Je kon zeggen dat het een week van escalerend boerenprotest was. Je kon ook zeggen dat het conservatieve deel van de natie, voor de zoveelste keer deze eeuw, progressieve keuzes van Den Haag uitdaagde.
Want niet alleen had je die ophef over boeren – hun intimidaties, hun onbehouwen gedrag. Evengoed had je opiniepeilingen waaruit bleek dat de waardering voor de BoerBurgerbeweging (BBB) van Caroline van der Plas behoorlijk aan het groeien is.
Het verlangen naar een nieuw gezicht, een tegengeluid: behoudend Nederland heeft al sinds de opkomst van Pim Fortuyn behoefte aan politici en partijen die het roer omgooien. Die opnieuw willen beginnen.
Vrijwel elke kabinetsperiode keert het verschijnsel terug. De LPF (2002), Rita Verdonk (2008), Henk Krol (2013), Thierry Baudet (2019): zij kenden allemaal periodes waarin ze in virtuele tussenstanden of bij verkiezingen uitgroeiden tot uitdager van de Haagse macht. Om daarna terug te keren in dezelfde marge waaruit ze te voorschijn kwamen.
Dan negeer ik de talrijke rechts-conservatieve BN’ers die het ook probeerden en alleen politieke talentloosheid etaleerden. De categorie Bram Moszkowicz, Jan Roos, Jan Dijkgraaf.
Dit alles wil natuurlijk niet zeggen dat Van der Plas en BBB eenzelfde lot wacht. Je kunt ook beredeneren dat het land zware tijden tegemoetgaat – inflatie, energieprijzen, offers voor de oorlog – waardoor vooral middenpartijen het lastig krijgen.
Dus het leek me interessant ervaringsdeskundigen uit die reeks rechts-conservatieve fiasco’s van de laatste decennia te raadplegen. Oók omdat in de boerenprotesten van deze week het dilemma verscholen zat waardoor die pogingen vaak misliepen.
Na de doorbraak van de LPF (2002) bleek bij de twee volgende verkiezingen, in 2006 en 2010, dat opiniepeilers de aanhang van Geert Wilders te laag inschatten. Zo ontstond de bekende mediadynamiek: een nieuw rechts gezicht krijgt vanaf dag één overvloedig aandacht.
Ook Maurice de Hond onderschatte destijds de omvang van Wilders’ electoraat. Wel was hij vaak de eerste die nieuwkomers een forse aanhang toekende.
Dus toen Rita Verdonk, afgesplitst van de VVD, najaar 2007 aanstalten maakte voor een nieuwe partij, peilde bureau Synovate haar, in opdracht van Nova, op vijf zetels. De Hond kwam op achttien.
Hij beklaagde zich destijds over de peilmethode van Synovate. Dus ik belde met Reinier Heutink, destijds bij Synovate, die het bekende dilemma schetste: een nieuwe partij met hoge peilingen genereert media-aandacht, en die media-aandacht genereert nog hogere peilingen. „Je kunt de aanhang van een partij met één peiling opblazen.”
Het onderzoek van Bas Haan naar de Deventer moordzaak liet daarbij zien dat De Hond zelfs een onschuldige klusjesman via de media tot dader kan promoveren – al ontbreekt bewijs dat De Hond met peilingen rommelde.
Toch was de ervaring met Rita Verdonk ontnuchterend. Zij steeg tot zomer 2008 virtueel door, een hype, maar bij de echte peiling, de verkiezingen van 2010, haalde ze nul zetels.
In 2022 is de dynamiek nog dezelfde. Alle peilers zien een forse groei voor BBB: zij komen uit op gemiddeld elf zetels, een virtuele winst van tien. De Hond zat vorig weekeinde op achttien zetels.
Leiders van nieuwe partijen hebben vaak geen idee hoe ingewikkeld én belangrijk een stabiele partij is, zodat politiek talent op basis van intern debat naar boven komt.
Anders krijg je toestanden als bij 50Plus. Henk Krol stond voorjaar 2013 in peilingen op 24 zetels, ook een hype, en kwam daarna door interne ruzies in een roemloze struikelpartij naar de afgrond terecht.
Vooral rekrutering van kandidaten voor provinciale staten (die de Eerste Kamer kiezen) zijn een nachtmerrie voor zwak georganiseerde partijen. Wie geen eigen talent heeft, moet gaan shoppen. Maar bijvoorbeeld in het Noorden zijn amper radicaal-rechtse kandidaten te vinden.
„Allemaal beroepsleugenaars, carrièrejagers of imbecielen”, zei een oud-talentscout van de PVV. „De hel”, zei een oud-FVD’er.
Het gevolg: Baudet, in 2019 de grootste bij de Statenverkiezingen, haalde 86 statenzetels waarvan hij er volgens journalist Chris Aalberts in april 62 kwijt was. Van de twaalf senatoren die destijds aantraden, heeft FVD er één over.
Wilders en Baudet vangen dit soort personeelsellende al jaren op met verdere radicalisering. Wilders zegde zijn vertrouwen in de Kamer (‘nepparlement’) en de rechtsstaat (‘failliet’) op. Baudet noemde Poetin dertien dagen voor de inval van Oekraïne ‘de leider van conservatief Europa’. Opmerkingen waarmee ze zichzelf electoraal in veiligheid brachten maar machtspolitiek uitschakelden.
Los van de precaire zoektocht naar statenkandidaten, tekent het de opgave van BBB. Van der Plas’ afwijzing, deze week, van intimiderende en gewelddadige acties, doet vermoeden dat zij minder radicaal is dan haar boerenachterban.
Ze lost het vaak op met dubbelzinnigheid.
Zo vertolkt ze in het stikstofdossier vooral wantrouwen. Daags na het aantreden van Rutte IV trok ze vergaande conclusies uit een bericht in de landbouwpers over ambtenaren die een stikstofadvies zouden hebben achtergehouden. Haar tweets (‘schandaal’) gingen viraal, in haar Kamervragen stond: „Beseft u dat dit een ernstige aantasting van het draagvlak voor het stikstofbeleid is?” Later bleek het bericht onjuist.
En na de officiële presentatie van de stikstofplannen, 10 juni, suggereerde ze dat boeren moeten plaatsmaken voor nieuwkomers: „Het gaat om goedkoop landbouwgrond opkopen voor huizen voor die miljoenen mensen die nog in NL gepropt moeten worden.”
Derk Boswijk, het CDA-Kamerlid dat dinsdag afhaakte nadat zijn kinderen waren geïntimideerd, vroeg haar vorige week waarom zij „selectief” citeert uit een advies over het stikstofrekenmodel, zeker nu de opsteller van het advies daarover in Nieuwsuur klaagde. Van der Plas suggereerde dat het interview in Nieuwsuur vast geen toeval was. Net zomin als het stikstofbeleid zelf: ze vreest, zei ze, halvering van de veestapel.
Boswijk verweet haar dat hij hier last van heeft: mensen spreken hem voortdurend aan op niet-bestaande complotten.
Deze week bleek dat Van der Plas het op sociale media erg goed doet in rechts-nationalistische kring. Overzichten lieten zien dat mensen die haar tweets liken ook vaak tweets van mensen als Raisa Blommestijn, Thierry Baudet en Joost Niemöller liken.
Over het boerengeweld zeiden Kamerleden donderdag in het debat dat het acties van eenlingen waren. Ik moest denken aan een onderzoek van Trouw en landbouwbladen anderhalf jaar terug, waaruit bleek dat twee derde van de boeren zich het best vertegenwoordigd voelen door het toen al intimiderende en compromisloze Farmers Defence Force. Veel minder door de overlegkoepel LTO Nederland.
Precies dit sentiment veroorzaakt nu al twintig jaar dat radicaal rechts telkens nieuwe mislukkingen voortbrengt: bij de aanhang is de compromisloosheid zo groot dat partijen zelden tot interne en externe samenwerking kunnen komen.
Hetzelfde antidemocratische sentiment dat deze week in het boerengeweld zat: het gaat alleen om ons, onze opvattingen, ons belang – de rest kan ons niet bommen.
Dit is het dilemma voor BBB: wie in Den Haag relevant wil zijn, heeft niet alleen oog voor het eigenbelang maar ook voor andermans belang. Het is de enige manier om electoraal succes in politiek succes om te zetten.
Maar verspreiding van complotten is dan niet zo’n logische aanpak meer.