Burgemeester Close maakt zich geen zorgen over drugstoerisme door legalisatie cannabis. „Je vertelt de toerist duidelijk wat wel en niet kan.”

Foto’s Ans Brys

Interview

‘Ik ken werkelijk niemand die nog nooit een jointje heeft geprobeerd’

Philippe Close Burgemeester van Brussel

Legaliseer cannabis en maak zo ruimte om échte drugsproblematiek te bestrijden. Als het aan de Brusselse burgemeester Close ligt, gebeurt dat snel. Desnoods wil hij ermee de Belgische verkiezingen in.

De burgemeester van Brussel staat buiten het hoofdstedelijk stadhuis in de miezerregen aan een deelstep te morrelen. Hij krijgt het slot er via de applicatie op zijn telefoon niet op. „J’arrive, j’arrive”, zegt hij, verdwaald tussen het hier en de digitale wereld.

Een paar minuten later vertelt hij in zijn statige werkkamer dat hij eerder die ochtend nietsvermoedend op de tram stond te wachten toen een voorbijganger hem vertelde welke dag het is: „21 juli meneer le bourgmestre, de nationale feestdag. Er rijden helemaal geen trams vandaag.”

En dus dokkerde hij per step over de kasseien van de Grote Markt om te komen praten over het plan dat hij drie dagen eerder in alle Belgische kranten lanceerde; Philippe Close (51), naast burgemeester van Brussel ook vicevoorzitter van de federale regeringspartij PS, wil na het zomerreces een „sereen debat” op nationaal niveau over de decriminalisering en uiteindelijk legalisering van cannabis, deels naar Nederlands voorbeeld. „We hebben het er al jaren niet meer over in België, omdat we de problemen die drugs veroorzaken niet willen zien.”

Die problemen komen steeds vaker naar Brussel. In de eerste zes maanden van dit jaar vonden er in de straten van Brussel al 22 drugsgerelateerde schietpartijen plaats. Vaak ging het om afrekeningen in de cocaïnehandel. Met een legalisering van cannabis hoopt Close capaciteit bij de politie vrij te maken om die zware drugscriminaliteit aan te pakken. „Dat zijn agenten die nu hun tijd verdoen met het oppakken van mensen die een jointje staan te roken. Zij moeten een proces-verbaal opmaken, maar het komt vervolgens nooit tot juridische stappen, omdat cannabisgebruik in België de laagste vervolgingsprioriteit heeft. Dat is totale hypocrisie.”

De Belgische opiumwet dateert van 1921. Na een hervorming in 2003 is cannabisgebruik nog altijd verboden, maar wordt ‘in geval van de vaststelling van het bezit door een meerderjarige van een gebruikershoeveelheid van cannabis dat niet vergezeld gaat met openbare overlast of met problematisch gebruik, slechts tot registratie door de politie overgegaan’. Die basiswet is meer dan een eeuw oud, zegt Close, nippend aan een kop thee. „Het is tijd voor een wet die beter aansluit op onze samenleving van nu. Want dit heeft zo geen betekenis. Deze wet blokkeert het debat.”

Hij pleit voor een „nationaal drugsplan”, waarin hij federale, regionale en gemeentelijke instanties, nu eilandjes in het moeras van de Belgische staatsstructuur, samen wil laten werken op het gebied van preventie en behandeling om van drugs af te komen. Close: „We weten dat drugs er zijn in onze samenleving. Waarom sluiten we onze ogen dan voor de problematiek? Als men er in dertien Amerikaanse staten, in Luxemburg, Duitsland en ook bij jullie in Nederland in slaagt om het over een oplossing te hebben, dan moet België dat toch ook kunnen? Wie denkt dat deze problematiek alleen door de politie zal worden opgelost, zit fout. Waarom luisteren we op het gebied van drugs nooit naar artsen, psychologen, maatschappelijk werkers? Zij zijn degenen die met drugsverslaafden werken. Laten we ons concentreren op preventie. Niet op afstraffen.”

Vorige week maakten regeringsfunctionarissen van Duitsland, Luxemburg en Malta in een gezamenlijke verklaring bekend dat ze cannabis in de nabije toekomst steeds verder willen reguleren. Teelt, verkoop en gebruik kan daar straks onder voorwaarden. België was niet bij dat overleg aanwezig. Close: „Maar toch gaat het helpen dat omringende landen, die cultureel en politiek dichtbij ons staan, in beweging komen. Dit is het moment om het debat te gaan voeren.”

„Mensen die drugs gebruiken, worden als mislukking gezien. Ik zeg: laten we ze helpen.”

Uw ambtgenoot Bart De Wever (N-VA), burgemeester van Antwerpen, staat lijnrecht tegenover u. Hij is al jaren bezig met een war on drugs, omdat de drugsgerelateerde criminaliteit vooral zijn stad teistert.

„Hij heeft recht op zijn mening en standpunt, maar ik denk dat hij zich vergist. De nationalistische partijen in België staan hier trouwens alleen in, samen met [christen-democratische] CD&V. In Franstalig België is iedereen het unaniem met me eens, en dat verbaasde me eerlijk gezegd best wel. Ik dacht: mensen gaan roepen dat deze burgemeester gek is. Maar ik heb de afgelopen week alleen maar positieve reacties op mijn plan gekregen.”

Waarom ligt het debat over drugs in België zo gevoelig?

„Omdat we bang zijn voor wat drugs vertegenwoordigen in onze maatschappij. Mensen die drugs gebruiken, worden als mislukking gezien. We duwen ze weg. Ik zeg: laten we ze helpen. Let wel: ik ben vóór een zware repressie tegen drugssmokkelaars en handelaars. Daar sta ik om bekend, net als mijn goede vriend Ahmed Aboutaleb in Rotterdam, omdat ik denk dat de eerste slachtoffers van drugsgeweld de mensen in de volksbuurten zijn. Maar als ik zie dat een probleem niet alleen door de politie kan worden opgelost, moet ik op zoek gaan naar andere oplossingen. Dit is iets voor de sociale en medische instanties. Ik zie een joint als een glas whisky. Als je dat neemt op zaterdagavond, heb je geen probleem. Wel als je er je dag mee begint. Dan heb je hulp nodig.”

Hoe wilt u te werk gaan?

„Ik ben voor legalisering. Maar ik ken België, en dat gaat niet meteen. Dus we beginnen met decriminaliseren als eerste stap. Bezit en gebruik van cannabis is dan niet langer strafbaar.”

Zoals in Nederland?

„Jullie gedoogbeleid is nu al meer dan veertig jaar oud. Wij kunnen leren van de expertise die jullie hebben opgebouwd. Het is niet dat alle drugscriminaliteit is verdwenen, dat weet ik ook wel. Jullie hebben een groot maffiaprobleem. Maar daar wordt bij jullie tenminste over gesproken, het wordt aangepakt. Ik wil hier in België ook een drugsdebat, niet alleen met de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie, maar ook van Volksgezondheid. Samenwerken met Nederland, Duitsland en Luxemburg. We kunnen dit samen oplossen. Cannabis is overal. Ik ken werkelijk niemand die nog nooit een jointje heeft geprobeerd. Maar in België weten mensen niet waar ze naartoe moeten als hun gebruik uit de hand loopt. Gebruikers worden uitsluitend als criminelen gezien. Dat kan allemaal veel beter. Uiteindelijk wil ik legaliseren, distribueren, produceren en controleren, en daarnaast preventieprogramma’s beginnen. Precies zoals in Quebec. Daar organiseert de staat de productie, de distributie, en zelfs de verkoop. Ik gebruik Canada graag als voorbeeld omdat we binding met hen hebben, vanwege de taal. Door de legalisering daar normaliseert de consumptie van cannabis.”

Uit de eerste studies naar The Cannabis Act in 2018 blijkt juist dat het gebruik in Quebec is toegenomen.

„Ik heb uiteraard aan onze diensten gevraagd of dat ook bij ons te verwachten valt, en dat is niet meteen duidelijk.”

De Verenigde Naties waarschuwen in een recent rapport daarnaast voor steeds hogere concentraties van de werkzame stof THC in cannabis. Bent u niet bang dat meer mensen bij legalisatie in de problemen raken?

„Niet als we de gehele keten in handen krijgen, zoals in Quebec. Dan kunnen wij ook de concentraties bepalen. Bovendien gaat dat de staat ook geld opleveren [ruim 144 miljoen euro per jaar, berekende onderzoeksbureau Groupe Vendredi]. Dat is uiteraard niet de eerste prioriteit. Dat is de volksgezondheid, altijd heel belangrijk geweest voor PS.”

Dus als het aan u ligt komen er coffeeshops in Brussel?

„Ja, ik hoop het. Er zijn nu al van die winkeltjes die cannabissnoepjes verkopen, zonder THC, denken we. Ik zeg: laten we het inkaderen. Ze mogen bijvoorbeeld niet te dicht bij scholen staan.”

Er gaan dan ook toeristen naar Brussel komen om te blowen. In Amsterdam wil uw collega Femke Halsema dat juist aan banden leggen.

„Ik heb vaak met Femke om tafel gezeten en ik weet wat de problemen in Amsterdam zijn. Uiteindelijk gaat het gewoon om goed stadsbeheer; je vertelt een toerist duidelijk wat wel en wat niet kan. De excessen probeer je te weren. Maar steden als Amsterdam en Brussel hebben ook toerisme nodig. Zonder zijn we verloren.”

Vindt u het niet erg als uw stad te boek zou komen te staan als…

„…als cannabisstad? Dat wil niemand. Maar Brussel heeft nog veel meer te bieden dan dat.”

Wanneer gaat u dat serene nationale debat organiseren?

„Ik hoop dat we dit nog deze regeringsperiode gaan behandelen. Maar zo niet, dan wordt de legalisatie van cannabis voor PS een belangrijk thema in aanloop naar de verkiezingen van 2024. We willen dat er cannabiswetgeving wordt opgenomen in het nieuwe regeerakkoord.”