‘Crisisteam’ heeft al na een week een asielplan

Asielcrisis Een week na het optuigen van het asielcrisisteam ligt er een plan voor de doorstroom van asielzoekers. Het kabinet moet wel uitkijken voor inflatie van het woord ‘crisis’, waarschuwt een hoogleraar.

Door grote drukte bij het aanmeldcentrum in Ter Apel worden vluchtelingen naar noodlocaties elders gebracht.
Door grote drukte bij het aanmeldcentrum in Ter Apel worden vluchtelingen naar noodlocaties elders gebracht. Foto Kees van de Veen

De coronacrisis, de stikstofcrisis, de woningcrisis, de gascrisis. Kabinet-Rutte IV lijkt in een permanente noodtoestand te zitten. Recent is daar de asielcrisis bovenop gekomen. Zo’n anderhalve week geleden riep het kabinet de problemen met de opvang van asielzoekers uit tot nationale crisis.

Dat houdt in dat bewindspersonen van verschillende departementen samen met afgevaardigden van allerlei overheidsorganen, zoals het Veiligheidsberaad, een crisisteam vormen. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) coördineert.

Het crisisteam overlegt veel om de doorstroom van asielzoekers te verbeteren. In heel Nederland zit de asielopvang vol. In aanmeldcentrum Ter Apel moesten deze maand asielzoekers in tenten en op stoelen slapen.

Vrijdag stemden de voorzitters van de 25 veiligheidsregio’s in met een plan van het crisisteam. Gemeenten moeten de komende zes weken 7.500 statushouders (asielzoekers met een verblijfsvergunning) een tijdelijke woning aanbieden. Ook moet iedere veiligheidsregio 225 extra opvangplekken regelen.

In ruil daarvoor levert het kabinet aan elke regio dertig ambtenaren om te helpen bij de uitvoering. Dat gaat daadwerkelijk om ambtenaren, dus niet om geld voor ambtenaren. En er wordt 40 miljoen euro vrijgemaakt voor de financiering van de tijdelijke woningen.

Merkwaardig

Waarom lukte met één week overleggen en het woord ‘crisis’ wat met maandenlang overleggen niet is gelukt? Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) voert immers al lange tijd intensief gesprekken met gemeenten over extra opvangplekken voor asielzoekers. Net als hij kan het crisisteam gemeenten juridisch niet dwingen om asielzoekers op te vangen.

„Er wordt nu over departementsgrenzen heen gekeken, dus niet alleen naar het ministerie van Justitie en Veiligheid”, zegt Hubert Bruls, voorzitter van het Veiligheidsberaad en burgemeester van Nijmegen. „Het helpt bijvoorbeeld dat de minister van Volkshuisvesting er nu ook bij zit en meedenkt over die tijdelijke huisvesting.”

Zit er niet ook symboliek in het uitroepen van zo’n crisis? „Symboliek is er altijd”, zegt Bruls. „Dat de premier de asielproblemen in zijn wekelijkse persconferentie een nationale crisis noemt, helpt natuurlijk.” Volgens de burgemeester zorgt het voor een nog groter gevoel van urgentie bij het kabinet en de gemeenten. Al vindt hij de inflatie van het begrip ‘crisis’ niet goed. „Maar als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.”

Arjen Boin, hoogleraar crisismanagement aan de Universiteit Leiden, noemt het „merkwaardig” dat het kabinet de nationale crisisstructuur nu heeft geactiveerd, zoals dat heet. „Die is echt bedoeld om met een acute crisis om te gaan, zoals de MH17-ramp en de coronapandemie. Voor de problemen met de opvang van asielzoekers is al jaren gewaarschuwd; die kon je zien aankomen.”

Je moet uitkijken met alles maar tot een crisis uitroepen, zegt Boin. Hij maakt zich zorgen over de oprekking van het begrip. „Een crisis betekent vaak dat plannen er bij het parlement ‘doorheen worden gedrukt’, omdat er snel gehandeld moet worden. Het risico van steeds crises uitroepen is dat het parlement dadelijk bij een écht acute crisis het niet meer pikt dat het weinig te zeggen heeft over plannen en beslissingen, waardoor er dus niet meer snel gehandeld kan worden.” Boin wijst op de ‘coronawet’, waarmee het kabinet crisismaatregelen kon opleggen. De Eerste en Tweede Kamer stemden eerder dit jaar tegen een verlenging van die wet.

Fragiel

Bruls benadrukt dat het asielplan waarmee de veiligheidsregio’s vrijdag akkoord zijn gegaan nog wel „fragiel” is. Eerder vorige week liep het crisisoverleg vast omdat de voorzitters van de veiligheidsregio’s vooral hoorden wat zij moesten doen en een plan misten voor ondersteuning door het kabinet. Nu die toezegging is gedaan, is er nog steeds wantrouwen onder sommige burgemeesters. „Niet zozeer over de financiën, maar wel over het personele en juridische aspect”, zegt Bruls. „Zijn er wel genoeg ambtenaren beschikbaar gezien de huidige krappe arbeidsmarkt? En kunnen er wel snel flexwoningen gebouwd worden met de huidige regelgeving?”

Wat ook meespeelt volgens Bruls is dat de veiligheidsregio’s er moeite mee hebben dat zij nu de eerder door het Rijk gemaakte fouten moeten oplossen. De asielopvang is namelijk de verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), dat verbonden is aan de landelijke overheid. „Sommige burgemeesters blijven wat langer in dat gevoel hangen dan andere.”

De vraag of dit wel een taak is van de veiligheidsregio’s, daar kun je als burgemeester nog overheen stappen, zegt Bruls. „Maar er ligt ook de vraag: kun je leveren? Niet elke regio kan dat, daar bestaat geen misverstand over. Maar draagvlak voor het plan is er in ieder geval.”

Inderdaad gaven al enkele veiligheidsregio’s aan het extra aantal opvangplekken echt niet te kunnen realiseren, gaf staatssecretaris Van der Burg vrijdag toe na afloop van het overleg met het Veiligheidsberaad. Maar het „overgrote deel” zou hebben beloofd zich „tot het maximale” in te spannen om te helpen.