Experts hebben bij museum de National Galleries of Scotland een nieuw zelfportret van Vincent van Gogh ontdekt, tijdens onderzoek naar het werk Hoofd van een boerin met witte muts (1885). Ze vonden het portret dankzij een röntgenfoto, gemaakt van de achterkant van een schilderij dat Van Gogh in 1885 heeft geschilderd van een vrouw uit Nuenen. Het zelfportret, dat voorlopig verscholen blijft achter karton en een stevige laag lijm, heeft hij vermoedelijk in 1887 geschilderd, te Parijs.
Het schilderij bevindt zich sinds 1960 in de collectie van het museum in Edinburgh. Het onderzoek vond plaats ter voorbereiding op de tentoonstelling A Taste for Impressionism, die over twee weken opent. Daarin zal niet alleen het portret van de boerin te zien zijn, zoals het plan was, maar ook de röntgenfoto die een idee geeft van het zelfportret. Na de expositie zal een restaurator het gezicht van Van Gogh, in alle rust en zonder deadline, achter het karton en de lijm tevoorschijn halen. Frances Fowle, conservator bij het museum: „Zoiets moet heel voorzichtig gebeuren, daar willen we geen druk op zetten.”
Om geld uit te sparen gebruikte Van Gogh eerder door hemzelf beschilderde doeken. Hij werkte soms over de oude voorstelling heen en soms draaide hij de doeken om. Zo ontstonden twee schilderijen op één doek.
Geen twijfel bij Van Gogh Museum
Het Van Gogh Museum in Amsterdam, autoriteit als het gaat om toeschrijvingen aan Van Gogh, twijfelt niet aan de echtheid van het werk. Louis van Tilborgh, senior onderzoeker bij het museum is enthousiast over de vondst, die volgens hem past „in een mooie reeks”. „Het is natuurlijk heel spannend om te zien wat er straks tevoorschijn gaat komen.” Hij telt negen werken waarbij Van Gogh een zelfportret op voor- of achterkant schilderde. „In Hartford, Connecticut, hangt een zelfportret waarvan bekend is dat de achterkant een schildering uit Nuenen is. Precies andersom dus.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data88244074-bcc0d1.jpg|https://images.nrc.nl/BsNPQFNDVB059Ti8vMIVy9YTMGs=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data88244074-bcc0d1.jpg|https://images.nrc.nl/koIJ4K0I5s5L0tEzHSI-HpWnQ-E=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data88244074-bcc0d1.jpg)
De lagen lijm en het karton over het net ontdekte zelfportret zijn aangebracht in 1905, denken kenners bij het Schotse museum. Dat is gedaan in voorbereiding op een tentoonstelling in het Amsterdamse Stedelijk Museum. Destijds is kennelijk besloten dat het portret van de boerin completer, interessanter of wellicht gewoon meer ‘af’ was, dan het zelfportret. Nu, 117 jaar later, kan die afweging anders uitpakken. Conservator Fowle meent dat het werk uit „een sleutelmoment in zijn carrière” komt, na maart 1886 in Parijs.
Sien, van ‘De aardappeleters’
De boerin is van tenminste een jaar eerder. Ze zou Gordina de Groot kunnen zijn, bekend als Sien, een vrouw die model stond voor een van de twee vrouwen in De aardappeleters, waardoor het schilderij als studie doorgaat voor het meesterwerk uit 1885. Het zelfportret is vermoedelijk van drie jaar voor Van Goghs dood, in de periode waarin hij in aanraking kwam met het werk van impressionisten als Émile Bernard, Georges Seurat and Paul Gauguin. Die ervaring heeft grote invloed op zijn stijl gehad en leidde hem, uiteindelijk, tot de kleurvolle en expressieve stijl die hem wereldberoemd heeft gemaakt.
De boerin in Nuenen, ofwel de voorkant van het schilderij, werd in 1923 gekocht door Evelyn St. Croix Fleming, wier zoon Ian wellicht beroemder is als auteur van de James Bondboeken. In 1951 belandde het werk in Schotland, negen jaar later in het museum waar het nu hangt.
Als het eenmaal achter lijm en karton uit is gehaald, zal het net ontdekte schilderij deel uitmaken van een groep zelfportretten en andere werken die Van Gogh schilderde op de achterkant van doeken die hij in Nuenen voor het eerst beschilderde. Sommige van die schilderijen zijn al in 1929 van lijm en karton ontdaan door de Nederlandse restaurator Jan Cornelis Traas.
‘Extreem zeldzame momenten’
Frances Fowle zegt dat een dergelijke ontdekkingen slechts een of twee keer in het leven van een curator voorbijkomt: „Dit soort momenten zijn extreem zeldzaam. We hebben een onbekend werk ontdekt van een van de belangrijkste en populairste kunstenaars van de wereld. Opeens hebben we een Van Gogh erbij, gratis en wel. Voor het publiek is het ook geweldig, vooral omdat het een zelfportret is. Door zijn brieven en zijn levensverhaal gaat het bij Van Gogh toch ook over de man, niet alleen over zijn schilderijen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73693317-5a854a.jpg)
Het museum in Edinburgh heeft nog twee Van Goghs in bezit, twee late werken. Fowle: „Het liefst willen we dit schilderij na de restauratie zo ophangen dat je beiden kanten kunt bekijken, zoals het Van Gogh Museum dat ook doet met doeken waar Van Gogh beide zijden van heeft beschilderd.”