Deze klassieker aten we vroeger bij ons thuis in Brabant met soepvlees, waarvan eerst bouillon getrokken was en die trouwens ook gebruikt werd voor de zelfgemaakte kroketten.
Het had/heeft een feestelijk tintje: stond er koude schotel op tafel dan viel er iets te vieren! Ik maakte deze versie voor op een mooie zomerdag, maar dan zonder vlees. Ik gebruik een zak doperwten en één à twee handen peultjes, vier à vijf heel fijngesneden stengels bleekselderij en aardappels. Nadat ik het kort heb laten koken, laat ik het afkoelen met flink wat zout, peper, citroensap en een scheutje olijfolie. En dan één à twee in blokjes gesneden friszure appels, een hele bos klein gesneden bosui, zure augurken en een flinke hand fijn gehakte peterselie erbij. Voor de dressing gebruik ik slasaus met sap. Ik laat het minstens een paar uur trekken in de koelkast en garneer het eventueel nog met gekookt ei.
En dan, het liefst bij mooi weer, buiten een glas wijn drinken met alvast een schaaltje van deze koude schotel. Je blijft ervan eten en ook de volgende dag is hij nog lekker!
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86503367-6d94e9.jpg)