Er hangt een uitgelaten stemming in de aula van basisschool Wereldwijs. Overal hangen ballonnen en de leerlingen hebben gehoord dat ze straks taart krijgen. Een vooruitzicht dat sommige kinderen vieren met een soort sliding als ze arriveren op hun plek in de aula. Om elf uur ’s ochtends is de hele school bij elkaar: 480 kinderen. Als de directeur uit handen van de stadsdeelvoorzitter een grote banier krijgt met daarop ‘Excellente school’, klinkt een oorverdovend applaus en gegil.
Net als 159 andere scholen, van de 8.000 in het land, geeft Wereldwijs in Amsterdam-Zuidoost sinds maandag officieel ‘excellent onderwijs’. Er zijn iets minder excellente scholen dan vóór de pandemie, maar het is dan ook een hele klus de titel te bemachtigen. De school moet al ‘goed’ zijn beoordeeld door de inspectie, moet een duidelijke visie op onderwijs hebben én aan een jury laten zien dat die visie in de praktijk vruchten afwerpt.
Oud-inspecteur Joke van Putten, die als jurylid Wereldwijs beoordeelde, ziet niet vaak dat een basisschool, van directie tot leerlingen, zo doordrongen is van het belang van leren, vertelt ze. In een lokaal laat juf Lisa even later met groep 6 zien wat dat inhoudt. Het komt erop neer dat leerlingen de hele dag nadenken over hóé ze leren. Bij elke nieuwe opdracht, vertelt Lisa, schatten de leerlingen zichzelf bijvoorbeeld in: „Ga ik dit moeilijk vinden of makkelijk?” Daarna oefenen ze. Lisa: „Dan merken ze al snel of het tegenvalt of meevalt. Dan schalen ze zichzelf opnieuw in.”
„Is het erg om fouten te maken jongens?” „Nee!”, antwoordt groep 6. „Wat doe je van een fout?” „Leren!”
Nauwkeurig
Mika (10) vertelt over een recente fout die hij maakte: „Je hebt bij een som de berekening goed maar het antwoord fout.” Lisa: „Hoe kan dat?” Mika: „Ik had de berekening goed, maar bij het overschrijven van het antwoord was ik slordig. Ik zag een 7 per ongeluk aan voor een 1.” Lisa: „Dat was dus níét nauwkeurig.” Nauwkeurig zijn, geldt op basisschool Wereldwijs als één van de drie ‘bouwstenen’ voor goed leren.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data87642847-c1b508.jpg|https://images.nrc.nl/EZpPITcq9cJbA_AzexprzAlVBjI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data87642847-c1b508.jpg|https://images.nrc.nl/aY4SIFEgB5jaTGlvcf_HW-VIls4=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data87642847-c1b508.jpg)
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data87642873-ce18ad.jpg|https://images.nrc.nl/NPNLZ0_MqeDv4TjOHxXrwsflJEE=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data87642873-ce18ad.jpg|https://images.nrc.nl/TA0JJrsnVfb9614FdlvGvvqkghM=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data87642873-ce18ad.jpg)
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data87642832-b684d1.jpg|https://images.nrc.nl/4cgsgHCNywvrBX1As4mu9ALZtQo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data87642832-b684d1.jpg|https://images.nrc.nl/rifd4Hf_5iG1UYREkvplDeDeQmQ=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data87642832-b684d1.jpg)
Het zijn deze stappen, de continue reflectie op het leren, die Wereldwijs ‘excellent’ maken. De methode heet formeel formatieve assessment: per leerling wordt telkens gekeken waar het kind staat, wat het weet en nog moet weten. Al in de kleuterklas stellen ze doelen voor zichzelf. „Ik kan nu een pop tekenen – met stokjes voor armen en benen. Maar mijn doel is om een pop met een rond lichaam te tekenen.” Of, in groep 5, de d en de t. Liza: „Weet ik of paard op een d of een t eindigt? Hoe kom ik dat te weten? Dan maak ik hem langer: paarden.”
Directeur Paula Hoonhout heeft zichzelf ten doel gesteld het beste uit elke leerling te halen. Ze leidt deze school al elf jaar, nadat ze jaren lesgaf. De uitstroom is „heel gemiddeld”, vertelt ze: van vwo/gymnasium tot praktijkschool en alles ertussen in. De ínstroom is minder gemiddeld: er zitten veel kinderen met anderstalige en/of laagopgeleide ouders. Veel alleenstaande moeders, gescheiden ouders, ouders die twee banen combineren om rond te komen. Een derde bestaat uit hoogopgeleide ouders. Hoonhout: „Wij kijken naar de vorderingen die het kind boekt ten opzichte van het niveau waarop het begon, met vier jaar. Dáár gaat het ons om: de individuele ontwikkeling van ieder kind.”
Uit het Inspectierapport 2022: „De goede kwaliteit die de school realiseert, komt onder meer doordat het bestuur, de directie en de leraren op een prettige en professionele manier samenwerken. Ook weet de school waar ze goed in is en hoe dit komt. Daarnaast is ze ambitieus en heeft ze voor zichzelf binnen elk kwaliteitsgebied telkens weer punten die verder verbeterd kunnen worden. Daarbij neemt de school ouders serieus en betrekt hen bij belangrijke zaken.”
/s3/static.nrc.nl/images/stripped/1604binostadeschool.jpg)
‘Ik wil dit snappen’
De school leert de kinderen ook doelen te stellen voor hun gedrag. Als een kind telkens wordt afgeleid door een ander kind in de klas moet het zichzelf als doel stellen: ik word niet afgeleid. Juf Liza: „Dat oefenen ze dan thuis. Dan gaan ze sommen maken en vragen ze een zusje hen steeds af te leiden.”
Dagelijkse kost is je mindset beseffen. Alae Admu (11) legt uit: „Zit je in je ‘vaste’ mindset dan denk je: ik kan dit niet. Dan moet je je ‘groei-mindset’ aanzetten. Dat is: ‘Ik wil dit snappen, welke hulpmiddelen heb ik nodig? Wie kan mij helpen?’”
Omdat de niveaus van de kinderen verschillen, worden de groepen (van 22 tot 28 leerlingen) vaak gesplitst. De ene helft van de klas gaat naar een vakdocent voor gym, muziek of drama. De andere helft krijgt les. Hoonhout: „Die groep splits je weer in tweeën en dan heb je kleine groepjes die samenwerken. Dat werkt goed.” Het was wel een „enorm gepuzzel” met de roosters. „Maar met kleine groepen werken loont echt.”