Wielrennen als achtergrond voor een verhaal over vriendschap: het is niet het meest oorspronkelijke uitgangspunt dat de makers van Vuelta hebben uitgekozen. In de voorstelling van Het NUT die deze dagen op De Parade te zien is, spelen acteurs Dennis Coenen en Marcel Roelfsema twee vrienden die broederlijk de rangen van de wielersport beklimmen, tot de een de ander op het moment suprême een mes in de rug steekt. De acteurs geven een zeer fysieke performance weg: op vastgezette fietsen op het podium simuleren ze de fietstochten van de vrienden tot het zweet ze van het gezicht gutst.
Het levert echter nul inhoudelijke spanning op. De tekst van Frank Heinen lepelt cliché na cliché op (de mannelijke trots en competitiedrift staan centraal, maar ook dopingschandalen, de keuze tussen familie en carrière en de tol van de roem worden kort en inspiratieloos aangestipt) en de spelregie van Reinout Bongers is rechttoe-rechtaan. Vuelta biedt van begin tot eind geen enkele verrassing.
Dat je op een festival als De Parade ook toegankelijk kan zijn zonder in totale gezapigheid te vervallen, bewijzen De Poezieboys (acteurs Jos Nargy en Joep Hendrikx) samen met auteur Joost Oomen en componist Willie Darktrousers. Het viertal ging op zoek naar werk en leven van de extreem obscure, begin twintigste-eeuwse dichter Jörgi Eisføgl. De makers stuitten in een antiquariaat op een van zijn gedichten en raakten gefascineerd, des te meer toen ze erachter kwamen dat een zoektocht op Google geen enkel resultaat opleverde.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data88727218-a4daad.jpg|https://images.nrc.nl/w_XLZZ-U7ZXW5qotM6B5rWvz798=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data88727218-a4daad.jpg|https://images.nrc.nl/8r_kVC_jI8EAukpC7dAF6lW0w-k=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data88727218-a4daad.jpg)
Directe speelstijl
Literatuuronderzoek leidde nauwelijks tot meer informatie, en in Eisføgl proberen de makers daarom een verhaal te maken van welgeteld drie gedichten en drie biografische details. Dat dat toch interessant theater oplevert, is te danken aan de enthousiasmerende, directe speelstijl en de focus op de schoonheid van het afwezige: het gebrek aan feiten biedt de makers de mogelijkheid om associatief te werk te gaan. In een combinatie van theatrale voordrachten, uiteenzettingen van het onderzoek en de muzikale interventies van Darktrousers scheppen de makers een ode aan het obscure en het verborgene in een tijd waarin alles van iedereen op straat ligt.
Theatermaker Steef de Jong trakteert het publiek in Een luitenant op eenzelfde soort enthousiasme – in zijn geval betreft die het operettegenre, en in deze voorstelling specifiek Ein Walzertraum van Oscar Straus. De Jong legt ons uit dat hij dit najaar een bewerking van het stuk zal maken bij de Weense Volksopera, maar dat hij ter voorbereiding met ons in sneltreinvaart door de operette zal gaan. Daarvoor heeft hij een levensgroot schetsboek voorbereid, dat als geestig houtje-touwtjedecor voor deze Parade-versie dient.
Maar zelfs met ‘turbogeschwindigkeit’ voelt het nog te uitgesponnen. Straus’ operette is een dodelijk saaie klucht met bordkartonnen personages, voorspelbare soapverwikkelingen en een ouderwetse moraal. De Jong weet met zijn ironiserende spel en het visuele vernuft van zijn pop-upscenografie de verveling enige tijd op afstand te houden, maar uiteindelijk voelt het toch alsof een superfan van Goede Tijden, Slechte Tijden je met glanzende ogen de plotwendingen navertelt: leuker voor de verteller dan voor degene die naar diens onbegrijpelijke fascinatie moet luisteren.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/07/data87872225-6ea21d.jpg)