Raad voor Cultuur: extra risico grensoverschrijdend gedrag in de cultuursector

Advies Raad voor Cultuur Recente incidenten van grensoverschrijdend gedrag in de cultuursector zijn nog maar het topje van de ijsberg, concludeert de Raad voor Cultuur in een advies.

Demonstratie tegen grensoverschrijdend gedrag op het Museumplein in Amsterdam in januari dit jaar.
Demonstratie tegen grensoverschrijdend gedrag op het Museumplein in Amsterdam in januari dit jaar. Foto Daniel Niessen

Ja, het komt overal voor, maar in de cultuur- en mediasector is het risico op ongewenst grensoverschrijdend gedrag bijzonder groot, en dat komt door specifieke eigenschappen van die sector. Dat is een belangrijke conclusie van het onderzoek dat een speciale commissie van de Raad voor Cultuur het afgelopen jaar heeft uitgevoerd. Dinsdag overhandigde de Raad het daarop gebaseerde advies, Over de Grens, aan staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur en Media, D66). De commissie onder voorzitterschap van oud-minister Winnie Sorgdrager baseert zijn advies op beleidsdocumenten, wetenschappelijke literatuur en gesprekken met betrokkenen uit de cultuur- en mediasector.

Lees ook dit interview met Winnie Sorgdrager: ‘Kunstenaars moeten vaak hun grenzen oprekken en dat levert een grijs gebied op’

Oud-minister van Cultuur Ingrid van Engelshoven (D66) had de Raad in juni van vorig jaar gevraagd om advies, na incidenten zoals de vervolging van kunstenaar Julian Andeweg voor zijn gedrag aan onder meer de Haagse kunstacademie, de vervolging voor meerdere verkrachtingen door de directeur van cultureel platform Moam, Martijn N. en het vertrek van artistiek directeur en regisseur Marcus Azzini bij Toneelgroep Oostpool vanwege (seksueel) wangedrag. Sinds de adviesaanvraag kwam seksueel jachtgedrag bij The Voice of Holland aan het licht, en moest directeur Ralph Keuning vertrekken bij Museum de Fundatie omdat volgens een onafhankelijk onderzoek de veiligheid op de werkvloer in het geding was gekomen door zijn gedrag.

Topje van ijsberg

Deze bekende gevallen zijn vermoedelijk slechts het topje van de ijsberg, schrijft de Raad. Betrouwbare cijfers voor Nederland zijn er niet, maar in Vlaanderen heeft driekwart van de vrouwen in de cultuur- en mediasector te maken gehad met grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer, blijkt uit onderzoek uit 2019. „Er is weinig reden om aan te nemen dat dit in Nederland anders is.”

De Raad keek niet alleen naar seksueel grensoverschrijdend gedrag, maar ook naar onveiligheid door discriminatie, uitsluiting, en pestgedrag.

Speciale aandacht vraagt de Raad voor diversiteit en inclusie; het serieus nemen van die doelen leidt tot een opener, veiliger werkklimaat.

De cultuur- en mediasector is extra kwetsbaar voor grensoverschrijdend gedrag omdat veel mensen concurreren om weinig plaatsen, en daardoor ‘poortwachters’ zoals casting-directeuren, curatoren, docenten aan kunstvakopleidingen of artistiek leiders onevenredig veel macht krijgen. „Dat werkt onveilige situaties in de hand”, schrijft de Raad.

Veel kwetsbare zzp’ers

Ook de grote baanonzekerheid van de vele zzp’ers in de sector – meer dan de helft heeft geen vast contract – leidt tot scheve machtsverhoudingen en onveiligheid. Uit onderzoek van de International Labour Organization (ILO) blijkt dat minder dan 20 procent van de slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag voltijds in dienst was, 60 procent freelancer was en 35 procent een tijdelijke aanstelling had.

Daarnaast zijn afzien en stevige kritiek eigen aan de prestatiecultuur van de sector. „De grens tussen het geven van stevige feedback, nodig voor het artistieke proces, en het afbranden van een danser, toneelspeler of student kan dun zijn.”

Door al deze kenmerken heerst er een zwijgcultuur in de sector, constateert de Raad. Slachtoffers van ongewenste gedragingen melden dat veelal niet, en getuigen van ongewenst gedrag grijpen vaak niet in. Op zich bestaan er allerlei structuren om om te gaan met ongewenst gedrag, maar die voldoen niet. Niet zonder cultuurverandering. Interne vertrouwenspersonen worden vaak niet genoeg vertrouwd, en meldpunten onvoldoende gevonden.

Ook studenten in het kunstvakonderwijs lopen risico’s. Van hen wordt verwacht dat ze zich kwetsbaar opstellen en (ook letterlijk) veel van zichzelf blootgeven, terwijl de docenten lang niet altijd didactisch geschoold zijn.

Uitspraak College: ‘Dirigent Pieter Jan Leusink heeft musici seksueel geïntimideerd’

Geen ‘quick fixes’

Wie had verwacht dat de Raad met draconische adviezen zou komen van strenge straffen en heldere grenzen, zal teleurgesteld zijn. Er zijn voor het probleem van sociale onveiligheid – ook wel wangedrag genoemd – geen „quick fixes”, juist omdat het zo complex is. Waar de grens ligt is subjectief, het grijze gebied is groot. Het belangrijkste advies van de Raad? Preventie door praten. Het moet gewoonte worden om op iedere werkvloer te praten over machtsverhoudingen, veiligheid en over wat gewenst en ongewenst gedrag is. Omdat dat niet vanzelf gaat moeten instellingen stevig aan de slag, vindt de Raad. Ze moeten zelf dat gesprek voeren met hun werknemers, een risico-inventarisatie maken, trainingen geven over sociale veiligheid en toegang tot een vertrouwenspersoon garanderen. En het is aan de toezichthouders om te zorgen dat culturele- en media-instellingen dat ook daadwerkelijk doen.

In het kunstonderwijs moet sociale veiligheid een vast onderdeel van de opleiding worden, en een didactische opleiding een vereiste voor de docenten. „Het is niet toelaatbaar dat sterdocenten zich hieraan onttrekken vanwege een vermeende vakinhoudelijke excellentie.”

Een andere aanbeveling van de Raad is al jaren een heet hangijzer in de cultuursector; verbeter de positie van zzp’ers, met eerlijkere beloning en een betere rechtspositie. Daarvoor is naast politieke wil, in dit ingewikkelde dossier dat in alle sectoren speelt, ook veel geld nodig. Staatssecretaris Uslu komt rond Prinsjesdag samen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met uitgewerkte plannen voor de verbetering van de arbeidsmarkt in onder meer de cultuur.

Ook moet het steeds belangrijker meldpunt Mores worden uitgebouwd – en beter gefinancierd – zodat het kan gaan functioneren als het onafhankelijk meldpunt voor de gehele cultuur- en mediasector. Daarnaast moet er structureel wetenschappelijk onderzoek worden gedaan door een nog op te richten kenniscentrum.

Met medewerking van Sofie Bongers.