Het onderzoek naar de gaswinning in Groningen begint, waar moet je op letten?

Parlementaire enquête Na vele pogingen onderzoekt de Tweede Kamer de gaswinning in Groningen. De verhoren beginnen maandag met gedupeerden, omdat de commissie de impact van de gaswinning wil laten zien.

Een flink door aardbevingen beschadigde woonboerderij eind vorig jaar in Overschild.
Een flink door aardbevingen beschadigde woonboerderij eind vorig jaar in Overschild. Foto Kees van de Veen

„Wat begon als oplosbare fysieke schade aan gebouwen, mondde uit in frustratie, onzekerheid, onmacht en mentale schade.” Met die woorden zette Tom van der Lee (GroenLinks), voorzitter van de parlementaire enquête naar de gaswinning in Groningen die deze maandag begint, afgelopen woensdag tijdens de eerste persbriefing de toon. „Het is hoog tijd om de waarheid over dit belangrijke en complexe gasdossier boven tafel te krijgen.”

De parlementaire enquête is het zwaarste onderzoeksmiddel dat de Tweede Kamer tot zijn beschikking heeft. De commissie, bestaande uit zeven Tweede Kamerleden, kan geheime documenten opvragen en getuigen onder ede horen. Iedereen die wordt opgeroepen is verplicht te verschijnen. Nederland verdiende in zestig jaar ruim 400 miljard euro aan het gas, maar de afgelopen jaren hebben aardbevingen geleid tot „diepe littekens in levens van mensen”, aldus Van der Lee.

De verhoren zijn slechts het zichtbare deel van de parlementaire enquête. De commissie is al sinds februari vorig jaar aan het werk. Zij heeft een ondersteunende staf van zestien mensen aangenomen, zeshonderdduizend documenten gevorderd bij 47 instanties, 22 ‘technische briefings’ met deskundigen bijgewoond, een handvol bezoeken gebracht aan Groningen, keukentafelgesprekken gevoerd met 35 gedupeerden en 124 mensen achter gesloten deuren gehoord.

De commissie wil achterhalen hoe de contracten tussen gaswinners Shell, ExxonMobil (die samenwerkten in de Nederlandse Aardolie Maatschappij – NAM) en de overheid eruit zagen, hoe de schadeafhandeling en versterking van huizen op cruciale momenten verliep, welke belangen en afwegingen een rol bij besluitvorming speelden, en hoe daarbij is omgegaan met de belangen van Groningers.

Bewoners aan het woord

In de verhoren, die bijna dagelijks zullen worden gehouden, worden in zeven weken zo’n zeventig mensen ondervraagd, onder wie Groningse gedupeerden, deskundigen, ambtenaren, bestuurders en oud-ministers. De eerste week fungeert als inleiding: de commissie wil laten zien wat de gaswinning voor Nederland heeft betekend en hoe technisch en organisatorisch complex die is. Maar ook – en vooral – „hoe ontwrichtend de gevolgen ervan kunnen zijn”, zei Van der Lee.

Daarom trapt de enquête af met twee bewoners. Eerst komt Herman de Muinck aan het woord, die in 1959 als 10-jarig jongetje aanwezig was bij de eerste gasboring op het land van boer Boon in Kolham. Daarna luistert de commissie naar paardenboer Sijbrand Nijhoff, wiens boerderij grote schade opliep door de aardbevingen. Voor de erkenning ervan moest hij jarenlang procederen tegen de NAM en de staat. Na vijf jaar schikte hij uiteindelijk met de NAM.

Lees ook: Hoe een Groningse paardenboer en zijn vrouw de overheid ontmaskerden

In de daaropvolgende dagen komen wetenschappers aan de beurt die onderzoek deden naar het verband tussen gaswinning en aardbevingen, en wordt de relatie tussen de NAM, Shell en het ministerie van Economische Zaken uitgediept. Kopstukken die in deze eerste week worden verhoord zijn Annemarie Jorritsma (VVD), voormalig minister van Economische Zaken in het kabinet-Kok II, en Pieter Dekker, voormalig vicepresident van Shell. De week sluit af met mensen die kunnen duiden welke mentale schade er is bij de Groningers.

De commissie pauzeert na de eerste week, vanwege het zomerreces, en begint eind augustus weer. Dan wordt dieper ingegaan op alle onderwerpen die in de eerste week al kort aan bod kwamen. De commissie wil voor het herfstreces klaar zijn. Daarna begint het schrijven van het eindrapport, dat volgens de planning in februari 2023 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.

Deze parlementaire enquête heeft een lange politieke voorgeschiedenis. Alleen al de Partij voor de Dieren diende sinds 2015 drie keer een motie in die om zo’n enquête vroeg, maar die haalden het niet. Voor de Tweede Kamer zich in 2019 unaniem achter een motie van GroenLinks en PvdA schaarde, moesten de indieners flink onderhandelen, met name met de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Ze stemden ermee in dat de enquête pas zou worden opgestart als de schadeafhandeling en de massale versterking van huizen verder gevorderd zouden zijn.

Maar nu de enquête begint, zijn de problemen in Groningen nog lang niet opgelost. Van de 27.000 huizen die mogelijk moeten worden versterkt, is nog geen vijfde veilig verklaard. Bovendien blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen dat veel inwoners kampen met psychische klachten.

Geopolitieke situatie is onzeker

Het kabinet heeft zich voorgenomen de gaskraan in 2023 of 2024 definitief dicht te draaien. Staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw, D66) bevestigde dat afgelopen maandag nog. Maar de geopolitieke situatie is door de oorlog in Oekraïne dermate onzeker, dat het kabinet geen 100 procent garantie wil geven op de sluiting van het Groningenveld. De enquêtecommissie kan daarop reageren, zei Van der Lee. Er is in haar opdracht ruimte om ook belangrijke actuele ontwikkelingen mee te nemen.

De vraag die als een zwaard van Damocles boven kabinet-Rutte IV hangt, is of deze enquête zal leiden tot opnieuw het aftreden van een heel kabinet. Het zou niet de eerste keer zijn dat zoiets gebeurt: het vorige kabinet, Rutte III, trok voor zichzelf de zwaarst mogelijke conclusie na het parlementaire onderzoek naar de Toeslagenaffaire – en dat onderzoek was nog maar de voorbode van een échte enquête, die nog moet komen.

Wat ook kan, is dat één bewindspersoon de verantwoordelijkheid neemt als uit de enquête blijkt dat voorgangers hebben gefaald. In dit geval zou dat dan waarschijnlijk Vijlbrief zijn.

De enquêtecommissie tempert alvast de verwachting dat het onderzoek het vertrouwen van de inwoners van Groningen in de overheid kan herstellen. „Niet omdat het niet wenselijk zou zijn”, zei voorzitter Van der Lee, „maar vanuit het bewustzijn dat vertrouwen moet worden verdiend. Daar zal meer voor nodig zijn dan alleen dit onderzoek.”

Lees ook: Staatssecretaris Vijlbrief: ik ga de discussie over het verhogen van de gaswinning niet aan