Werkgevers en vakbonden ruziën over eigen advies voor de toekomst van flexwerk

Arbeidsmarkt Voor hervorming van de arbeidsmarkt vaart het kabinet op een advies van vakbonden en werkgevers. Maar die zijn het oneens over de uitleg hiervan.

Heeft een uitzendkracht recht op gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden als zijn collega die in dienst is? Vakbonden en werkgevers zijn het niet eens.
Heeft een uitzendkracht recht op gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden als zijn collega die in dienst is? Vakbonden en werkgevers zijn het niet eens. Foto Ramon van Flymen/ANP

Vakbonden en werkgeversclubs hebben een conflict over de arbeidsmarktadviezen die zij een jaar geleden gezamenlijk presenteerden, en waar het kabinet zijn beleid op wil baseren.

Samen deden de sociale partners vorig jaar voorstellen om flexwerk in te perken en het werkgeverschap aantrekkelijker te maken. Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken, CDA) omarmde hun plannen deze maand. Maar meerdere voorstellen worden verschillend uitgelegd door de vakbonden en werkgeversclubs, blijkt uit gesprekken met NRC. Het kabinet wacht nu af of zij er samen uit komen.

Belangrijk twistpunt is de beloning van uitzendkrachten. In het advies van vorig jaar staat dat „het totaal aan arbeidsvoorwaarden” voor de uitzendkracht „ten minste gelijkwaardig” moet zijn aan dat van collega’s die rechtstreeks in dienst zijn. Het idee hierachter: uitzendkrachten mogen nooit goedkoper zijn dan vast personeel.

Lees ook: Strengere regels zzp’ers, hoger minimumloon – wat staat er precies in het SER-akkoord?

Maar de pensioenregeling telt voor deze afspraak niet mee, volgens de werkgevers. „Voor pensioen hebben we gezegd: dat is een afzonderlijke kwestie”, zegt Guusje Dolsma van werkgeversclub VNO-NCW.

Nee, zegt Zakaria Boufangacha, vicevoorzitter van vakbond FNV. „Zo is het niet afgesproken. Het gaat over het totaalpakket.”

Grootste obstakel

Precies dit thema – uitzendwerk – vormde vorig jaar het grootste obstakel bij de onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden over hun gezamenlijke arbeidsmarktadvies. De bonden bleven erop aandringen: uitzendkrachten moeten vanaf dag één dezelfde arbeidsvoorwaarden krijgen als hun collega’s die in dienst zijn. Dat is onuitvoerbaar, vonden de werkgevers. Denk aan de uitzendkracht die elke week ergens anders werkt. Moet die steeds een nieuw pensioenpotje, fietsenregeling en persoonlijk keuzebudget krijgen?

Ze vonden een compromis. De arbeidsvoorwaarden moesten niet gelijk, maar „gelijkwaardig” zijn. Een ontbrekende fietsenregeling kan worden gecompenseerd met een hoger keuzebudget. Ook is afgesproken dat de uitzendsector zijn pensioenregeling verbetert, zodat die op een gemiddeld, „marktconform niveau” komt.

Lees ook: Hoe werkgevers akkoord gingen met minder flexwerk

Die twee afspraken vullen elkaar aan, vinden de werkgevers. Het pensioen wordt marktconform, de overige arbeidsvoorwaarden worden gelijkwaardig, zegt Dolsma van VNO-NCW.

Volgens Boufangacha is de tekst van het advies duidelijk: het „totaal” aan arbeidsvoorwaarden moet gelijkwaardig zijn, dus er is geen ruimte voor uitzonderingen. „Juist hierover hebben wij lang onderhandeld. Waardoor het hele advies er bijna niet gekomen was. Wij zijn hier heel principieel in.” Anders, vreest hij, blijven uitzendkrachten in sommige gevallen alsnog goedkoper voor werkgevers.

Zieke werknemers

Dit is niet het enige meningsverschil. Het kabinet heeft opheldering gevraagd over meer gezamenlijke adviezen van de vakbonden en werkgevers.

Dat betreft onder meer een voorstel dat de werkgeversclubs erg belangrijk vinden, over langdurig ziek personeel. Werkgevers moeten hun zieke personeel twee jaar doorbetalen en begeleiden bij hun terugkeer naar werk – dat blijft zo. Maar na één jaar zou deze begeleiding zich in principe moeten richten op het vinden van een baan bij ándere werkgevers, is afgesproken.

Minister Van Gennip wil nu weten: is hier een wetswijziging mee bedoeld?

Met zo’n wetswijziging zouden werknemers na één jaar ziekte hun recht op terugkeer verliezen. Dat vinden de vakbonden onacceptabel. Zónder wetswijziging verandert er weinig, verwachten ambtenaren van Sociale Zaken. Een werknemer houdt dan het recht op terugkeer in het tweede ziektejaar. Dat willen de werkgevers juist voorkomen.

Ook zijn werkgevers en vakbonden verdeeld over hun advies om ‘deeltijd-WW’ te introduceren. Bedrijven mogen hun personeel dan dwingen tijdelijk minder te werken. Voor die uren ontvangt de werknemer een werkloosheidsuitkering. Het kabinet wil die niet betalen. Werkgevers en werknemers moeten de kosten onderling verdelen – maar hoe?

De belangen om alsnog overeenstemming te bereiken zijn groot. Voor werkgevers en vakbonden is het een buitenkans: het kabinet wil hun plannen bijna volledig uitvoeren én de uitwerking met hen blijven bespreken. Zo houden ze invloed.

Ook Van Gennip hoopt op eensgezindheid. Als zij wetsvoorstellen kan presenteren die gesteund worden door werkgevers en vakbonden, zullen die gemakkelijker een politieke meerderheid halen.

Lees ook: Flexwerk wordt duurder, dus de tomaat ook

Na de zomervakantie praten werkgevers en bonden verder over de geschilpunten. Ook in de uitzendsector zelf worden de pensioenen besproken. „Wij willen eruit komen met de vakbonden”, zegt directeur Jurriën Koops van uitzendkoepel ABU. „Voor een deel moet dat in Den Haag gebeuren, voor een deel bij ons aan de cao-tafel.”