Op papier kwamen er in Stroe 25.000 huizen bij

Standplaats Stroe Het verhaal van Stroe deze zomer is een verhaal van twee kaarten. Op de ene zagen boeren hun bedrijven meer dan gehalveerd worden, op de andere zagen bewoners 25.000 woningen ingetekend.

De boerderij in Stroe waar in juni protest was tegen de stikstofplannen van het kabinet. Op de achtergrond Natura 2000-gebied dat het kabinet wil beschermen.
De boerderij in Stroe waar in juni protest was tegen de stikstofplannen van het kabinet. Op de achtergrond Natura 2000-gebied dat het kabinet wil beschermen. Foto Eric Brinkhorst

Voor wie van bovenaf naar Stroe kijkt is het niet te missen. Hier, op luttele kilometers van Lunteren, het geografisch hart van Nederland, komt alles samen. Snelweg en spoorlijn, natuur en landbouw, recreatie en industrie. En dat alles op nog geen drie kwartier rijden van het centrum van Amsterdam.

Dat planologen op zoek naar bouwgrond om de overvolle Randstad te ontlasten uitgerekend híer uitkomen, dat begrijpen dorpsvertegenwoordigers Arie van Oosterom (63) en Gerrit den Hartog (78) dus ook wel. „Ik wil je iets laten zien”, zegt Den Hartog.

Hij toont de voorkant van een „dorpsontwikkelvisie” die de twee een kleine vijftien jaar geleden samen met de rest van het dorp hebben opgesteld voor de periode 2010 – 2030. Te zien is een rij windmolens, een hoog flatgebouw, een voetbalstadion met de omvang van de Johan Cruijff Arena. De afbeelding was bedoeld om te prikkelen, stelt hij. „Als we niets doen, wilden we hiermee laten zien, dan is dit hoe onze toekomst eruitziet.” Van Oosterom vult aan: „Mensen zijn hier niet zo van het vergaderen. Maar als je met zo’n plaatje aankomt, dan zit het dorpshuis meteen vol.”

De twee willen maar zeggen: helemaal verrast waren ze niet toen daags na de landelijke boerenprotesten in Stroe, gehouden op 22 juni, uit de lokale krant bleek dat de provincie Gelderland in een Statenbrief over woningbouw ‘Stroe City’ had ingetekend, een uitbreiding van de bestaande gemeenschap van 1.650 zielen met maar liefst 25.000 nieuwe huizen. „Stroe City heeft veel potentie”, schreef de provincie. Met in beknopt ambtenarenjargon daarbij: „Vanuit ligging, vanuit bodemwatersysteem, potentie nieuw treinstation.” En, lont in het kruitvat natuurlijk in tijden van hoogoplopende stikstofspanning: „Voorwaarde is koppeling met sanering landbouw (vliegwiel). (…) Richten op overloop en betaalbare woningen.”

Een fontein met een hert

Hier zagen boeren zwart op wit bevestigd wat een aantal van hen altijd al vermoedde: dat het stikstofbeleid slechts een middel zou zijn om hen van hun land te krijgen, zodat de vrijgekomen landbouwgrond voor woningbouw kan worden gebruikt.

Van Oosterom en Den Hartog zijn betrokken bij de dorpsbewonerscommissie van de lokale vereniging Plaatselijk Belang. Deze werkgroep staat namens de Stroese gemeenschap in verbinding met de gemeente, Barneveld, en de provincie Gelderland. Gekozen volksvertegenwoordigers zijn ze niet, maar informeel worden de twee toch als de burgemeesters van het dorp beschouwd, zo geven ze ietwat besmuikt toe.

Hun wapenfeiten zijn in elk geval voor iedereen zichtbaar. Neem de fontein tegenover de Spar, op het pleintje dat nog het meest in de buurt van een dorpshart komt. Op de fontein torent – hoe kan het ook anders hier op de Veluwe – een hert.

„Helemaal zelf gefinancierd, door ondernemers uit de buurt”, zegt Den Hartog trots. „Maar het was nog niet eenvoudig om de gemeente te overtuigen dat het er ook mocht komen”, vult van Oosterom aan. „Terwijl Barneveld zelf vol met die dingen staat.” Uiteindelijk overtuigden de twee de wethouder ervan dat de gemeente de rekening voor het water betaalt en bijdraagt aan het onderhoud. Een geslaagd voorbeeld van hoe burgers, ondernemers en gemeente samen kunnen optrekken, stellen de twee nu vast. Van Oosterom: „Je hebt mensen nodig zoals wij, die zo gek zijn om op hun vrije avond te luisteren naar wat er in de gemeenteraad en in de provincie over ons gezegd wordt. En als je die bestuurders en ambtenaren vervolgens leert kennen, dan lukt er veel.”

‘Niemand zag dit aankomen’

Hoewel de inhoud van de Stroe City-plannen de mannen niet écht verraste, verraste het proces vanuit de provincie des te meer. „Niemand had hier in Stroe iets over deze plannen gehoord. Nie-mand”, bezweert Den Hartog. „Om dan in de krant te lezen dat de provincie zo over ons denkt… Zo doe je dat hier niet.”

Terwijl, zeggen de twee, niemand in het dorp tegen nieuwe woningen is. „Wij zien ook niet graag dat onze jonge mensen naar Barneveld of Ede moeten voor een betaalbaar huis”, zegt Den Hartog. Voor Van Oosterom was deze trek de reden om maatschappelijk actief te worden. „Ik zat in het schoolbestuur en zag het aantal leerlingen afnemen. De minimumgrens kwam gevaarlijk dichtbij. We wisten: we moeten ingrijpen om het dorp leefbaarder te maken. Daar horen betaalbare woningen bij.”

„Betrek ons van het begin bij de plannen, en laat verandering geleidelijk plaatsvinden”

Hun frustratie: het dorp is al jaren bezig om de bedrijvigheid – een transportbedrijf, bijvoorbeeld, maar ook een fabriek voor fietsonderdelen – op een nieuwe locatie buiten de dorpskern te concentreren. De vrijgekomen ruimte, midden in het dorp, zouden de twee willen benutten voor woningen. Van Oosterom: „Als je ziet hoe moeilijk het is om zelfs maar een paar nieuwe woningen te realiseren… Dan is het toch onbegrijpelijk om te lezen dat de provincie denkt dat hier ineens een stad kan verrijzen.”

Gerrit den Hartog is een man van slogans. Zo bedacht hij eens de leuze ‘Van heide naar weide’ voor Stroe. „We zitten hier precies voor de poort van de Veluwe.” Zijn vrees is dat al te grootschalige woningbouw tot een nieuwe slagzin zal leiden: „Van steen tot steen.” En daarmee verliest Stroe juist wat de plek nu zo aantrekkelijk maakt voor bezoekers, stellen de twee. Van Oosterom: „Stel, je woont in Lelystad, tussen de windmolens. Je hebt het hele jaar hard gewerkt en je wilt op vakantie. Dan kom je nu lekker naar Stroe. Maar als hier een stad verrijst en misschien ook wel van die dingen verrijzen. Waarom zou je hier dan nog heen komen?”

Zekere weerzin tegen de overheid

Uit hun woorden spreekt een zekere weerzin tegen een overheid die met de mond belijdt vóór bewonersparticipatie en inspraak te zijn, maar uiteindelijk gewoon doet wat nodig wordt geacht. „En wát ze doen, wekt dat nu zoveel vertrouwen?”, voegt Van Oosterom toe, terwijl hij naar de gaswinning in Groningen en de Toeslagenaffaire verwijst. „Betrek ons van het begin bij de plannen, en laat verandering geleidelijk plaatsvinden”, bepleit Den Hartog op zijn beurt. „Dan vind je als overheid ons echt niet tegenover je.”

Lees ook Voor de bewoners van Stroe is de natuur een prestatie

En ja, geven de mannen aan, wie weet ontstaat er in de loop der decennia dan alsnog een Stroe City. „We zouden bijvoorbeeld best wat meer winkels willen dan alleen de Spar. En de Spar kan de boodschappen ook goedkoper maken als er meer mensen hun winkelwagentje komen volladen”, zegt van Oosterom pragmatisch. „En een station in Stroe? Liever vandaag dan morgen.” Wie nu met de trein naar Barneveld – tien kilometer verder – wil, moet via Apeldoorn naar Amersfoort om daar op de Valleilijn te stappen. „Terwijl: je kunt in minder dan tien minuten in Barneveld zijn.”

Een dorp verderop, in Kootwijk, wordt duidelijk dat de afkeer van een overheid die zegt te luisteren, maar uiteindelijk gewoon haar eigen wil doordrijft niet is voorbehouden aan boze boeren. In Kootwijk, idyllisch gelegen tussen bos en zandverstuiving in, zijn in recente jaren veel welgestelde, hogeropgeleide mensen uit de stad neergestreken.

Op een bewonersavond, afgelopen donderdag op het terras van dorpsrestaurant ’t Hilletje, loopt een discussie met een vertegenwoordiger van de gemeente over een aantal verbrede wegen hoog op. Het gehanteerde jargon is anders – dat van de consultant, in plaats van de melkveehouder – maar de klachten komen in essentie op hetzelfde neer als die rond Stroe City en de stikstofcrisis.

Waar je in vroeger tijden bij een Veluwse twist over de brede en de smalle weg eerder aan een discussie over hemel en hel zou denken, gaat het vanavond over de directe leefomgeving van de aanwezigen. De kwestie: de gemeente wil de puinberm naast de wegen vervangen door een alternatief dat goedkoper, veiliger en duurzamer zou zijn: bermbeton. Volgens de bewoners is bermbeton echter verhullende taal voor een wegverbreding en maakt de gemeente zo van landweggetjes een „racebaan” voor „sluipverkeer”. De aanwezige vertegenwoordiger van de politie valt de bewoners bij. „In Kootwijkerbroek heeft zo’n wegverbreding tot meer gevaarlijke situaties en ongelukken geleid.”

Het verhaal van Stroe deze zomer is dan ook vooral het verhaal van twee kaartjes – Stroe City en de stikstofkaart, waarop boeren hun bedrijven meer dan gehalveerd zagen

Halverwege de avond wordt duidelijk dat het onderhoud half augustus al van start gaat. „Dus we zitten hier gewoon voor de gezelligheid?”, roept een bewoner. „Had dat dan gezegd.” Nee, bezweert de gezant die vanavond namens de gemeente de klappen opvangt. „Het liefst benader ik dit als een co-creatief proces, waarin we samen een zak geld op tafel leggen en kijken hoe we het gaan doen.” Wanneer het onderhoud betreft, stelt hij, hoeft de gemeente slechts te informeren. De inspraak is formeel niet eens nodig. „Maar dat is nu net de vraag”, werpt een van de bewoners tegen. De gemoederen zijn dan al danig verhit. „Is dit nu onderhoud of een aanpassing?”

Een derde inspreker verwoordt de klacht van velen: „We hebben hier bedenkingen en we horen praktijkervaringen van de politie, maar de gemeente gaat het gewoon doen zoals ze altijd al doet.”

Papier stuit op de praktijk

In dit deel van Nederland, met een bovengemiddeld groot aantal ondernemers, stuit de wil om grip te houden op de eigen leefomgeving op een lokale en provinciale overheid die op papier voor participatie is, maar ook grote taken vanuit het Rijk te realiseren heeft. Ruttes ideaal van de participatiesamenleving – behalve de christelijke partijen is ook de VVD in de Gelderse Vallei goed vertegenwoordigd – legt het hier af tegen de realiteit dat kwesties als stikstof, woningbouw en duurzaamheid weinig uitstel meer verdragen. Het papier stuit op de praktijk.

Het verhaal van Stroe deze zomer is dan ook vooral het verhaal van twee kaartjes – Stroe City en de stikstofkaart, waarop boeren hun bedrijven meer dan gehalveerd zagen – die het toch al broze vertrouwen in de overheid verder beschadigden.

Lees ook Helpt elektrisch rijden de boeren? Vier vragen over het verband tussen het klimaat en stikstof

Stikstof-gedeputeerde Peter Drenth (CDA) putte zich de afgelopen weken uit in excuses voor het Stroe City-kaartje („oliedom, oerstom, onvergeeflijk”), terwijl zijn collega Peter Kerris (PvdA) van Wonen aanvankelijk nog aan de schets wilde vasthouden. Die was immers, zo stelt zijn woordvoerder tegenover NRC, niet meer dan een vingeroefening, bedoeld om „kansen en knelpunten te identificeren”.

Uiteindelijk haalde hij bakzeil en moest hij de kaart terugtrekken. Toch liet Drenth zich tijdens een ondernemerscongres in Barneveld ontvallen dat de opdracht om 40.000 woningen te bouwen in de Gelderse Vallei nog altijd overeind staat.

Arie van Oosterom reisde af naar Arnhem met de aanbieding „de vredespijp te roken” met de provincie. „Maar dan moet ik wel zeker weten dat dit plan in de prullenbak is verdwenen en niet in een la.” Helemaal gerust is hij er nog niet op.

Hoe is het om te boeren in Nederland? En: wat voor onvrede gaat er nog meer schuil achter het huidige conflict over stikstof? NRC zet lees- en kijktips op een rij die helpen om de boerenonvrede beter te begrijpen.