Eerst even de checklist langslopen.
Heeft de zanger een strakke leren broek aan? Klinkt er een razende orkaan van galopperende ritmes en tweestemmige gitaarriedels? Dolen er metershoge zombies met lichtgevende ogen over het podium? Zijn er overal vlammen? Ontploft alles?
Welkom bij Iron Maiden. Maandag lieten de zes Britse (bijna-)bejaarden zien waarom eerst alle influencers en daarna alle pubers hun T-shirt willen dragen.
In de Arnhemse Gelredome maakten ze hun status van ultieme heavymetalhelden meer dan waar. Los van de trendy shirtjes (als vanouds ook gewoon door de helft van de band gedragen), is de waarde én invloed van hun jubelende psalmenboek vol galmende headbangklassiekers onbetwist. De geestdrift waarmee Maiden haar hoogliederen vertolkte was van grote klasse.
En toch is het even schrikken als zanger Bruce Dickinson verschijnt: de man die ooit het iconische hardrockkapsel (lang haar, korte pony) muntte, heeft nu zowaar een… man bun.
Het heeft gelukkig (hopelijk?) te maken met de vorig jaar verschenen samoerai-plaat Senjutsu. En hoewel nieuw Maiden-materiaal soms voelt als een verplichte lepel levertraan die fans nu eenmaal even moeten doorslikken, zijn de drie openingsnummers van dat zeventiende album waarmee ook de show begint eigenlijk prima te pruimen.
In topvorm
Dickinson is in topvorm. De zanger die keelkanker overleefde, gilt op zijn 63ste nog moeiteloos als een castraat en jut tussendoor de fans op met zijn klassieke strijdkreet: „SCREAM FOR ME ARNHEM!”
Met tomeloze energie vliegt hij sprintend, springend, borstcrawlend, molenwiekend, schietend en zwaardvechtend over het podium dat een permanente metamorfose ondergaat. Japanse tempels (‘The Writing on the Wall’) veranderen in kathedralen (‘Revelations’), kerkhoven (‘Sign of the Cross’) en slagvelden (‘The Trooper’).
En het houdt niet op: in ‘Flight of Icarus’ gaat hij met vuurspuwende mouwen een immense versie van de tragische hoogvlieger te lijf, tijdens ‘Aces High’ maakt een kolossaal gevechtsvliegtuig duikvluchten vlak boven de hoofden van de bandleden.
Nadat Dickinson bij het slotakkoord van ‘Run to the Hills’ de ontstekingshendel van een verwoestende lading TNT-explosieven heeft ingeduwd en de zoveelste vuurzee de Gelredome gaar kookt, lijkt hij het zelf ook niet meer te weten: „Nu hebben we het complete podium verbrand. What’s next?”