IJlend op de fiets, een bijna-zege en een biertje op de Alpe d'Huez. De eerste Tour van Taco van der Hoorn

Tour de France IJlend op de fiets, een bijna-zege en een biertje op de Alpe d'Huez. De eerste Ronde van Frankrijk van Taco van der Hoorn.

Taco van der Hoorn staat uitgeput aan de streep in Arenberg nadat hij de sprint om de vijfde etappe heeft verloren van de Australiër Simon Clarke.
Taco van der Hoorn staat uitgeput aan de streep in Arenberg nadat hij de sprint om de vijfde etappe heeft verloren van de Australiër Simon Clarke. Foto Tim De Waele / AFP

Van wielrenner Taco van der Hoorn mogen etappes in principe altijd net wat langer duren dan de meeste van zijn collega’s in het peloton willen. Zijn lichaam kijkt normaal gesproken uit naar koersen langer dan tweehonderd kilometer. Maar de Touretappe van afgelopen zondag duurde hem ineens honderdvijftig kilometer te lang.

Voor de rit naar Carcassonne voelt hij zich nog goed, hij probeert meteen vanaf de start in Rodez zelfs nog weg te komen uit het peloton. Dit is een van de Touretappes die hij heeft aangestreept, hier wil hij laten zien wat hij kan in een ontsnapping.

Hij heeft al snel spijt van de minuut die hij vol op kop rijdt. Zijn lichaam trekt de warmte - onderweg is het veertig graden - niet, ondanks de hitteadaptatie die hij deed ter voorbereiding. Na een trainingsdag lag hij de afgelopen weken geregeld nog een half uur in een warm bad, om zijn lichaam te laten wennen aan extreme warmte. Dat moet hij de volgende keer toch nog meer doen.

Hij ijlt, helder nadenken zit er nu niet meer in. Dat helpt hem normaal juist. Het enige dat hij nog volgt nu, is het wiel van de renner voor hem, tot aan de meet.

Kippenvel heeft hij, bij veertig graden. Hij heeft een zonneslag, zo zegt de Vlaamse arts van zijn team Intermarché, een zonnesteek. Een lauw bad is wat hij nu nodig heeft, een koude douche gaat hem niet helpen, dat weet hij zelf ook. Van zijn arts mag hij niet naar televisieprogramma De Avondetappe, waar hij als tafelgast zou aanschuiven. Een dag later dan maar, nu eerst bijkomen. De rustdag op maandag komt hem goed uit.

Slopende eerste dagen

De Tour de France is groter dan alle koersen die hij hiervoor heeft gereden. In bijna alles eigenlijk, merkt hij. Iedereen is nerveuzer, de ploegleiding, de andere renners, de organisatie. De eerste dagen in Denemarken, waar de Tour de France start, zijn slopend. Maar dan vooral mentaal, want de data van zijn fietscomputer laat zien dat de twee lange etappes eigenlijk helemaal niet zwaar zijn geweest.

Zo voelt hij het zelf niet. Zijn nek zit vast na de etappe, zijn rug ook. Hij zit krampachtig op zijn fiets, het komt door de zenuwen in het peloton. In de Giro d’Italia was iedereen op vijf kilometer van de finish pas aan het voorsorteren, nu gebeurt dat al met nog honderdtwintig kilometer te gaan. Het is vertragen, optrekken en opnieuw in de remmen knijpen. De koers is dan in alles groter, op de weg heeft hij minder ruimte.

De stress is na een week wel minder, maar de media wil alleen maar meer. Als de bus van zijn ploeg kapot is, is dat groot nieuws. In een andere ronde zou niemand naar zoiets omkijken. En als hij op de Alpe d’Huez een biertje aanpakt van de hordes fans en opdrinkt - een afspraak die hij van te voren met zijn vrienden heeft gemaakt - is het ook nieuws. Hij had wel wat meer aandacht verwacht, maar zo veel?

Zijn vrienden zouden hem het biertje in bocht zeven, de Nederlandse bocht op Alpe d’Huez, aanreiken. Dat kwam voor hen qua planning toch niet goed uit, in plaats daarvan staan ze langs de kant tijdens de vijfde etappe naar Arenberg. De kasseienrit, een etappe die veel weg heeft van Parijs-Roubaix, ook die heeft hij omcirkeld. Hij weet precies waar zijn kansen liggen tijdens zijn debuut in de Tour. Hij is geen Wout van Aert of Tadej Pogacar, die krijgen veel kansen. ‘Zijn’ etappes doorloopt hij op zijn computer in detail.

Centimeters, zo dichtbij is hij bij een etappezege. Terwijl op televisie de Australiër Simon Clarke (Israel-Premier Tech) al tot winnaar van de rit naar Arenberg wordt uitgeroepen, staat hij na de finish nog vijf minuten radeloos te wachten. Niemand vertelt hem wie er heeft gewonnen, Hij heeft zelf geen idee.

Hij maalt de uren en dagen daarna, vraagt zich af wat hij anders had moeten doen. Hij was gaan staan in de sprint en daarna weer gaan zitten. Dat moet je niet doen, dat weet hij al tijdens de etappe. Zijn tempo valt er in de laatste meters wat door stil. Maar hij moet wel gaan zitten, want zijn versnelling is kapot.

Niet zijn fout

Het is een fout in de mechaniek, niet in zijn eigen plan voor deze etappe. Op de tweede rustdag van de Tour in bergdorp Morzine, een paar dagen later, kan hij het verlies accepteren.

Hij heeft het vuur om nog een keer te gaan. Ook in de Tour kan het, dat wat hij in de Giro d’Italia een jaar eerder deed. In de derde week zijn er nog kansen, want dan is hij relatief gezien op zijn best. De zware etappes in de Pyreneeën zijn niet zijn terrein. Daar waar de strijd om het geel beslist wordt, is het voor hem vooral overleven. Misschien kan hij zijn kopman Louis Meintjes nog helpen, denkt hij.

Verder mag Van der Hoorn vrijuit koersen. De vlakke rit op vrijdag, die heeft hij goed bestudeerd. Of de avondetappe in Parijs op zondag, misschien kan hij daar, in de laatste rit van zijn Tourdebuut, nog een keer uit handen blijven van een jagend peloton.