te doen, bevestigt een woordvoerder van de politie, ondanks herhaaldelijk aandringen van de politie. De politie weet hierdoor niet precies waar de asielzoekers wonen. Volgens een politiewoordvoerder moet nu per opvanglocatie opgevraagd worden wie zich daar bevindt. Dit kost volgens de woordvoerder „extra tijd en handelingen en is niet ideaal”.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/07/web-3007zatbijromy25.jpg)
Het COA zegt de locatiegegevens van asielzoekers wel in het systeem te zetten, maar dat door „capacitaire krapte en de verschillende opvangvormen” bij het COA de politie mogelijk niet altijd weet waar een asielzoeker is. „Het is ons niet bekend dat de politie er het afgelopen jaar herhaaldelijk op heeft aangedrongen de verblijfsgegevens van bewoners in het systeem te zetten.”
Uitwisseling gestopt
Tot een paar jaar terug deelde het COA persoonsgegevens zoals naam, leeftijd, godsdienst, etniciteit en land van herkomst dagelijks en geautomatiseerd met de politie. Deze gegevensuitwisseling stopte nadat NRC in 2020 schreef dat dit onrechtmatig was. Al deze data moesten uit verschillende politiesystemen worden gewist.
De politie vroeg het COA daarna herhaaldelijk om vanuit het belang van de nationale veiligheid toch meer informatie te delen. In een brief aan het COA benadrukte ze dat het delen van gegevens noodzakelijk was, omdat anders mogelijk signalen van mensenhandel of terrorisme worden gemist. Het COA gaf hier niet aan toe.
In januari 2021 schreef Grapperhaus aan de Tweede Kamer dat er een oplossing was gevonden waardoor de politie en het COA toch gegevens van asielzoekers konden delen. Hij beloofde dat het COA de gegevens in een bestaand systeem zou zetten. Dat gebeurt nog steeds onvolledig.