In Zuid-Afrika wil niemand Afrikaanstalige literaire iconen nog koesteren

Ingrid Jonker Dichter Ingrid Jonker werd mede dankzij Nelson Mandela een cultuuricoon. Bijna 30 jaar later is er in haar geboorteland Zuid-Afrika geen interesse meer in haar archief.

Zuid-Afrikaans dichter Ingrid Jonker.
Zuid-Afrikaans dichter Ingrid Jonker. Collectie Literatuurmuseum

Die kind wat dood geskiet is deur soldate by Nyanga’: deze woorden dit gedicht van de Zuid-Afrikaanse dichter Ingrid Jonker (1933-1965) ging in 1994 de hele wereld over. De toen kersverse president Nelson Mandela citeerde het tijdens zijn openingsspeech op 23 mei 1994 in de live uitgezonden eerste zitting van het eerste democratische parlement van Zuid-Afrika. Haar nalatenschap gaat na twee decennia getouwtrek naar het Literatuurmuseum in Den Haag.

De tragische dichter die in de nacht van 18 op 19 juli 1965 de zee in was gelopen om zelfmoord te plegen was een van Zuid-Afrika’s belangrijkste Sestigers, een groep die in hun werk tegen de Apartheid ageerden. Na haar dood was haar nalatenschap in bewaring gegeven aan het National English Literary Museum in Grahamstown, maar omdat Anna Jonker een biografie over haar beroemde zuster wilde maken, was de collectie in bruikleen aan haar gegeven. De biografie kwam er niet.

Lees ook: Liefde is… jezelf in leven houden

Na Anna Jonkers dood toonde geen enkele Zuid-Afrikaanse instelling belangstelling voor de literaire erfenis. Een neef en de dochter van Ingrid Jonker ruzieden om wie de nalatenschap toekwam, terwijl de neef intussen losse stukken verkocht via antiquariaten.

Skaap in ’n brandnetelveld

Wanneer Gerrit Komrij, die haar werk in het Nederland bloemleest en vertaalt, hoort dat haar archief in stukjes en beetjes verdwijnt, koopt hij alles op. Zijn koop leidt echter tot een rel in Zuid-Afrika: Komrij zou nationaal erfgoed het land uit te hebben gesmokkeld, een heler en neokolonialist zijn. In de krant Die Burger verdedigt Komrij zich met de woorden dat hij zich voelt als ‘’n skaap wat in ’n brandnetelveld gaan sit het’ – hij was tot de koop overgegaan uit vrees dat de documenten voorgoed verloren zouden gaan.

In het testament van Komrij, die in 2012 overleed, stond dat het hele archief terug moest naar Zuid-Afrika. Komrij’s weduwnaar Charles Hofman, en na diens dood de letterkundige Arie Pos, onderzochten of dat verstandig was. Pos: „De positie van het Afrikaans was meer en meer in de verdrukking gekomen door de taalpolitiek van de Zuid-Afrikaanse regering en de stijgende bewustwording over de meertaligheid van het land. Dit jaar werd duidelijk dat de situatie alleen maar was verslechterd en dat een terugkeer van de Jonker-collectie naar Zuid-Afrika geen garanties zou bieden voor de veiligheid en raadpleegbaarheid ervan. In overleg met de erven werd besloten die te schenken aan het Literatuurmuseum in Den Haag.”

Korreltjie klein is my woord / korreltjie niks is my dood’ dichtte Jonker. Het archief van een nationaal cultuuricoon wier werk door het Apartheidsregime werd verguisd, is nu definitief weg uit Zuid-Afrika.

Een expositie over Ingrid Jonker is vanaf 27/8 in het Literatuurmuseum