Geen stem betekent geen werk voor de Franse stemcoach en gospelzanger Thamani Couchy (36). Dus doet hij er alles aan om de zijne te beschermen: genoeg rusten en sporten, niet te warm én niet te koud water drinken, niet te zout of te zoet eten, veel thee zetten. En: ruimten met airconditioning vermijden.
„Van airconditioning word ik meteen ziek”, zegt Couchy telefonisch; hij heeft een warme, diepe stem. „Als ik in een auto met airco zit, doe ik altijd een sjaaltje om om te voorkomen dat ik verkouden word. Het is niet goed voor mij.” Sowieso vindt Couchy, die in de Parijse voorstad Rueil-Malmaison woont, airco’s maar overbodig. „Als het heel warm is, doe ik de ramen en de luiken dicht. Dan leef je in het donker, maar kan de hitte niet zo binnenkomen.”
Couchy’s uitspraken zijn typerend voor hoe veel Fransen over airconditioning denken. Terwijl de rechthoekige dozen aan de buitenkant van huizen in veel landen niet meer uit het straatbeeld zijn weg te denken, moet je zeker in de noordelijke helft van Frankrijk je best doen er ook maar één te spotten.
Volgens de meest recente cijfers van het ministerie van Milieu had in 2016 zo’n 13 procent van de Franse huishoudens airconditioning. Ter vergelijking: in Spanje ligt dat percentage volgens marktonderzoek rond de 30 en in sommige steden zelfs 70 procent. In de VS en Japan heeft zo’n 90 procent van de huishoudens een airco.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84843778-232ba2.jpg)
Niet genoeg hittegolven
Een deel van de impopulariteit van de airco in Frankrijk komt door het zeeklimaat in het land. „Van oudsher hebben we hier niet vaak extreem hoge temperaturen”, zegt econoom en natuurkundige Vincent Viguié, die bij het gerenommeerde École des Ponts ParisTech onderzoek doet naar klimaatadaptatie. „Vooral in het noorden van Frankrijk zijn er simpelweg niet genoeg hittegolven om airconditioning rendabel te maken.”
Natuurlijk: het is wel eens heet en dat is altijd zo geweest. Maar Fransen hebben andere methoden om daarmee om te gaan. Net zoals Couchy hebben veel Fransen luiken voor hun ramen en veel woningen hebben dikke muren die de ergste hitte buiten houden. Vanwege de veranderende seizoenen die bij het zeeklimaat horen, is men volgens Viguié bovendien gewend „het dagritme aan te passen aan de temperatuur” – denk aan lange werkpauzes rond het heetste moment van de dag.
Wie zijn leven zo inricht, heeft geen airco nodig – zo is de gedachte. „Héél anders dan bijvoorbeeld in de Verenigde Staten”, zegt Viguié. „In zuidelijke regio’s in de VS, zoals rond Las Vegas, was voor de uitvinding van de airconditioning nauwelijks leven omdat het zo heet was. Deze gebieden zijn leefbaar geworden dankzij de airco, die daarmee deel werd van het dagelijks leven.” Dit verklaart ook de vele reisblogs waarin Amerikanen zich beklagen over het gebrek aan airco’s in Frankrijk en andere Europese landen.
Van airco word ik meteen ziek. Het is niet goed voor mij
Thamani Couchy Gospelzanger en stemcoach
Ook speelt mee dat sommige Fransen net zoals Couchy vrezen ziek te worden van airco’s. Zoals in Nederland mensen bang zijn kou te vatten als ze met nat haar naar buiten gaan, bestaat in Frankrijk de angst voor courants d’air (luchtstromen) die griep zouden veroorzaken. Aanbieders van airco’s hebben daarom vrijwel allemaal uitgebreide webpagina’s met uitleg dat hun apparaten níét schadelijk zijn voor de gezondheid. Viguié zegt dat airco’s alleen bij foutief gebruik ziekmakend kunnen zijn – bijvoorbeeld als ze heel koud worden gezet en zo een thermische schok veroorzaken.
Als Fransen dan tóch een clim (de veelgebruikte afkorting voor climatisation) willen, is dat niet zomaar geregeld. „Toen ik zo’n vijf jaar geleden verhuisde naar een nieuw appartement heb ik overwogen een airco te kopen”, vertelt de 40-jarige business developer Nat Le Jeune uit Parijs per telefoon. „Maar het was zó ingewikkeld dat ik ervan af heb gezien.” Het klassieke pand in het 19de arrondissement waar hij kwam te wonen was niet geschikt, waardoor hij muren zou moeten doorbreken om er een te kunnen installeren. Hiervoor zou hij toestemming nodig hebben van zijn buren én van de gemeente.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/07/web-2-hittegids-banner.jpg)
Zak ijsklontjes
De kans is groot dat hij die niet had gekregen: in Parijs gelden zeer strenge regels voor aanpassingen aan historische gebouwen om te voorkomen dat ze hun karakter verliezen. Met dit besef gaf Le Jeune het op: „Ik heb tegen mezelf gezegd: zó warm is het nou ook weer niet.” Bij hittegolven sluit hij zijn luiken; als het écht warm is, zet hij een zak ijsklontjes voor een ventilator.
Maar, zegt Le Jeune, „als ik ooit ga verhuizen, ga ik het heroverwegen”. Zelfs Couchy kan zich voorstellen dat hij ooit een airco zal kopen: „Als het straks écht nodig is.” Ook andere Fransen lijken langzamerhand steeds meer open te staan voor het idee van een airco: tussen 2005 en 2016 is het percentage huishoudens met een airco gestegen van 5 naar 13 procent. En dit percentage lijkt de afgelopen jaren verder te zijn toegenomen – een gevolg van de steeds warmere zomers en toename van hittegolven. In Parijs, waar de warmte tussen het vele steen blijft hangen, is „te vrezen dat het aircogebruik binnen een paar jaar wijdverbreid is”, aldus Viguié.
Dit is gevaarlijk, waarschuwt de onderzoeker, omdat airco’s energie vreten én warme lucht uitstoten die steden verder opwarmt. Nat Le Jeune beseft dat airco’s belastend zijn voor het milieu. „Ik zal de milieuschade wel meenemen in mijn overweging er een aan te schaffen, maar het is niet het argument dat het zwaarst weegt.” Couchy: „Ik ben best groen, maar als ik een airco nodig heb om te overleven, is het milieu geen argument meer.”