Opinie

De fictie van een apolitieke senaat

Mark Lievisse Adriaanse

Niet schrikken: de Eerste Kamer is weer eens ‘te politiek’. Ervaren senatoren klaagden vrijdag in NRC dat partijpolitiek en profileringsdrang De Zuivere Politiek van het Orgaan Der Verstandige Politici ondermijnen.

De senaat is er toch om met enige afstand van de actualiteit en los van partijpolitiek de kwaliteit van wetgeving te toetsen? CDA’er Ben Knapen: „Als je die beperkte taakopvatting niet consciëntieus wilt uitvoeren (…) moeten we ons afvragen of we de democratie nog wel dienen.”

Klinkt heftig. Je zou willen dat Knapen gelijk heeft, dat de senaat zich normaliter aan die taakopvatting houdt.

Maar de realiteit is anders. De senaat moet soeverein te werk gaan, tot het coalitiebelang in geding komt. Dan wordt het héél politiek.

Neem CDA-senator en privacyspecialist Hans Franken die in 2009 vóór de bewaarplicht van CDA-minister Ernst Hirsch Ballin stemde en open en eerlijk zei dat „politieke opportuniteit zwaarder weegt dan wetenschappelijke rationaliteit”. PvdA’er Adri Duivesteijn, die ten tijde van Rutte-II (2012-2017) continu bewerkt werd om in te stemmen met de vrije artsenkeuze en de verhuurdersheffing.

De Mediawet van Sander Dekker (VVD), die aan alle kanten rammelde. De Politiewet van Ivo Opstelten (VVD) die niet goed in elkaar zat. Iedereen zag het, oppositie én coalitie. Toch stemden de coalitiepartijen in. ‘Reparatiewetten’ die zij aannamen om de oorspronkelijke wet niet weg te hoeven stemmen verergerden de wet en compliceerden de uitvoering.

Senator Annemarie Jorritsma (VVD) die nu de politisering van dezelfde senaat hekelt zei in 2019 nog: „Is een wet niet zo mooi, dan maak je een politieke afweging.”

Ze bedoelde: dan steun je de coalitie. Daar is een woord voor: politiek.

Het idee dat de senaat vooral zorgvuldig naar de uitvoerbaarheid en rechtsstatelijkheid van wetten kijkt (is de Raad van State daar trouwens niet óók voor?) is dan ook een mythe. Het is een nobele leugen waarmee senatoren hun bestaansrecht proberen te legitimeren.

Met de klacht van ‘politisering’ reflecteren zij amper op hun eigen rol. Ze wijzen in feite vooral op een oppositie die te mondig is geworden, te slim in het politieke spel, te wantrouwig tegenover de coalitie. Maar door coalitiebelang te laten prevaleren boven juridische zorgvuldigheid werken coalitiepolitici evengoed mee aan de ondermijning van de senaat als rechtsstatelijk slot achter de deur.

Populistische nieuwkomers trekken die mystieke sluier van depolitisering weg. Dat kun je ze verwijten. Maar het is ook een kans om een discussie te starten die in Den Haag al decennia sluimert, maar nooit écht wordt gevoerd. Is één Kamer niet voldoende?

Mark Lievisse Adriaanse (m.lievisseadriaanse@nrc.nl) schrijft deze zomer enkele columns.